§ 2 Dieren

Paragraaf 2: Dierenrijk
We kunnen ook het dierenrijk indelen. Daarbij letten we op een aantal kenmerken:

- Hebben ze wel/geen celwanden,celkernen, bladgroenkorrels?
- Zijn ze symmetrisch, hebben ze een skelet? 

Dat ga je in dit hoofdstuk leren.


1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 2: Dierenrijk
We kunnen ook het dierenrijk indelen. Daarbij letten we op een aantal kenmerken:

- Hebben ze wel/geen celwanden,celkernen, bladgroenkorrels?
- Zijn ze symmetrisch, hebben ze een skelet? 

Dat ga je in dit hoofdstuk leren.


Slide 1 - Tekstslide

Even herhalen:

Slide 2 - Tekstslide

Na deze paragraaf;
Kun je het dierenrijk indelen in zes afdelingen;
1 Holtedieren 
2 Wormen 
3 Weekdieren 
4 Geleedpotigen 
5 Stekelhuidigen 
6 Gewervelden.

Kun je de gewervelden indelen in vijf klassen;
1 Amfibieën 
2 Reptielen 
3 Vissen 
4 Vogels 
5 Zoogdieren.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Kenmerken van dieren.
Dieren hebben celkernen in hun cellen.
Dieren hebben geen celwanden en bladgroenkorrels in hun cellen.
 
Als twee helften van een dier ongeveer gelijk zijn noemen we dat symmetrisch. Als dat niet kan noemen we dat asymmetrisch. 
Sommige dieren hebben geen skelet, sommigen een uitwenidig skelet, sommigen een inwendig skelet (de mens bijvoorbeeld).

Slide 5 - Tekstslide

Indeling van het Dierenrijk
Bij deze indeling gebruiken we als kenmerk waar we op letten;
Skelet en Symmetrie
1 Holtedieren
2 Wormen
3 Weekdieren
4 Geleedpotigen
5 Stekelhuidigen
6 Gewervelden

Slide 6 - Tekstslide

Symmetrie
Bekijk het filmpje op  de volgende dia.
Hierin wordt uitgelegd welke vormen van symmetrie we kennen.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Bekijk het fimpje op de volgende dia.
Let op; je bekijkt alleen het begin van het filmpje.
Na 1 min. 15 sec. mag je hem afzetten.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Ook bij de dieren letten we op bepaalde celken-merken.
Geef aan welk antwoord goed is.
Dierlijke cellen hebben;
A
wel celkernen, wel celwanden, wel bladgroenkorrels
B
geen celkernen, geen celwanden, geen bladgroenkorrels
C
wel bladgroenkorrels, geen celkernen, geen celwanden
D
wel celkernen, geen celwanden, geen bladgroenkorrels

Slide 11 - Quizvraag

Klopt de volgende uitspraak?

Een mens is tweezijdig symmetrisch.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Klopt de volgende bewering?

Een muis is veelzijdig symmetrisch.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Klopt de volgende bewering?

Een vlieg heeft geen skelet.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Klopt de volgende bewering?

Vissen hebben een uitwendig skelet.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Klopt de volgende bewering?

Een hond heeft een inwendig skelet.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Vissen, amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren
behoren tot de afdeling van de;
A
Gewervelden
B
Stekelhuidigen
C
Weekdieren
D
Geleedpotigen

Slide 17 - Quizvraag

Welke van de afdelingen hebben geen skelet?
A
Gewervelden en stekelhuidigen
B
Holtedieren en wormen
C
Wormen en weekdieren
D
Weekdieren en geleedpotigen

Slide 18 - Quizvraag

Samenvatting

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk
BK: Lees 139 en maak opdracht 1 t/m 5.  
KGT: Lees 160 t/m 163 en maak opdracht 1 t/m 5 (5 krijg je kado)

Volgende les herhaal je deze lessonup en dan maak je:
BK en KGT: opdracht 6 t/m 9
Succes!

Slide 20 - Tekstslide