Recap present simple

Welcome everyone!
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welcome everyone!

Slide 1 - Tekstslide

Welcome

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je nog van..
1. De present simple.

Slide 3 - Tekstslide

De present simple noem je in het Nederlands
A
De verleden tijd.
B
De tegenwoordige tijd.
C
De toekomstige tijd.
D
De voltooid verleden tijd.

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wat was de SHIT-regel ook al weer?

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Welke zin staat in de present simple?
A
I walk to school.
B
I walked to school.
C
I am walking to school.
D
I was walking to school.

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

He ..... (to call) his friend.
A
call
B
calls

Slide 15 - Quizvraag

We often ........... (to talk) about or holiday.
A
talk
B
talks

Slide 16 - Quizvraag

It ....... (to start) in 10 minutes.
A
start
B
starts

Slide 17 - Quizvraag

I never ....... (to wear) this dress to school.
A
wear
B
wears

Slide 18 - Quizvraag

Vertaal in het Engels, gebruik de present simple:
Zij loopt naar school.

Slide 19 - Open vraag

Vertaal in het Engels, gebruik de present simple:
Wij lopen naar school.

Slide 20 - Open vraag

Wat is de shitregel ook al weer?

Slide 21 - Open vraag

Als een werkwoord eindigt op medeklinker -y, dan verandert de Y bij He, she en It in
carry
study
hurry
cry
carrIES
studIES
hurrIES
crIES
Als een werkwoord eindigt op een klinker -y
play
buy
playS
buyS

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Eindigt een werkwoord op een S, Z, CH of X (alles met een S-klank) dan komt er bij He/She en IT -es achter het werkwoord. 

  • I watch TV
  • My brother watches TV

  • We mix all the ingredients for the cake. 
  • She mixes all the ingredients for the cake.

Slide 24 - Tekstslide

Wat gebeurt er met een werkwoord dat eindigt op een y?

Slide 25 - Open vraag

Welke zin is goed?
A
He trys to help.
B
He try's to help
C
He treis to help.
D
He tries to help.

Slide 26 - Quizvraag

I ........ my girlfriend.
A
Kiss
B
Kisses

Slide 27 - Quizvraag

Vertaal in het Engels:
Zij kust haar vriendje.

Slide 28 - Open vraag

Vertaal in het Engels:
Hij zwemt elke ochtend.

Slide 29 - Open vraag

Slide 30 - Tekstslide

Vertaal in het Engels:
Hij maakt zijn huiswerk.

Slide 31 - Open vraag

Slide 32 - Tekstslide

Vertaal de zin:
Zij doet haar huiswerk in de avond.

Slide 33 - Open vraag

He ........ his homework in the evening
A
do
B
does
C
dos
D
do's

Slide 34 - Quizvraag

Vragen maken met de present simple!

Slide 35 - Tekstslide

Maak een vraagzin:
We see a dog.

Slide 36 - Open vraag

De regel:
Bij een Engelse vraagzin hoef je de volgorde niet te veranderen!
Bij I, you, we en they zet je het woord DO vooraan de zin.

  • They make pancakes.
  • Do they make pancakes?
  • I watch a film.
  • Do I watch a film?

Slide 37 - Tekstslide

Let op!
Bij He, She en It moet je Does voor aan de zin zetten en de S achter het werkwoord weghalen. 
  • He likes his shoes.
  • Does he like his shoes?

Slide 38 - Tekstslide

Maak een vraagzin:
She knows the answer.

Slide 39 - Open vraag

Slide 40 - Tekstslide

Vertaal in het Engels:
Hij speelt elke week tennis.

Slide 41 - Open vraag

Ik weet weer hoe de present simple werkt en hoe ik hem moet toepassen
Helemaal mee eens
Ik denk het wel maar ik wil het nog wel een keer uitgelegd krijgen
Ik vind het nog best wel moeilijk

Slide 42 - Poll