In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Trainen en gezondheid
Trainen en gezondheid
Menselijk lichaam P3
Trainingsplan
Slide 1 - Tekstslide
Huiswerk
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Inhoud
Effe opfrissen
Trainingsplan
Toets
Slide 4 - Tekstslide
Er zijn 4 bouwstenen om het prestatievermogen te trainen. Wat wordt bedoeld met omvang?
A
Hoe vaak je traint per week /maand/ jaar
B
Hoe lang een training duurt
C
Hoe intensief een training is
D
Hoeveel rust er tussen de trainingen zit
Slide 5 - Quizvraag
Dorsaalflexie
Plantairflexie
Anteversie
retroversie
Flexie
Extensie
Slide 6 - Sleepvraag
Gemiddelde belastbaarheid
Hoge belastbaarheid
Lage belastbaarheid
Lage belastbaarheid
Lage belastbaarheid
Slide 7 - Sleepvraag
Leg in je eigen woorden uit wat supercompensatie is
Slide 8 - Open vraag
Leg in je eigen woorden uit wat het "overload" principe is
Slide 9 - Open vraag
Hoe noemen we het 'opnieuw maken' van ATP?
A
Resindicaat
B
Resynthese
C
Synthese
D
Indisethese
Slide 10 - Quizvraag
Duur
Systeem
Proces
Substraat
Soort Belasting
0-4 seconden
CP systeem
ATP
4-20 seconden
Anaeroob a-lactisch
20-120 seconden
Koolhydraten
120 sec. tot uren
Zuurstofsysteem
Marathon
Vul het schema
speerwerper
CP
CP-systeem
Anaeroob lactisch
Aeroob
Anaeroob a-lactisch
Koolhydraten en vetten
100 meter sprinter
Melkzuursysteem
1500 meter schaatser
Slide 11 - Sleepvraag
Trainingsplan
Jaren van training moeten zorgen dat je prestatiebevorderende factoren (CLUKS dus) harmonisch ontwikkeld worden.
Daarom is trainen:
Planmatig oefenen om de sportprestatie te verbeteren
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Trainingsplannen
Slide 14 - Tekstslide
Opbouw
Basis trainingsperiode
1
2
3
Opbouw trainingsperiode
Topprestatie periode
Slide 15 - Tekstslide
Basistrainingsperiode
Tijdens deze periode leg je voor de allerjongste sporters de basis om aan wedstrijdsport te doen
6-10 jaar
Algemene trainingsvormen 80%
Specifieke trainingsvormen 20%
Slide 16 - Tekstslide
Opbouwtrainingsperiode
Tijdens deze periode bouw je de basisvormen verder uit en gaan jeugdige sporters gericht trainen om de prestatiebevorderende factoren geleidelijk te ontwikkelen.
10-16 jaar
Algemene trainingsvormen 30-60%
Specifieke trainingsvormen 40-70%
Slide 17 - Tekstslide
Topprestatie-trainingsperiode
Tijdens deze periode vormt het bereiken van de individueel hoogst mogelijke prestatie de hoofddoelstelling van de sporters en hun trainer-coach.
Vanaf 17 jaar
Algemene trainingsvormen 10%
Specifieke trainingsvormen 90%
Slide 18 - Tekstslide
Wat is trainen?
A
Willekeurig oefenen zodat je beter wordt
B
Planmatig oefenen om de sportprestatie te verbeteren
C
Planmatig oefenen om de prestatie te verminderen
D
Oefenen
Slide 19 - Quizvraag
Wat is een macroplanning?
A
Jaarplanning
B
Periodeplanning
C
Eeuwenplanning
D
Weekplanning
Slide 20 - Quizvraag
Wat is een microplanning?
A
Jaarplanning
B
Periodeplanning
C
Eeuwenplanning
D
Weekplanning
Slide 21 - Quizvraag
Wat wordt er gedaan in de opbouwtrainingsperiode?
A
Algemeen 20-80% en Specifiek 80-20%
B
Algemeen 10% en Specifiek 90%
C
Algemeen 70% en Specifiek 30%
D
Algemeen 30-60% en Specifiek 40-70%
Slide 22 - Quizvraag
Jaarplan
Vanuit een meerjarenplanning is het jaarplan een jaar uit het leven van een sporter:
1
realiseren van een zo hoog mogelijk prestatie dat jaar