spreekdoel en afstemmen op publiek

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Wat was het doel van deze presentatie?

1. Informeren
2. Instrueren
3. Overtuigen
4. Informeren en overtuigen

Spreekdoelen

Overtuigen: standpunt, argumenten. Overtuigende presentatie noem je ook wel een mondeling betoog

Instrueren: je legt uit hoe het publiek iets moet doen of gebruiken. Vaak die je dit stapsgewijs. je gebruikt de gebiedende wijs en woorden als 'eerst', 'vervolgens', 'daarna' 

Informeren: je geeft het publiek informatie over een bepaald onderwerp

Afstemmen op
publiek

afstemmen op publiek

Wat weten ze al?

Welke taal gebruik je?

What's in it for them?

Opdracht 3 maken online boek

Zelfstandig of in tweetallen

Klaar? lees 5.4 en ga verder met opdracht 4

Vragen? in de chat

15:40 terug in de les voor quiz

Een docent Nederlands vertelt waarom lezen belangrijk is

1. overtuigen
2. informeren
3. instrueren

De sportschooleigenaar vertelt aan nieuwe leden hoe ze het roeiapparaat moeten gebruiken

1. overtuigen
2. instrueren
3. informeren

Voorkennis is...

1. kennis die iemand al heeft over een onderwerp
2. kennis die je deelt met je publiek voordat je een presentatie geeft
3. kennis die iedereen heeft

Je geeft een presentatie aan je collega's. Je kent ze goed. je taalgebruik is...

1. formeel
2. informeel

Een jongen van 11 vertelt over zijn hamster

1. overtuigen
2. informeren
3. instrueren