Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Woordenschat - Spreekwoorden en uitdrukkingen
Spreekwoorden en uitdrukkingen
1 / 26
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 2
In deze les zitten
26 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Spreekwoorden en uitdrukkingen
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoel
- Je weet wat
figuurlijk taalgebruik
is.
- Je kent het verschil tussen
uitdrukking
en een
spreekwoord
.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Het woord 'instorten' heeft twee betekenissen. De ene betekenis is letterlijk, de andere betekenis is figuurlijk.
Welke betekenis is figuurlijk?
A
ineenstorten, kapotgaan
B
een crisis hebben, zodat je niet meer kunt functioneren
Slide 4 - Quizvraag
Welke betekenis van 'instorten' wordt bedoeld?
De toren staat op instorten.
A
ineenstorten, kapotgaan
B
een crisis hebben, zodat je niet meer kunt functioneren
Slide 5 - Quizvraag
Welke betekenis van 'instorten' wordt bedoeld?
Toen de zangeres de foto's zag, is ze ingestort.
A
ineenstorten, kapotgaan
B
een crisis hebben, zodat je niet meer kunt functioneren
Slide 6 - Quizvraag
Welke betekenis van 'instorten' wordt bedoeld?
Zijn wereld stortte in.
A
ineenstorten, kapotgaan
B
een crisis hebben, zodat je niet meer kunt functioneren
Slide 7 - Quizvraag
Welke zin is figuurlijk taalgebruik?
A
Dat is een goed middel voor je zieke paard.
B
Dat is een paardenmiddel voor die kwaal.
Slide 8 - Quizvraag
Welke zin is figuurlijk taalgebruik?
A
Zij is op het paard getild.
B
Zij is over het paard getild.
Slide 9 - Quizvraag
Spreekwoorden/ Uitdrukkingen
Verschil ?
spreekwoord
= hele zin met een wijsheid
kleren maken de man
uitdrukking
= woordgroep met een figuurlijke betekenis
een hondenleven hebben
Slide 10 - Tekstslide
Verschil spreekwoorden en uitdrukkingen
Een
spreekwoord
is een vaste zin met een wijsheid of tip.
Bijvoorbeeld: Je moet een gegeven paard niet in de bek kijken.
Een
uitdrukking
is een woord of groepje woorden met een aparte betekenis die je in zinnen kunt gebruiken.
Bijvoorbeeld: vlinders in je buik hebben.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Spreekwoord of uitdrukking?
In de huid kruipen van
A
spreekwoord
B
uitdrukking
Slide 13 - Quizvraag
Spreekwoord of uitdrukking?
Door de mand vallen
A
spreekwoord
B
uitdrukking
Slide 14 - Quizvraag
Spreekwoord of uitdrukking?
Vele handen maken licht werk
A
spreekwoord
B
uitdrukking
Slide 15 - Quizvraag
Spreekwoord of uitdrukking?
Met je hoofd in de wolken lopen
A
spreekwoord
B
uitdrukking
Slide 16 - Quizvraag
Spreekwoord of uitdrukking?
Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens
A
spreekwoord
B
uitdrukking
Slide 17 - Quizvraag
Spreekwoord of uitdrukking?
Honger hebben als een paard
A
spreekwoord
B
uitdrukking
Slide 18 - Quizvraag
Spreekwoord of uitdrukking?
Zo sterk zijn als een leeuw
A
spreekwoord
B
uitdrukking
Slide 19 - Quizvraag
Spreekwoord of uitdrukking?
Wie A zegt, moet ook B zeggen
A
spreekwoord
B
uitdrukking
Slide 20 - Quizvraag
De appel valt niet ver van de boom
A
Appels worden geplukt van een boom
B
Appels vallen niet ver
C
Kinderen lijken vaak op hun ouders
D
Hele goede vrienden zijn
Slide 21 - Quizvraag
Geen kind hebben aan iemand
A
Kinderen lijken vaak op hun ouders
B
Geen last hebben van iemand
C
Jouw eigen kind of kinderen
D
Van iets wat je jong leert, heb je later veel voordeel
Slide 22 - Quizvraag
Met bloed, zweet en tranen
A
Boos zijn
B
Hard hijgen omdat je je hebt ingespannen
C
Iemand leuk vinden
D
Ergens veel moeite voor doen
Slide 23 - Quizvraag
Achter de wolken schijnt de zon
A
nare tijden zijn tijdelijk, het wordt beter
B
niet
C
en regent het
D
eventjes
Slide 24 - Quizvraag
Een ezel stoot zich niet tweemaal aan dezelfde steen
A
2x dezelfde fout dan ben je heel stom
B
want dat is slim
C
een ezel stoot zich niet
D
stoot zich vaker
Slide 25 - Quizvraag
Aan de slag
Opdrachten H6 woordenschat
Slide 26 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
H1 - Spreekwoorden en uitdrukkingen
Mei 2024
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 2
Woorden 6.3 - 2 kgt
Juni 2018
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 2
2TL Spreekwoorden en uitdrukkingen
Juni 2023
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Spreekwoorden gezegdes mavo april 2023
Maart 2024
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Spreekwoorden gezegdes mavo april 2023
April 2023
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
2TL Spreekwoorden en uitdrukkingen
Mei 2022
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Klas 2 3.5 Woorden
December 2023
- Les met
31 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
H3 - week 21 - Woordenschat H5 - Les 2
Mei 2021
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1,2