V5-2 Opdracht Romantiek
1 / 14
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Waarom waren sprookjes en griezelverhalen in de 19e eeuw zo populair?
Slide 3 - Open vraag
Romantische kenmerken in 'Blauwbaard' van Charles Perrault:
Slide 4 - Open vraag
Romantische kenmerken in 'Blauw' van Annet Schaap:
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Tekstslide
In welke historische periode vinden de gebeurtenissen in het gedicht plaats?
Slide 7 - Open vraag
De vijf strofen beginnen steeds met bijna dezelfde twee dichtregels en het rijmpaar (aa).
stormwinde gierde met dof gedruis (5x)
strofe 1: ik dwaalde treurig om Ada's huis
strofe 2: ik dwaalde grimmig
ik rende razend
'k doorstart de bruigom
en 'k dwaal weer treurigWat is hiervan de functie?
stormwinde gierde met dof gedruis (5x)
strofe 1: ik dwaalde treurig om Ada's huis
strofe 2: ik dwaalde grimmig
ik rende razend
'k doorstart de bruigom
en 'k dwaal weer treurigWat is hiervan de functie?
Slide 8 - Open vraag
Leg de relatie uit tussen de stormwind en de gemoedstoestand van de ik-figuur
Slide 9 - Open vraag
Noem vier kenmerken van romantische literaire teksten die je in dit gedicht herkent
Slide 10 - Open vraag
Wat gebeurt er in strofe 4 en 5 met Ada?
Slide 11 - Open vraag
Wat gebeurt er in strofe 5 met de ik-figuur?
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Geef drie voorbeelden van humor in dit gedicht:
