XKA 3.2: De bloedsomloop M2 2022

Thema 3: de bloedsomloop
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 3: de bloedsomloop

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Wat gaan we doen vandaag?
  • Start
  • Vragen LessonUp basisstof 1
  • Uitleg over de bloedsomloop
  • Vragen LessonUp basisstof 2
  • Opdrachten maken uit het boek

Slide 3 - Tekstslide

Waaruit bestaat bloedplasma voornamelijk?
A
Eiwitten
B
Water
C
Opgeloste stoffen
D
Zuurstof

Slide 4 - Quizvraag

Wat zorgt er voor de rode kleur in rode bloedcellen? Dit kan zuurstof vervoeren.
A
Glucose
B
Koolstofdioxide
C
Glycogeen
D
Hemoglobine

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste taak van de bloedplaatjes?
A
Vervoeren van zuurstof
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen
D
Vervoeren voedingsstoffen

Slide 6 - Quizvraag

nr 4
nr 7
nr 8
witte bloedcellen
rode bloedcellen
bloedplasma
vaste bestanddelen
water

Slide 7 - Sleepvraag

Wat is de belangrijkste taak van de witte bloedcellen?
A
Zuurstof vervoeren
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen
D
Zuurstof en koolstofdioxide vervoeren

Slide 8 - Quizvraag

In welke bestanddelen van het bloed komen celkernen voor?
A
Alleen in rode bloedcellen
B
Alleen in witte bloedcellen
C
In rode bloedcellen en bloedplaatjes
D
In rode en witte bloedcellen

Slide 9 - Quizvraag

Basisstof 2: de bloedsomloop

Slide 10 - Tekstslide

Bloedvatenstelsel
  • Bestaat uit het hart en de bloedvaten
  • Bloedsomloop -> de weg die het bloed door het lichaam aflegt.

Slide 11 - Tekstslide

Bloedvaten
  • Slagaders -> van het hart naar de organen
  • Haarvaten -> kleinste bloedvaatjes
  • Aders -> van de organen naar het hart

Slide 12 - Tekstslide

Bloedsomloop

Slide 13 - Tekstslide

Kleine bloedsomloop
  • De rechterkant van het hart pompt het bloed naar de longen.
  • Vanuit de longen stroomt het bloed terug naar het hart.
  • In de longen wordt koolstofdioxide afgegeven en zuurstof opgenomen.

Slide 14 - Tekstslide

Grote bloedsomloop
  •  De linkerkant van het het hart pompt het bloed door het hele lichaam.
  • Vanuit de organen komt het bloed weer terug in het hart.

Slide 15 - Tekstslide

Slagaders
  • Het hart pompt het bloed heel krachtig in de slagaders en hierdoor is de bloeddruk op de wand erg hoog.
  • Wanden van de slagaders zijn dik, gespierd en elastisch

Slide 16 - Tekstslide

Haarvaten
  • Hebben een hele dunne wand
  • Is maar 1 cellaag dik
  • Vocht met zuurstof en voedingsstoffen kan door de wand heen naar de cellen van organen 

Slide 17 - Tekstslide

Aders
  • Lage bloedruk en geen hartslag
  • De kleppen zorgen ervoor dat het bloed maar in 1 richting kan stromen.

Slide 18 - Tekstslide


Hoe loopt de kleine bloedsomloop
(heel kort)?
A
hart, longen, hart
B
hart, lichaam, hart
C
lichaam, hart
D
longen, hart

Slide 19 - Quizvraag


Welke drie soorten bloedvaten zijn er?
A
Aorta, slagaders en aders
B
Aorta, aders en haarvaten
C
Aorta, slagaders en haarvaten
D
Slagaders, aders en haarvaten

Slide 20 - Quizvraag


Bevatten slagaders zuurstofrijk bloed?
A
Altijd
B
Nooit
C
Bijna altijd
D
Ze bevatten alleen heel veel koolstofdioxide

Slide 21 - Quizvraag

In welke bloedvaten is
de bloeddruk laag?
A
In haarvaten en aders
B
alleen in aders
C
alleen in haarvaten
D
alleen in slagaders

Slide 22 - Quizvraag


Wat is de functie van het hart?
A
Alle organen voorzien van zuurstof
B
Alle organen voorzien van zuurstof en voedingsstoffen
C
Alle organen voorzien van voedingsstoffen
D
Alle organen voorzien van zuurstof, voedingsstoffen en koolstofdioxide

Slide 23 - Quizvraag


Bij één omloop, stroomt het bloed.....
A
1 x door het hart
B
2 x door het hart
C
3 x door het hart
D
niet door het hart

Slide 24 - Quizvraag

Kleine bloedsomloop
Grote bloedsomloop
alle organen
longen
zuurstofrijk- zuurstofarm
van linker harthelft naar rechter harthelft
van rechter harthelft
naar linker harthelft
zuurstofarm-zuurstofrijk

Slide 25 - Sleepvraag


nr. 2
1
2
3
4
5
6
A
zuurstof arm kleine bloedsomloop
B
zuurstof rijk kleine bloedsomloop
C
zuurstof arm grote bloedsomloop
D
zuurstof rijk grote bloedsomloop

Slide 26 - Quizvraag


nr. 3
1
2
3
4
5
6
A
zuurstof arm naar de longen
B
zuurstof rijk naar de longen
C
zuurstof arm naar organen
D
zuurstof rijk naar organen

Slide 27 - Quizvraag

Huiswerk
Opdr. 1-8 van basisstof 2
bladzijde 170-174

Slide 28 - Tekstslide