Chemie in het klein: bouwstenen van stoffen (hfd4.1, H3)

Chemie in het klein
§4.1 Bouwstenen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Chemie in het klein
§4.1 Bouwstenen

Slide 1 - Tekstslide

Chemie in het klein
§4.1 Bouwstenen
Vandaag leer je dat: 
* stoffen zijn opgebouwd uit moleculen. 
* het molecuulmodel helpt om fasen te verklaren.
* moleculen bestaan uit atomen.
* je atomen niet kunt vernietigen.

Slide 2 - Tekstslide

Stoffen

Slide 3 - Tekstslide

Bouwstenen van stoffen
  • Stoffen zijn opgebouwd uit moleculen
  • Moleculen zijn de kleinste deeltjes van een stof die nog alle stofeigenschappen hebben.
  • zuivere stof: 1 soort moleculen
  • mengsel: 2 of meer soorten moleculen

Slide 4 - Tekstslide

Molecuulmodel
  •  Stoffen bestaan uit moleculen die altijd in beweging zijn
  • Kun je gebruiken om fasen mee te verklaren

Slide 5 - Tekstslide

Atoommodel van Dalton
  •  Moleculen zijn opgebouwd uit  nog kleinere bouwstenen: atomen
  • atomen zijn niet te vernietigen
  • atomen van hetzelfde soort zijn gelijk aan elkaar (atoomsoort)
  • Kun je gebruiken om ontleedbare en niet-ontleedbare stoffen te verklaren

Slide 6 - Tekstslide

Atoom of element?
  • atoom: 1 deeltje (Fe, O)
  • element:  1 of meer dezelfde deeltjes (Fe, O2). Dit is de kleinste vorm waarin de atomen in de natuur voorkomen. IJzer kan als los atoom voorkomen (Fe), maar zuurstof (bende van 7) komt voor als O2.

Slide 7 - Tekstslide

Atoom of element?
  • Ieder atoom heeft eigen symbool. (Lijst van elementen en symbolen). 
  • Let op: eerste letter ALTIJD een hoofdletter, de tweede ALTIJD een kleine letter. 
  • Verschil CO en Co, of PB en Pb!

Slide 8 - Tekstslide

Waar of niet waar?
Zuivere stoffen bestaan uit 1 soort moleculen.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Moleculen bestaan altijd uit 1 soort atomen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Het maakt uit of je elementen met hoofdletters of kleine letters schrijft.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

In een vloeistof raken de moleculen en kunnen vrij langs elkaar bewegen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Elementen van de bende van 7 kunnen alleen voorkomen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Deze les leerde je:
dat: 
  • stoffen zijn opgebouwd uit moleculen. 
  • het molecuulmodel helpt om fasen te verklaren.
  • moleculen bestaan uit atomen.
  • je atomen niet kunt vernietigen.

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk
Opgaven 2 t/m 11

Slide 15 - Tekstslide