Kunstenaars aan het einde van de 19e eeuw:
tonen hun eigen gevoelens d.m.v. nieuwe technieken: vervorming, ontbreken van perspectief, zware contourlijnen of onnatuurlijk kleurgebruik.
Het beeld hoeft niet overeen te komen met de werkelijkheid, het moet vooral iets zeggen over de gemoedstoestand van de maker.