In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Mentorles 7 jan.
welkom Britt
i.w.j.w.d. (vakantieverhalen)
i.w.j.w.v.
nieuwe plattegrond (o.v.)
huiswerk plannen
Les geluk
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Pak je agenda
Wat staat er op de planning?
Slide 4 - Tekstslide
https:
Slide 5 - Link
GELUK
Iedereen wil graag gelukkig zijn. Maar wat is geluk precies? En hoe wordt je gelukkig? Bijvoorbeeld van geld, van mooie kleren of van liefde?
Gelukkig zijn is niet altijd even gemakkelijk. In deze les leer je wat je er zelf aan kan doen.
Slide 6 - Tekstslide
Jouw geluk
Geluk begint bij jezelf. Je wordt misschien blij van sporten, van vakantie of van vrienden. Als je genoeg tijd besteedt aan de dingen waar je blij van wordt, zorgt dat voor jouw geluk.
Slide 7 - Tekstslide
Hoe gelukkig ben jij?
Geef jezelf een cijfer van 1 tot 10
( 1 = helemaal niet gelukkig;
10 = ontzettend gelukkig).
Schrijf jouw gelukscijfer op een apart briefje met je naam erbij. Vouw het dan op. Mentor komt het straks ophalen.
Slide 8 - Tekstslide
Mindmap geluk
Waar word jij gelukkig van?
Bijvoorbeeld mooi weer, muziek luisteren, vrienden om me heen, met m'n hond door het bos lopen.
Slide 9 - Tekstslide
Defenitie geluk
In groepjes vertellen jullie elkaar waar je gelukkig van wordt. Samen bedenken jullie daarna een definitie voor geluk.
Geluk is .....................
Slide 10 - Tekstslide
Gelukscijfer
Wat is het gemiddelde gelukscijfer van de klas?
Slide 11 - Tekstslide
Feiten en fabeltjes
Ben je gelukkiger als je veel geld hebt? Als je een 10 voor je toets haalt in plaats van een 5? Of als je dunner of mooier zou zijn? Veel mensen denken van wel. Ze denken dat ze gelukkiger zullen zijn als hun omstandigheden veranderen.
Maar onderzoek wijst uit dat dit niet altijd zo is.
Slide 12 - Tekstslide
Feiten en fabeltjes
Pak jouw Ipad en doe mee met de quiz:
Welke beweringen zijn een fabeltje en welke een feit?
Slide 13 - Tekstslide
Geld maakt gelukkig
A
feit
B
fabel
Slide 14 - Quizvraag
Slimme mensen zijn gelukkiger dan minder slimme mensen.
A
feit
B
fabel
Slide 15 - Quizvraag
Goede vrienden zijn onmisbaar voor geluk.
A
feit
B
fabel
Slide 16 - Quizvraag
Mooie mensen zijn gelukkiger dan minder mooie mensen.
A
feit
B
fabel
Slide 17 - Quizvraag
Jonge mensen zijn gelukkiger dan oude mensen.
A
feit
B
fabel
Slide 18 - Quizvraag
Ouders met kinderen zijn gelukkiger dan mensen zonder kinderen.
A
feit
B
fabel
Slide 19 - Quizvraag
Gezonde mensen zijn gelukkiger dan mensen die ziek zijn.
A
feit
B
fabel
Slide 20 - Quizvraag
Gelukkige mensen leven langer.
A
feit
B
fabel
Slide 21 - Quizvraag
Tips voor geluk
Slide 22 - Tekstslide
Tip 1
Bedenk dat elk probleem altjd minstens drie oplossingen heeft! Als je dat weet, heb je meer controle over situaties en dat voelt goed.
Slide 23 - Tekstslide
Tip 2
Help andere mensen. Als je iemand ander blij maakt, geeft dat je een goed gevoel.
Slide 24 - Tekstslide
Tip 3
Houd een week lang een goed-nieuws- dagboek bij. Schrijf daarin elke dag minimaal drie dingen die je die dag goed hebt gedaan.
Slide 25 - Tekstslide
Tip 4
Lach elke dag minstens één keer. Kijk een grappige serie op tv, vertel een mop. Als je het leven met humor benadert, voel je je beter.
Slide 26 - Tekstslide
Tip 5
Ga sporten! Als je sport komen er bepaalde stofjes vrij in je hersenen (endorfines). Daarvan krijg je een prettig gevoel.
Slide 27 - Tekstslide
Tip 6
Doe elke dag iets wat je moeilijk of eng vindt. Dan kun je trots zijn op jezelf en dat voelt fijn.
Slide 28 - Tekstslide
Tip 7
Maak een lijstje van dingen waar je dankbaar voor bent. Kijk daarnaar als je je rot voelt.
Slide 29 - Tekstslide
Tip 8
Doe alsof. Ga rechtop staan, glimlach naar mensen. Met een zelfverzekerde en vriendelijke houding, voel je je vanzelf beter.
Slide 30 - Tekstslide
Tip 9
Maak elke dag tijd vrij om dingen te doen waar jij echt blj van wordt (muziek luisteren, kletsen met vrienden etc.)
Slide 31 - Tekstslide
Tip 10
Maak een lijstje van dingen waar je goed in bent. Dat geeft je zelfvertrouwen en zelfverzekerde mensen zijn gelukkiger.