NK, Kapitel 1, les 3, week 37

Willkommen im Deutschunterricht
Heute ist Dienstag der 10. September
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Willkommen im Deutschunterricht
Heute ist Dienstag der 10. September

Slide 1 - Tekstslide

Lernziel(e)
1. Weet je wat een persoonlijk voornaamwoord is.
2. Kun je opdrachten maken waarin je het werkwoord sein invult. 
3. Kun je een Duitse tekst begrijpen en hierover opdrachten maken. 

Slide 2 - Tekstslide

Programma:
Deel 1:
* Korte herhaling die 5 Merkmale der deutschen Sprache. 
* Nakijken HW
* uitleg persoonlijk vnw en het werkwoord sein

Deel 2:
*  Samen de tekst lezen
*  zelfstandig aan het werk

Slide 3 - Tekstslide

Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?
Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?

Slide 4 - Tekstslide

Ken je onze afspraken nog?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

HUISWERK nakijken
1. Maak online de opdrachten van "Die erste Stunde"
2. Maak in je BOEK van Kapitel 1, B Wortschatz ->
    Aufgabe 4, 5, 6, 7a, 
3. Oefen online de woorden NL-DU met slim stampen

Slide 8 - Tekstslide

Aufgabe 4
1 Niederlande
2 Deutschland
3 Österreich
4 Schweiz
b Eigen antwoord, bijvoorbeeld: Hallo, ich bin Sem aus den Niederlanden.


Slide 9 - Tekstslide

Aufgabe 5

Slide 10 - Tekstslide

Aufgabe 6

Slide 11 - Tekstslide

Aufgabe 7
1 eins
2 zwei
3 drei
4 vier
5 fünf
6 sechs
7 sieben
8 acht
9 neun
10 zehn



11 elf
12 zwölf
13 dreizehn
14 vierzehn
15 fünfzehn
16 sechzehn
17 siebzehn
18 achtzehn
19 neunzehn
20 zwanzig


Slide 12 - Tekstslide

Wie weet wat in de Duitse taal anders is als bij de Nederlandse?

Slide 13 - Tekstslide

1. 
Das Eszet / Ringel s   

Slide 14 - Tekstslide

2. 
Zelfstandige naamwoorden
 schrijf je met een hoofdletter

Slide 15 - Tekstslide

3. 
Het Duits heeft 3 lidwoorden

Slide 16 - Tekstslide

4.
In het Duits krijg je vier naamvallen

Slide 17 - Tekstslide

5.
In het Duits gebruiken ze een Umlaut
Deze zorgt voor een klankverandering
bv: der Bruder  - die Brüder

Alleen te vinden op klinkers in 
het woord :     AUTO

Slide 18 - Tekstslide

Grammatica van hoofdstuk 1:

Het persoonlijk voornaamwoord en het werkwoord zijn:   
" sein"

Dit moet je uit je hoofd leren!!!

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Link

Schrijf dit over in je schrift!

Slide 22 - Tekstslide

Das Lied "sein"

Slide 23 - Tekstslide

An die Arbeit 
1. Maak in je boek Aufgabe 10, 11, 12


Slide 24 - Tekstslide

Deel 2
We lezen samen de tekst van K1, C Lesen

Slide 25 - Tekstslide

An die Arbeit 
1. Maak in je BOEK van Kapitel 1, B Wortschatz
    Aufgabe 4, 5, 6, 7a, 8, 9



Slide 26 - Tekstslide

Hausaufgaben
1. Maak online de opdrachten van "Die erste Stunde"
2. Maak in je BOEK van Kapitel 1, C lesen->
    Aufgabe 8, 9
3. Maak in je BOEK de opdrachten van Kapitel 1, D Grammatik
    Aufgabe Aufgabe 10, 11, 12
3. Oefen online de woorden NL-DU met slim stampen


Slide 27 - Tekstslide

Kijk nu terug naar de lesdoelen:
1. Weet je wat een persoonlijk voornaamwoord is.
2. Kun je opdrachten maken waarin je het werkwoord sein invult.
3. Kun je een Duitse tekst begrijpen en hierover opdrachten maken. 

Slide 28 - Tekstslide

Hausaufgaben für nächste Woche, Kapitel 3

1.  Leren: werkwoorden haben / sein
                    zwakke werkwoorden tegenwoordige tijd
                    leren Wörterliste A, S. 41

2. Maken van Kap. 3:  
     3.3 t/m 3.6, 4.3,  5.2, 6.4, 8.2 , 19.4

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide