Hoofdstuk 1

Hoofdstuk 1
Beroepen in de Zorg en Welzijn 


1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 150 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1
Beroepen in de Zorg en Welzijn 


Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van dit hoofdstuk weet je meer over:

wat het profiel mens en omgeving inhoudt;
het werkveld zorg en welzijn;
de doelgroep waar je voor werkt.

Slide 2 - Tekstslide

Als medewerken verleen je zorg en ondersteuning aan verschillende doelgroepen.

Je werkt vaak met een specifieke doelgroep:
Kinderen
Jongeren
Volwassenen
Ouderen

Slide 3 - Tekstslide

Wat is nou precies het verschil tussen zorg en welzijn? 
  Zorg draait vooral om dat wat al in de naam staat: ‘Zorgen’. Dit kan zowel geestelijk als lichamelijk zijn, bijvoorbeeld in de verpleging en als tandartsassistent.  

Bij Welzijn draait het om ondersteuning en ‘je goed voelen’. Bijvoorbeeld als activiteitenbegeleider en jongerenwerker.  

Slide 4 - Tekstslide

Mens en Omgeving
Deelgebieden:
Schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden
Textielverzorging
Baliewerkzaamheden verrichten
Hulpmiddelen
Inrichten van een ruimte
   

Slide 5 - Tekstslide

Werken als verzorgende/KDV

Slide 6 - Tekstslide

Welke werkzaamheden zie je hier?

Slide 7 - Tekstslide

Facilitair medewerker (1.05)

Slide 8 - Tekstslide

Persoonlijke hygiëne

Slide 9 - Tekstslide

Schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden


HDL = huishoudelijke dagelijkse levensverrichtingen.
Als je professioneel schoonmaakt is het belangrijk om goed te kunnen plannen.

Slide 10 - Tekstslide

Schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden

Als je professioneel schoonmaakt is het belangrijk om volgens een vaste werkvolgorde aan werk te gaan.  
1. Veiligheid 
Gebruik de juiste beschermingsmiddelen wanneer je schoonmaak- en onderhoudstaken uitvoert. Handschoenen, schorten, mondkapjes. Je weet wat de verschillende veiligheidsprotocollen inhouden.  

2. Eet- en slaapkamers 
Begin in de slaapkamers van cliënten en maak daarna de eet- en zitruimtes schoon.  

3. Toilet en badkamer  
Schoonmaken en desinfecteren van de toiletten, wastafels en badkamers.  

4. Afval opruimen en prullenbakken schoonmaken 
Leeg alle vuilnisbakken in de verschillende ruimtes en zorg ervoor dat ze op de juiste manier worden afgevoerd. Vervang de vuilniszakken. Kijk of de buitenruimte ook schoon is.  








Slide 11 - Tekstslide

Schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden
5. Controleren
Controleer altijd of alle ruimtes schoon zijn. Controleer of je geen schoonmaakspullen hebt laten staan.

6. Persoonlijke bescherming verwijderen
Doe de beschermingsmiddelen zoals handschoenen op de juiste manier weg.   

Slide 12 - Tekstslide

Schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden

Een deel van de bacteriën is niet slecht voor je. Bacteriën helpen je bijvoorbeeld om het eten te verteren in je maag. Sommige bacteriën zijn wel slecht voor je en zorgen ervoor dat je ziek kunt worden. 

Bij een goede hygiëne is het daarom belangrijk om je handen te wassen. Als je in de zorg werkt wil je niet dat andere mensen ziek worden.

Door je handen te wassen verklein je de kans dat jij en anderen ziek worden. Om ervoor te zorgen dat je handen goed schoon zijn moet je deze minimaal 20 seconden wassen.  



Slide 13 - Tekstslide

Hygiëne

Slide 14 - Tekstslide

Textiel verzorgen

Het wassen van textiel is iets wat zorgvuldig moet gebeuren.
Je leert op een professionele manier de was doen, plannen en waar je verder allemaal op moet letten.

Slide 15 - Tekstslide

Textiel verzorgen

Textiel schoonmaken is een belangrijk onderdeel van huishoudelijke en professionele schoonmaakactiviteiten. Het gaat om het onderhouden van kleding, beddengoed, meubelstoffering, gordijnen en andere textielproducten. 

