Zijn moeder schonk thee in. Bij het drinken slurpte ze zacht. Zijn vader bracht het kopje maar halverwege de mond tegemoet: hij stak het hoofd vooruit, spitste de lippen en dronk luid. ‘Heb je wel naar de kachel gekeken, meisje?’ vroeg hij. ‘Ja’, antwoordde Frits’ moeder, ‘hij praat al.’ Zijn vader kleedde zich, toen ze klaar waren, in de achterkamer verder aan en ging na een diepe zucht in een stoel bij de kachel zitten, met eenboek in de hand. Frits bekeek hem bij het zitten gaan. ‘Waarom die enorme zucht?’ dacht hij, ‘waarom voor blaasbalg spelen?’ Hij keek naar het hoofd met het zwarte, hier en daar vaal gekleurde haar, dat achterover was gekamd, de dikke lippen van de mond, die vermoeid glimlachte en de bruine handen met korte,dikke vingers, die langzaam, na voorzichtig tasten, de bladzijden omsloegen.De avonden, Gerard Reve