4.5 en 4.6 Energiegebruik en duurzame landbouw

4.5 Energieverbruik






2HV
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.5 Energieverbruik






2HV

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet wat de betekenis is van energietransitie, circulaire economie en afvalvoetafdruk.
  • Je begrijpt waarom het belangrijk is dat er een energietransitie komt.
  • Je kunt het verschil tussen draagkracht en de ecologische voetafdruk aflezen en benoemen.

Slide 2 - Tekstslide

De gemiddelde ecologische voetafdruk van een Nederlander is ongeveer 5 ha.
Wij gebruiken in gemiddeld meer / minder ruimte dan Nederland (4.154.300 ha) groot is.​
A
meer
B
minder

Slide 3 - Quizvraag

Energie
Een groot deel van die voetafdruk bestaat uit het gebruik van fossiele energiebronnen.  

Al deze natuurlijke hulpbronnen raken uiteindelijk op. 

Daarom moeten we omschakelen naar andere vormen van energie.

Slide 4 - Tekstslide

Schoon wonen
Huizen die nieuw gebouwd worden, hebben vaak geen gasaansluiting meer. Voor verwarming en voor het koken wordt elektriciteit gebruikt. 

Dat is  niet per se beter voor het milieu. Het hangt er van af hoe die stroom wordt opgewekt. 

Slide 5 - Tekstslide

Schoon wonen
Het is beter voor het milieu als je groene stroom gebruikt. Dat is zonne-energie, warmtepomp en vaak windenergie. 

Je kunt er ook voor kiezen om je huis energieneutraal te maken. Dat betekent dat het huis net zo veel energie opwekt als er verbruikt wordt. 

Slide 6 - Tekstslide

In dit huis wordt net zoveel energie opgewekt als de mensen gebruiken. Dit huis is​
A
energiezuinig
B
energieneutraal
C
energievriendelijk
D
energievretend

Slide 7 - Quizvraag

Wanneer je huis niet energieneutraal is, kun je toch iets doen aan een duurzamere wereld.

Welke stroom is beter voor het milieu?
A
aardgas
B
groene stroom
C
groengas
D
steenkool

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Schoon wonen​
Overschakelen van het gebruik van fossiele energie naar duurzame energie, bijvoorbeeld zonne-energie, windenergie heet - 

  • energietransitie​ 

Slide 10 - Tekstslide

Zuinig wonen
Naast schoon wonen kun je er ook voor zorgen dat je minder energie gaat gebruiken. Op welke manier?​

  • isoleren van het huis

Op welke manier draagt isolatie bij aan het gebruik van minder energie?​
  • het kost minder energie om het huis te verwarmen omdat de warmte niet verdwijnt.​



Slide 11 - Tekstslide

Schoner transport
Andere vormen van vervoer kunnen ook bijdrage aan vermindering van CO2 uitstoot. 

  • Welke vervoersmiddelen stoten veel CO2 uit?​

Slide 12 - Tekstslide

Op welke manier kan vervoer van deze 
       vervoersmiddelen duurzamer ?
auto​'s
vliegtuig
vrachtwagen 
schepen​
elektriciteit als energiebron en thuiswerken​
motoren energiezuiniger maken​
dichter bij huis produceren​

Slide 13 - Sleepvraag

Hergebruik
Een goede manier om te zorgen voor minder transport is​ recyclen en hergebruiken. Door hergebruik verminder je de​
  • afvalvoetafdruk 

Wanneer er veel nieuwe grondstoffen worden gebruikt en weinig hergebruik plaats vindt is er sprake van een​
  • lineaire economie


​​ 

Slide 14 - Tekstslide

Hergebruik
Wanneer er van veel hergebruik van grondstoffen sprake is en weinig toevoeging van nieuwe gewonnen grondstoffen dan spreken wij van een
  • circulaire economie 

Slide 15 - Tekstslide

Door hergebruik van grondstoffen zorg je voor een circulaire economie. In zo’n economie worden veel grondstoffen hergebruikt en blijft er weinig afval over.

Slide 16 - Tekstslide

4.6 Op naar duurzame landbouw

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet dat de Nederlandse landbouw hoge opbrengsten heeft, maar dat dat niet altijd duurzaam is.
  • Je begrijpt hoe het komt dat qua energie, vervuiling, water en transport de intensieve landbouw niet echt duurzaam is.
  • Je kunt beredeneren waarom biologische producten duurder zijn dan reguliere landbouwproducten.

Slide 18 - Tekstslide

DE PLANTAARDIGE BIEFSTUK KOMT ERAAN!
Zou je vleesgerechten willen omruilen naar alternatieven?
Nee, absoluut niet
Ja, heel graag.
Dat weet ik nog niet

Slide 19 - Poll

Als het gaat om de export van landbouwproducten is Nederland de één na grootste exporteur in de wereld.​

​Dat kan alleen als boeren in Nederland intensieve landbouw bedrijven.​

Slide 20 - Tekstslide

Intensieve landbouw in NL 
Monocultuur
Pesticiden
Kunstmest
Hoge productie
Export
Uitputting grond
Los van seizoen
We kunnen alles krijgen
Intensieve landbouw: Landbouw met een hoge opbrengst per hectare of per dier.

Slide 21 - Tekstslide

Duurzaam landbouw?
Je kunt je afvragen of intensieve landbouw een duurzame manier van produceren is.​


Nadelen:​

  • telen in kassen kost veel energie (vooral aardgas)​
  • veelal sprake van monocultuur​
  • gebruik van chemische stoffen ​> verdwijnen van insecten en andere dieren
  • gebruik van kunstmest > vervuiling​



Slide 22 - Tekstslide

Bodemleven zorgt dat we keer op keer kunnen blijven verbouwen. Bij intensieve landbouw verdwijnt het bodemleven door gebruik van pesticides. Ook bijen gaan hier dood van.

Slide 23 - Tekstslide

Waarom is de bij zo belangrijk?

Slide 24 - Tekstslide

Duurzaam?
In veel veevoer en voedsel wordt soja verwerkt.​ 

  • In welke delen van de wereld staan vele sojaplantages?​

  • Waarom zijn sojaplantages vaak niet duurzaam?​

Slide 25 - Tekstslide

Waarom zijn sojaplantages vaak niet duurzaam?​

Slide 26 - Open vraag

Sommige producten kunnen niet het hele jaar door in Nederland verbouwd worden vanwege het klimaat.​
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Paprika’s groeien van oorsprong in Nederland.​
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Aardbeien uit Nederland die je in de winter in de supermarkt koopt zijn duurzaam.​
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Producten die dichtbij zijn verbouwd dragen bij aan een kleine ecologische voetafdruk.​
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quizvraag

Duurzame landbouw​
Landbouw waarbij boeren letten op welzijn van dieren en gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen beperken is​
 

  • biologische landbouw

Slide 31 - Tekstslide