kenmerkende aspecten test 1

Dit tijdvak heet 'ontdekkers en hervormers'.
Welk kenmerkend aspect hoort bij dit tijdvak?
A
de opkomst van het christendom
B
het begin van staatsvorming en centralisatie
C
hofstelsel en horigheid
D
Geen van de genoemde kenmerkende aspecten is juist.
1 / 15
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Dit tijdvak heet 'ontdekkers en hervormers'.
Welk kenmerkend aspect hoort bij dit tijdvak?
A
de opkomst van het christendom
B
het begin van staatsvorming en centralisatie
C
hofstelsel en horigheid
D
Geen van de genoemde kenmerkende aspecten is juist.

Slide 1 - Quizvraag


➤De Gouden Eeuw was in de 
A
15e eeuw
B
16e eeuw
C
17e eeuw
D
18e eeuw

Slide 2 - Quizvraag


➤Waar of niet waar?

De VOC ging handel voeren met Zuid-Amerika. 
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag


Gebruik de bron

➤Welke onderdelen van dit gebouw werden overgenomen door de mensen in de Renaissance overgenomen?








Gebruik de bron 

Slide 4 - Open vraag


Tijdens welke van deze vier periodes werd ons land 
de Bataafse Republiek genoemd?
A
Periode 1: de stadhouder, Willem V, heeft de macht.
B
Periode 2: de patriotten hebben de macht, nadat ze de stadhouder verjaagd hebben.
C
Periode 3: Lodewijk Napoleon is koning van ons land, nadat Napoleon de macht van de patriotten afnam.
D
Periode 4: ons land is bezet door de Fransen, nadat Napoleon zijn broer heeft afgezet. Ons land is een provincie van het Franse Rijk.

Slide 5 - Quizvraag

kenmerkende aspecten tijdvak 8
kenmerkende aspecten ander tijdvak
'sociale kwestie'
liberalisme, socialisme, nationalisme
handelskapitalisme
plantagekolonien
emancipatiebewegingen
Industrialisatie

Slide 6 - Sleepvraag

Nationalisme is:
A
Een eigen staat voor je land willen.
B
Een grote liefde hebben voor je eigen volk.
C
Een leger hebben om je eigen volk te verdedigen.
D
Niet zwakker willen zijn dan andere volken.

Slide 7 - Quizvraag

Deze vraag gaat over 'machthebbers in Europa'.

Bekijk eerst de bron.


Welk kenmerkend aspect past het beste bij deze bron?
A
burgerlijk bestuur en stedelijke cultuur in Nederland
B
het streven van vorsten naar absolute macht
C
ontstaan van handelskapitalisme en begin van een wereldeconomie
D
Geen van de genoemde kenmerkende aspecten past bij de bron.

Slide 8 - Quizvraag

.

Welk kenmerkend aspect hoort bij tijdvak 7?
A
de Reformatie en de splitsing van de christelijke kerk
B
het begin van staatsvorming en centralisatie
C
het streven van vorsten naar absolute macht
D
geen van de genoemde kenmerkende aspecten is juist.

Slide 9 - Quizvraag

Deze bron illustreert twee kenmerkende aspecten van de zeventiende eeuw.
Noem die twee aspecten.

Slide 10 - Open vraag

De wetenschappelijke revolutie
A
Tijdvak 6: Tijd van Regenten en Vorsten
B
Tijdvak 5: Tijd van Ontdekkers en Hervormers
C
Tijdvak 7: Tijd van Pruiken en Revoluties
D
Tijdvak 8: Tijd van Burgers en Stoommachines

Slide 11 - Quizvraag

Dit tijdvak van de
Verlichting heet
A
Tijd van regenten en vorsten
B
Tijd van Steden en staten
C
Tijd van Pruiken en revoluties
D
Tijd van wereldoorlogen

Slide 12 - Quizvraag

In welk tijdvak hoort deze afbeelding thuis?
A
Tijd van ontdekkers en hervormers
B
Tijd van regenten en vorsten
C
Tijd van pruiken en revoluties
D
Tijd van burgers en stoommachines

Slide 13 - Quizvraag

Deze vraag gaat over 'machthebbers in Europa'.

Hieronder zie je vier zinnen over machthebbers in het tijdvak Regenten & Vorsten.

Bij welke zin is sprake van continuïteit?
A
De Republiek werd bestuurd door regenten.
B
Engeland en de Republiek werden bondgenoten tegen Frankrijk.
C
Engeland kreeg een Nederlandse koning.
D
In geen van de genoemde zinnen is sprake van continuïteit.

Slide 14 - Quizvraag

Deze vraag gaat over de Republiek der Nederlanden in het tijdvak Regenten & Vorsten.

1 De stadhouder maakte alle belangrijke beslissingen.
2 Een absoluut vorst had de macht in handen.
3 Het volk mocht stemmen in verkiezingen.
4 Rijke burgers waren heel machtig.
5 Wie uit een voorname familie kwam, kon regent worden.

Welke cijfers passen bij het bestuur van de Republiek?
A
4 en 5
B
1 en 4
C
2 en 3
D
2 en 5

Slide 15 - Quizvraag