In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Gezondheid en ziekte
Slide 1 - Tekstslide
lesdoelen
*Je legt uit wat jouw visie op ziekte en gezondheid is.
*Je geeft aan hoe de wisselwerking tussen lichaam, geest en omgevingsfactoren werkt bij een ziekte of aandoening.
*Je noemt minimaal vier verschillende factoren die ziekte veroorzaken.
Slide 2 - Tekstslide
wat betekent voor jou gezondheid
Slide 3 - Woordweb
zorgpad
oriëntatie op de gezondheidszorg
kennismaking met de doelgroep: ziekte en gezondheid
Slide 4 - Tekstslide
gezondheid
Eind jaren vijftig publiceerde de World Health Organization (WHO) een definitie waarin werd gesteld dat gezondheid ‘een toestand van volledig fysiek, geestelijk en sociaal welbevinden’
Slide 5 - Tekstslide
noem zo veel mogelijk oorzaken van ziekten
Slide 6 - Open vraag
Gezondheid is het vermogen van mensen zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven. (Huber, 2012)
Slide 7 - Tekstslide
ziekte oorzaken
endogeen: aangeboren, komt van vanuit het lichaam.
exogeen: oorzaken van buitenaf.
Slide 8 - Tekstslide
Een somatische ziekte is een
A
geestelijke ziekte
B
lichamelijke ziekte
C
Beperking
D
acute ziekte
Slide 9 - Quizvraag
Een ziekte die je krijgt omdat je ongezond leeft heet een
A
erfelijke ziekte
B
aangeboren ziekte
C
leefstijl ziekte
D
infectie ziekte
Slide 10 - Quizvraag
Syndroom van Down is een vorm van ....
A
erfelijke ziekte
B
aangeboren ziekte
C
ziekte dat ontstaat
in de baarmoeder
D
ziekte dat word overgedragen van de ouders
Slide 11 - Quizvraag
Wat is een infectieziekte?
A
ziekte veroorzaakt door bacterie
B
ziekte veroorzaakt door micro-organismen
C
ziekte veroorzaakt door virus
D
ziekte veroorzaakt door schimmel
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
oorzaken van ziekte
biologische factoren
Fysische of natuurkundige factoren
Chemische oorzaken
Voeding
gedrag
Slide 14 - Tekstslide
objectieve ziekteverschijnselen zijn verschijnselen, die
A
worden door de patiënt zelf zo ervaren
B
zijn waar te nemen en vast te leggen in een getal.