Tegenstelling:
1. But – maar
2. Nevertheless – desalniettemin
3. Even so – toch, desondanks
4. Whereas – daarentegen
5. While – terwijl
6. However - echter
Uitbreiding:
6. And – en
7. Also – ook
3. likewise - net als
Gevolg / conclusie
8. Because – omdat
9. So – daarom, dus
10. Therefore – daarom
11. Consequently - als gevolg van