Profiel groen les 2 Hoofdstuk 2 voeding

Is het dierenmishandeling als je dieren altijd teveel voert?
1 / 18
volgende
Slide 1: Open vraag
GroenMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Is het dierenmishandeling als je dieren altijd teveel voert?

Slide 1 - Open vraag

Slide 2 - Video

Leerdoelen deze les 
  • Je weet dat je dieren niet te veel en niet te weinig moet voeren 
  • Je weet welke soorten voer de belangrijkste gezeldschapsdieren eten. 
  • Je kunt de belangrijkste soorten voer herkennen 
  • Je kunt dieren voeren aan de hand van een schema of voerkaart 
  • Je kunt hoeveelheden voer afwegen. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Voer en water 
Belangrijk om te onthouden; Rantsoen 
 Het soort voer en de hoeveelheid voer die je elke dag geeft. 

Slide 5 - Tekstslide

Honden, katten en fretten 
Om te onthouden: 
Volledig voer:  Alles wat een dier nodig heeft. 
Onvolledig voer:  Bijvoorbeeld hart of mens  moet altijd worden bijgevoerd 
Fred mag helemaal geen plantaardigere 


Slide 6 - Tekstslide

Gespecialiseerd voer
Gespecialiseerd voer = voer dat speciaal voor een bepaald dier gemaakt wordt. In dat speciale voer zit dan ook alles wat het dier nodig heeft. 

Slide 7 - Tekstslide

Gespecialiseerd voer
  • Voer dat speciaal voor een dier is gemaakt. Het is zo samengesteld dat er alles in zit wat het dier nodig heeft. 
  • Er is veel onderzoek gedaan om te bepalen wat voor voer een dier moet krijgen. 
  • Een pup heeft andere voedingstoffen nodig dan een volwassen hond. 
  • Voor ieder een volledig voer op maat. 

Slide 8 - Tekstslide

In kattenvoer zit veel groente en graan
Waar
Niet waar

Slide 9 - Poll

Carnivoor
Herbivoor
Omnivoor
Planteneter
Vleeseter
Alleseter

Slide 10 - Sleepvraag

A
B
C
1
2
3
Herbivoor
Carnivoor
Omnivoor

Slide 11 - Sleepvraag

Knaagdieren 
  • Hooi of ander knaagmateriaal 
  • Spijsvertering 
  • Cavia's extra vitamine c. 
  • Hamsters & Gerbils alleseters.  

Slide 12 - Tekstslide

Vogels 
  • Zaadeters 
  • Niet teveel voer tegelijk 
  • Eivoer voor als ze in de rui zijn of nog groeien.  

Slide 13 - Tekstslide

Reptielen, amfibieën en vissen 
  • Koudbloedig: Zelfde temperatuur als de omgeving 
  • Warmbloedig : Constante temperatuur. Kost meer energie. 
  • Krekels, levende dieren, watervlooien. 
  • Hoeft niet elke dag soms 1x in de paar weken. 

Slide 14 - Tekstslide

Wat bepaalt het rantsoen?

Slide 15 - Open vraag

Planning 

  • Voer herkennen 
  • Maken opdracht 1 tot 8 les 1&2 Voer 
  • Praktijk opdracht rantsoen bepalen. 
  • Praktijk opdracht rassen
  • Niet af: Huiswerk 

Slide 16 - Tekstslide

Leerdoelen behaald? 
  • Je weet dat je dieren niet te veel en niet te weinig moet voeren
  • Je weet welke soorten voer de belangrijkste gezeldschapsdieren eten.
  • Je kunt de belangrijkste soorten voer herkennen
  • Je kunt dieren voeren aan de hand van een schema of voerkaart
Je kunt hoeveelheden voer afwegen. 

Slide 17 - Tekstslide

Volgende les Hanteren, fixeren en verzorgen 

Slide 18 - Tekstslide