Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Schrijfeisen TOA 3F
1 / 35
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
MBO
Studiejaar 3
In deze les zitten
35 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
120 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Voorwaarden voor het schrijfexamen
1 Nederlandstalig
2 minimaal 80 % van de opdracht
3 goed leesbaar
Slide 2 - Tekstslide
Zes beoordelingscriteria
Samenhang, doel, publiek, woordgebruik, spelling/interpunctie/zinsbouw, leesbaarheid
Slide 3 - Tekstslide
1. Samenhang
goede opbouw
juiste verwijswoorden
correcte voegwoorden
afwisseling in voeg- en verwijswoorden
enige complexiteit in zinsbouw en woordkeus
Slide 4 - Tekstslide
voegwoorden
verwijswoorden
omdat
terwijl
ze
hij
die
hierdoor
hoewel
wat
Slide 5 - Sleepvraag
Wanneer krijg je wat als verwijswoord?
1. na de overtreffende trap
2. na een onbepaald voornaamwoord
3. bij een verwijzing naar een heel zinsdeel
1. Het engste wat ik ooit gedaan heb, was paardrijden.
2. Dat is iets wat ik nooit meer wil doen.
3. Op vakantie gingen we paardrijden, wat ik normaal echt nooit zou doen.
Slide 6 - Tekstslide
Goede opbouw
goede alinea's
indeling in inleiding - kern- slot
Slide 7 - Tekstslide
Wat is een alinea?
Zinnen die bij elkaar horen.
Zinnen die over hetzelfde deelonderwerp gaan.
De inleiding is een alinea.
De kern bestaat vaak uit meer alinea's.
Het slot is een alinea.
Slide 8 - Tekstslide
Geitenboeren die bokjes te snel naar de slacht brengen ... moeten ze hoge boetes geven.
A
die
B
dat
C
wat
Slide 9 - Quizvraag
Het ergste ... ze doen is hun honden laten poepen op speelveldjes.
A
die
B
dat
C
wat
Slide 10 - Quizvraag
Het boek ... op de elo staat is anders dan waar de docent de vragen uit haalt.
A
die
B
dat
C
wat
Slide 11 - Quizvraag
In mijn verslag ... ik vorige week inleverde, stond al dat we op stage geen konijnen hebben.
A
die
B
dat
C
wat
Slide 12 - Quizvraag
Mijn klasgenoten mocht ik geen rondleiding geven, ... mijn ouders wel.
A
daarentegen
B
hoewel
C
maar
D
niettemin
Slide 13 - Quizvraag
Ik kon niet helpen bij de roofvogelshow, want die gingen door corona ... niet door.
A
daarentegen
B
hierdoor
C
immers
D
niettemin
Slide 14 - Quizvraag
Tip
Liever goede "gemakkelijke" voegwoorden,
dan foute "moeilijke".
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
2. Doel bereiken
De kandidaat werkt de opdrachten adequaat uit, waarmee hij zijn schrijfdoel bereikt.
100 % eisen uit de opdracht;
soms meerdere doelen;
toon is belangrijk.
kies ook de juiste tekstsoort!
Slide 17 - Tekstslide
Wat is goed? Je vraagt om extra subsidie voor je sportclub.
A
We hebben extra geld nodig.
B
We moeten extra geld, anders gaan we failliet.
C
We vragen eenmalig om een extra subsidie.
D
We zouden het heel erg op prijs stellen als u...
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
3. Publiek
De kandidaat past zijn woordgebruik en toon aan het publiek aan.
Pas je woordgebruik en toon aan het publiek aan.
Kies voor je of u en hou dat vol!
Wees beleefd bij twijfel.
Slide 20 - Tekstslide
U wilt graag een tussentijds verslag over ons project. Dat kan kort zijn, want we willen ... tijd niet verspillen.
A
je
B
jouw
C
u
D
uw
Slide 21 - Quizvraag
Heeyyyy,
Tof dat we morgen met school naar de film gaan. Gaan we met ... auto?
A
jou
B
jouw
C
u
D
uw
Slide 22 - Quizvraag
4. Woordenschat en woordgebruik
goede woordenschat (o.a. vaktaal)
variëren met woorden
altijd de juiste voorzetsels
uitdrukkingen
Slide 23 - Tekstslide
Tijdens mijn stage kon ik altijd vertrouwen ... jullie ondersteuning.
A
aan
B
met
C
op
D
van
Slide 24 - Quizvraag
Op mijn stagebedrijf hadden we te kampen ... wanbetalers.
A
aan
B
met
C
tegen
D
uit
Slide 25 - Quizvraag
Ik was blij toen ik de eerste dagen ... achter de rug had.
A
achter
B
bij
C
voor
D
tegen
Slide 26 - Quizvraag
5. spelling, zinsbouw, interpunctie
goedlopende zinnen
alle leestekens (incl. hoofdletters)
werkwoordspelling
heel weinig spelfouten
verbuigingen zijn juist (ons huis, onze buren)
Slide 27 - Tekstslide
Na welk woord schrijf je een komma?
Ik wil graag bij u werken omdat ik veel van cavia's houd.
A
na ik
B
na omdat
C
na werken
D
na cavia's
Slide 28 - Quizvraag
Na welk woord schrijf je een komma?
We werken erg hard hier in Spanje maar het is wel erg gezellig.
A
na hard
B
na hier
C
na Spanje
D
na maar
Slide 29 - Quizvraag
In welke zin staan alle hoofdletters goed?
A
op zondag houden de Spanjaarden rust.
B
Op zondag houden de spanjaarden rust.
C
Op zondag houden de Spanjaarden rust.
D
Op Zondag houden de Spanjaarden rust.
Slide 30 - Quizvraag
Wat is goed geschreven?
A
interessante herinneringen
B
interesante herinneringen
C
interessante herineringen
D
interesante herineringen
Slide 31 - Quizvraag
Wat is goed geschreven?
A
Na aanleiding van uw vraag ben ik opzoek...
B
Naar aanleiding van uw vraag ben ik op zoek...
C
Naar aanleiding van uw vraag ben ik opzoek...
D
Na aanleiding van uw vraag ben ik op zoek...
Slide 32 - Quizvraag
Wat is goed geschreven?
A
doormiddelvan
B
doormiddel van
C
door middelvan
D
door middel van
Slide 33 - Quizvraag
6. Leesbaarheid
De kandidaat gebruikt, indien nodig, een heldere lay-out met witregels, kopjes en paragrafen.
Denk aan:
aanhef/titel
witregels
Slide 34 - Tekstslide
Tot slot
getallen tot en met twintig uit te schrijven
Geen afkortingen gebruiken:
Met vriendelijke groet, (NIET: m.vr.gr.)
Slide 35 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Schrijfeisen TOA 3F
December 2020
- Les met
36 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 3
Schrijfeisen TOA 3F
12 dagen geleden
- Les met
49 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 3
Schrijfeisen TOA 3F
April 2022
- Les met
49 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 3
Schrijfeisen TOA 3F
Januari 2025
- Les met
49 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 3
Schrijfeisen TOA 3F
17 dagen geleden
- Les met
49 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 3
Schrijfeisen TOA 3F
12 dagen geleden
- Les met
49 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 3
Schrijfeisen TOA 3F
Januari 2025
- Les met
49 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 3
Examen schrijven les 1
Februari 2023
- Les met
34 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 3