4H thema 7 basisstof 1

Ecologie
4 Havo
Thema 7
Basisstof 1
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Ecologie
4 Havo
Thema 7
Basisstof 1

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Intro thema ecologie: de Marker wadden
  • Leerdoelen van deze les
  • Abiotische/biotische factoren
  • Ecosystem engineers
  • Evenwicht in systemen

Slide 2 - Tekstslide

Wat is natuur?
Wat natuur is, is voor iedereen anders. Voor sommige zijn alleen ecosystemen die volledig ongerept (onaangetast door mensen) zijn natuur, voor anderen is zelfs een plukje gras dat tussen de stoeptegels uitpiekt natuur. 

Van Dale woordenboek: natuur = dat wat de mens om zich heen ziet als niet door hem gewijzigd.


Slide 3 - Tekstslide

Marker wadden
In 2016 is Natuurmonumenten gestart met de aanleg van een eilanden groep in het Markermeer om kwetsbare watervogels de ruimte te geven.

Bekijk het filmpje op de volgende slide en beantwoord daarna de vragen.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

1. Zijn de Marker wadden 'natuur' volgens Van Dale?
2. Wat vind je zelf van de Marker wadden? Is het 'natuur'? Waarom wel/niet?

Slide 6 - Open vraag

Marker wadden: één nieuw ecosysteem?
Voor de aanleg --> alleen water
Na aanleg --> duingebied, grasland, ondiepe plassen, wellicht ooit bosgebied

Hiermee zijn meerdere nieuwe ecosystemen gecreërd, maar wat is een ecosysteem nou eigenlijk?

Slide 7 - Tekstslide

= een begrensde eenheid, waarin een wisselwerking tussen de verschillende onderdelen optreedt. (bijvoorbeeld een beek of sloot) 
 
Er komen binnen elk klimaat verschillende natuurlijk begrensde ecosystemen voor, zoals bosgebieden, graslanden, woestijnen, en waterplassen. 

Ecosysteem

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je:
  • beschrijven wat een ecosysteem is
  • in de natuur biotisch en abiotische factoren onderscheiden
  • de ontwikkelingen van een ecosysteem als een dynamisch proces beschrijven

Slide 9 - Tekstslide

(a)biotische factoren
De omstandigheden die je in een biotoop vind, noem je factoren.
Factoren kunnen biotisch of abiotisch zijn. 

Biotische factoren 
zijn levende factoren, zoals voedsel, soortgenoten en planten. 

Abiotische factoren zijn niet levende factoren, zoals het weer, 
de zon en aanwezigheid van water.

Slide 10 - Tekstslide

Noem ten minste drie abiotische factoren die mogelijk verschillen tussen een bos en heidegebied.

Slide 11 - Open vraag

Noem twee biotische en twee abiotische factoren waar de reiger in de afbeelding hiernaast door wordt beïnvloeden. Dit kunnen ook dingen zijn die niet op het plaatje staan.

Slide 12 - Open vraag

Ecosystem engineers
Je hebt nu geleerd dat organismen worden beïnvloed door hun levensomstandigheden (abiotische/biotische factoren). Sommige organismen (zowel planten als dieren) kunnen ook hun omgeving veranderen.

Bijvoorbeeld de bever die door het bouwen van een dam ervoor zorgt dat het waterpeil stijgt.

Deze organismen worden ecosystem engineers genoemd.

Slide 13 - Tekstslide

Verschuivend evenwicht

Slide 14 - Tekstslide

Evenwichten in ecosystemen
Een ecosysteem is een zelfstandig systeem dat in evenwicht (stabiel) is. Soms heeft een systeem twee stabiele situaties (zoals hiernaast):
1. helder water met vissen en waterplante
2. troebel water, waar veel vis- en plantsoorten niet in kunnen leven.

Beide situaties zijn stabiel (houden zichzelf in stand). Maar door ingrijpen kan het veranderen.

Slide 15 - Tekstslide

Evenwichten in ecosystemen
Bekijk afb. 6 .1 en 6.2 in je boek. 

Het heldere systeem kan omslaan in het troebele systeem  door toevoeging van meststoffen (nitraten en fosfaten). Als het water de kritische troebelheid (ookwel kantelpunt genoemd) passeert, slaat het evenwicht om --> algen groeien snel en daardoor verdwijnen water planten en dieren.

Teruggaan naar het systeem met helder water is lastiger omdat waterplanten en dieren al verdwenen zijn. De hoeveelheid meststoffen moet daarvoor verder verlaagd worden om de kritische troebelheid weer te bereiken (afb. 6.2).

Slide 16 - Tekstslide

Zelf werken uit het boek
Lees:
- Basisstof 1: blz. 140-144

Maak:
- Opdracht 1 en 2

Slide 17 - Tekstslide

Wat vond je lastig in deze les?
Welke vraag/vragen heb je nu?

Slide 18 - Open vraag

Afsluiting
Heb je de leerdoelen behaald?
Aan het einde van de les kun je: 
  • beschrijven wat een ecosysteem is
  • in de natuur biotisch en abiotische factoren onderscheiden
  • de ontwikkelingen van een ecosysteem als een dynamisch proces beschrijven

Volgende les gaan we het hebben over wat ecologen onderzoeken, welke organisatie niveaus we binnen de ecologie onderscheiden en wat voor een verstoringen effect kunnen hebben op de natuur in Nederland.

Slide 19 - Tekstslide