SRV IZ week 7 - interculturele communicatie

• Verpleegkunde
• HBO
• Studiejaar 2

SRV - week 7

Communiceren met mensen van andere culturen

Agnes Mik

Terugblik literatuur

H 15 uit ‘de verpleegkundige als communicator'

Waarom moet een vpk cultureel competent handelen?

Wat is een cultureel sensitieve beroepshouding?

Theorie

• Eigen cultuur als uitgangspunt kan de communicatie bemoeilijken. 

• Als verpleegkundige moet je je bewust zijn van sociaal-economische factoren, persoonlijkheidskenmerken en culturele kenmerken. 

Noem een voorbeeld van de kenmerken waar je als vpk bewust van moet zijn:

Wat kunnen obstakels zijn in interculturele communicatie?

Fasen intercultureel communiceren

Fase 1: Ontkenning

Fase 2: Weerstand -> bedreiging

Fase 3: Aan laten passen

Fase 4: Aanvaarding

Fase 5: Aanpassen

Fase 6: Wederzijdse integratie

Gespreksmodel LEARN

1. Listen
2. Explain
3. Acknowledge
4. Recommendation
5. Negotiate

Buddy-opdracht

Bespreek de situatie die je bedacht hebt. Welk cultureel type ben jij en is die ander, verklaart dat verschillen tussen jullie? Bekijk of het LEARN model jou handvatten geeft waar en hoe je de communicatie had kunnen verbeteren.

Rollenspel

Petra heeft de zorg voor mevrouw Kaya in het hospice. Tijdens de OWG ben je bezig met uitzoeken van cultuurverschillen en daarnaast ook het dilemma rond voeding en vocht in de terminale fase. Vandaag is er een familiegesprek. De kinderen van mevrouw Kaya zijn er alle vier en meneer Kaya is er ook. Mevrouw zelf kan zich moeilijk verstaanbaar maken, maar de kinderen en meneer kunnen redelijk goed Nederlands. Vooral de oudste zoon heeft veel moeite met het bespreken van het eventueel stoppen van de behandeling. Hij wordt boos en begint in het Turks met meneer hierover te praten.

Petra: je wilt graag dat het weer een gezamenlijk gesprek wordt. 

Probeer LEARN toe te passen. 3 rollen: Vpk, oudste zoon, meneer Kaya (evt. een observator)

Terugblik rollenspel

Zijn er nog vragen? 

Feedback op de les? 

Volgende keer

Integratieve les

--> Zorg dat je goed voorbereid bent, zodat je echt aan je eigen leerdoelen kunt werken voor het toetsmoment.