Hier zijn enkele basistips voor het schoonmaken van textiel: 
Sorteer wasgoed altijd op kleur, stof en was instructie. 
Gebruik de juiste middelen om vlekken te verwijderen.
Gebruik wasmiddel dat bedoeld is voor de juiste kleding. 
Pas de temperatuur aan naar het kledingstuk.
Laat de was drogen.  
Stofzuig tapijten om stof en vuil te verwijderen. 
Bewaar textiel producten op een koele en droge plaats om schimmel te voorkomen.


Slide 16 - Tekstslide

Baliewerkzaamheden verrichten

Je hebt een voorbeeldfunctie.
Het is belangrijk dat je cliënten, bezoekers en collega’s verder helpt.
Zorg dat je er netjes en verzorgd uitziet.
Als eerste persoon moet je een goede indruk achterlaten.

Slide 17 - Tekstslide

Baliewerkzaamheden

Slide 18 - Tekstslide

Baliewerkzaamheden verrichten

Je bent de eerste persoon die bezoekers zien en het is belangrijk om als organisatie een goede indruk achter te laten.

Dit is hoe je dat kan doen: 
Maak je oogcontact: Daarmee laat je zien dat je de bezoeker en degene die in degene die in de wachtrij staan hebt gezien. 
Stel vragen: Vraag aan de bezoeker waar je diegene mee kan helpen. Doe dit met open vragen dan kan een bezoeker zelf aangeven waar diegene mee geholpen wil worden.
Stel vragen die beginnen met wie, wat, wanneer, hoe. 

Zorg dat je een gastvrije houding hebt: Geef aan als het bijvoorbeeld iets langer duurt en bied de bezoeker iets te drinken aan. 
Ruim de werkplek goed op: Zorg ervoor dat de balie, receptie en de wachtruimte schoon en opgeruimd zijn. Dit zorgt voor een warm welkom voor de bezoeker en een goede uitstraling van het bedrijf waar jij voor werkt. 



Slide 19 - Tekstslide

Bedrijfskleding

Als baliemedewerker, verpleegkundige en andere contactberoepen draag je bedrijfskleding.  
Dit is niet alleen hygiënisch en veilig maar ook verplicht. Bedrijfskleding of een uniform zorgt dat je herkenbaar bent en er verzorgd uitziet.  
 
Bedrijfskleding in de zorg is belangrijk voor hygiëne, herkenbaarheid en veiligheid. Deze kleding beschermt je tegen infecties, en geeft je een professionele uitstraling, 


Slide 20 - Tekstslide

Hulpmiddelen

Technologische ontwikkeling
Traditionele hulpmiddelen
Je moet in staat zijn cliënten te helpen om met de nieuwe technische hulpmiddelen om te gaan.

Slide 21 - Tekstslide

Hulpmiddelen
Hulpmiddelen worden ingezet om het welzijn van de mensen te vergroten en het werk vaak lichter te maken
Technologische hulmiddelen. 
Tegenwoordig zie je steeds meer technologische ontwikkelingen. Deze technische tools en apps worden ingezet om het welzijn van de mensen te vergroten en het werk vaak lichter te maken. 


Slide 22 - Tekstslide

Hulpmiddelen

De traditionele hulpmiddelen ondersteunen niet alleen de mensen die de zorg nodig hebben maar ook de medewerkers. Er zijn verschillende hulpmiddelen, zoals een tillift die ervoor zorgen dat het werken niet te zwaar voor je rug is. 

Slide 23 - Tekstslide

Het gebruik van zorgtechnologie

Slide 24 - Tekstslide

Zorgrobot Tessa (1.15)

Slide 25 - Tekstslide

Inrichten van een ruimte

In de zorg is het belangrijk dat de ruimte waar je in leeft veilig en praktisch is ingericht.
Een ruimte voor ouderen moet niet te vol staan, geen losse kleedjes en kabels bevatten en een rookmelder hebben. Een rookmelder is een apparaatje dat alarm slaat na het waarnemen van rookdeeltjes en is verplicht in ieder huis.

 Dit allemaal voor de veiligheid.  
Aan een speelruimte voor een buitenschoolse opvang (BSO) worden weer andere eisen gesteld. Of het nu gaat om de huiskamer in een verzorgingshuis, de patiëntenkamer in een ziekenhuis of een kinderdagverblijf, de inrichting moet passend en veilig zijn. 




Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Opdracht 1.17 ruimte inrichten kinderdagverblijf

Slide 28 - Tekstslide

Maak de opdrachten van hoofdstuk 1

bladzijde 19 t/m 32
1.01, 1.03, 1.04, 1.08 en 1.11 niet
timer
1:00

Slide 29 - Tekstslide