Oefenen SO1 K3 V2

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Übungen SO Kapitel 3

Das ist Lecker!

We gaan de onderdelen herhalen die op de SO komen.

Hoeveel weet jij al?

Schrijf één Duits woord, dat je je kunt herinneren uit de woordenlijsten.

Die Wörterlisten

A & B

De appel is gezond.

De broodjes zijn lekker.

Het ontbijt is zoet.

Eet smakelijk!

Het mes

1. die Gabel
2. der Löffel
3. das Messer

De lepel

1. die Gabel
2. der Löffel
3. das Messer

De vork

1. die Gabel
2. der Löffel
3. das Messer

De ober proeft de koffie.

De sinaasappelsap drinken.

Groente en fruit eten.

Grammatik C

Weten we het nog?

Grammatik C gaat over uitgangen die je plaatst achter een 'ein' en andere woorden uit de Ein-Gruppe.

Waarvan hangt de uitgang van de Ein-Gruppe af?

1. op welke plek in de zin het zelfst. naamw. staat.
2. Welk geslacht het zelfst. naamw. heeft dat erachter staat.
3. Of ze zin in de tegenwoordige of verleden tijd geschreven staat.

Afhankelijk van het zelfstandig naamwoord, past het woord uit de Ein-Gruppe zich aan:

Maak de combinatie juist:
Der Apfel + kein

Die Kartoffeln + sein

Die Kinder + euer

Der Honig + Ihr

Das Brot + dein

Vertaal het woord uit de Ein-Gruppe.
Ihr (let op: hoofdletter)

euer

sein

kein

unser