Bepaald of onbepaald?
Bij bepaalde lidwoorden heb je het over één specifieke (bepaalde dus) persoon of voorwerp, of meerdere:
Les professeurs
De leraren (die op het Stanislas werken)
Les soeurs
De zussen (van mijn vriendin)
Les hôtels
De hotels (die zwembaden hebben)
Je weet welke!
Bij
onbepaalde lidwoorden heb je het altijd over (zomaar) een persoon of voorwerp:
Des professeurs
(zomaar) leraren
des soeurs
zussen
des hôtels
hotels
Het maakt niet uit welke!
Wij hebben dan dus geen lidwoord!