7.5 Ademen en eten bij dieren

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Startopdracht:

Maak de opdracht die je krijgt in tweetallen. Dit is een schematische weergave van het verteringsstelsel. Gebruik blz. 56 en 57.

7.5 deel 1

- Je kunt het verband aangeven tussen het soort voedsel en de vorm van het gebit van dieren.

- Je kunt het verband aangeven tussen het soort voedsel en het verteringsstelsel van dieren.

- Je kunt uitleggen hoe reptielen, vogels en zoogdieren ademhalen.

Gebitten

planteneter (herbivoor): plooikiezen

vleeseter (carnivoor): knipkiezen

alleseter (omnivoor): knobbelkiezen

Kauwen

- Planten hebben taaie celwanden (cellulose). Herbivoren malen het voedsel

- Dierlijke cellen hebben geen celwand. De knipkiezen van carnivoren werken als schaar. 

- Omnivoren kunnen hun eten malen met de kiezen en knippen met de snij- en hoektanden

Het verteringsstelsel

- Herbivoren hebben het langste verteringsstelsel om te herkauwen --> voedingsvezels te verteren. (20x eigen lichaamslengte)

- Carnivoren hebben het kortste verteringsstelsel. 

(4x eigen lichaamslengte)

- Omnivoren hebben een verteringsstelsel dat er tussenin zit. (5x eigen lichaamslengte)

Startopdracht:

Lees blz. 69. Doe dit alleen en in stilte.

7.5 deel 2

- Je kunt uitleggen hoe vissen ademhalen.

- Je kunt uitleggen hoe insecten ademhalen.

- Je kunt uitleggen hoe amfibieën ademhalen.

Ademhaling bij vissen

Kieuwen: ademhalingsorganen van de vis.

Kieuw -> kieuwboog -> kieuwplaatjes -> lamellen 

Door de lamellen stroomt bloed in de haarvaten. Hier vindt gaswisseling plaats doordat water tussen de kieuwbogen stroomt. 

Ademhaling insecten

Tracheeën: buizen door het lichaam van een insect die functioneren als ademhalingsorganen

Stigmata (enkelvoud stigma): ''gaatjes'' langs het lichaam waar gaswisseling plaatsvindt (02 wordt opgenomen, CO2 word afgegeven)

Ademhaling bij amfibieën

In het water via de huid

Op het land door middel van longen

Diffusie

Diffusie: stoffen gaan van een plek met een hoge concentratie -> lage concentratie

Bv. hoge concentratie O2 in de lucht, dus 02 gaan van de lucht naar de lichaamscellen van de insect. 

Voor CO2 geldt dit juist andersom!

Maken

Eerste 8 minuten in stilte

Zelf bestuderen/doorlezen: 7.5

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna leren voor de toets (7.1 t/m 7.5):

maken examentrainer (boek)!, samenvatting, test jezelf, oefenen biologiepagina.nl, slimstampen (online methode)