H3.5 Wat bleef er over?

Grieken en Romeinen




Geschiedenis - kader 1
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Grieken en Romeinen




Geschiedenis - kader 1

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les weet je...

...je weet hoe het Romeinse Rijk uiteen viel. (R)
...je kan benoemen wat er nu nog van over is. (T1)

Slide 2 - Tekstslide

Wat is wat?
Dikgedrukt = een begrip
schuin = moeilijk woord

uitleg van begrip
Hierin staat de uitleg van het begrip. Schrijf het begrip en de betekenis op in je schrift.
uitleg van moeilijk woord
Hierin staat de uitleg van het moeilijke woord. Schrijf het op in je schrift.
uitleg
Hierin staat de uitleg over een bepaald onderwerp.

Slide 3 - Tekstslide

Bron 22: De Grote Volksverhuizingen

Slide 4 - Tekstslide

Problemen van buitenaf...
In 395 kwam het Romeinse Rijk in grote problemen terecht. 
(1) Vanuit het oosten vielen vreemde volkeren (barbaren) aan, o.l.v. de Hunnen. Het gevolg hiervan was dat het Romeinse Rijk werd verdeeld in twee delen.
barbaren
Volken die woest en onbeschaafd gevonden werden

Slide 5 - Tekstslide

Het Romeinse Rijk wordt gesplitst
In 395 werd Romeinse Rijk verdeeld in twee delen:
West-Romeinse Rijk
Rome bleef hoofdstad
Latijn was de belangrijkste taal.
Oost-Romeinse Rijk
Constantinopel werd hoofdstad.
Grieks was de belangrijkste taal.

Slide 6 - Tekstslide

Taal
Hoofdstad
West-Romeinse Rijk
Oost-Romeinse Rijk
Maak de goede combinaties.
Latijn
Grieks
Rome
Constantinopel

Slide 7 - Sleepvraag

In welke twee delen werd het Romeinse Rijk gesplitst?

Slide 8 - Open vraag

Problemen van binnenuit...
In 395 kwam het Romeinse Rijk in nog meer problemen terecht: 
(2) Iedere nieuwe keizer zorgde voor meer ruzie, moord en verraad. Hierdoor werden de grenzen van het Romeinse Rijk zwakker, omdat het leger steeds vaker in Rome moest worden ingezet. 

Slide 9 - Tekstslide

Bron 22: De Grote Volksverhuizingen

Slide 10 - Tekstslide

De volksverhuizingen
Invasie van andere volkeren

Slide 11 - Tekstslide

Attila de Hun
‘Attila, de leider van de Hunnen, was heel machtig. Zijn leger bestond uit wel 500.000 man. Hij was heel trots. Als hij praatte, rolde hij met zijn ogen en zijn stem was hard. Hij was niet groot, maar had een brede borst en een groot hoofd. Zijn ogen waren klein, in zijn dunne baard zaten grijze haren en hij had een platte neus.
Iedereen was bang voor hem. De wildste verhalen hoorde je, over hoe hard, gewelddadig en wreed hij was. Hij had veel vrouwen en paleizen. Maar meestal leefde hij in een tent, bij zijn leger.'
Naar: een tekst van Priscus, 5e eeuw.
Bron: Attilla, koning van de Hunnen. Schilderij uit 19e eeuw

Slide 12 - Tekstslide

Staan er in de tekst van Priscus vooral feiten of meningen?
A
Feiten
B
Meningen

Slide 13 - Quizvraag

Klopt bron 24 met de informatie uit bron 24?

Slide 14 - Open vraag

Waarom is bron 24 géén betrouwbare bron?
A
Het schilderij werd in in die tijd gemaakt.
B
Het schilderij komt niet overeen met de werkelijkheid.
C
Het schilderij is nooit geschilderd.
D
Het schilderij werd honderden jaren later gemaakt.

Slide 15 - Quizvraag

Bron: Vandalen plunderen Rome in 455 (schilderij uit 1836)

Slide 16 - Tekstslide

Wat was een oorzaak van de plundering van Rome?

Slide 17 - Open vraag

Wat was het gevolg van de plundering van Rome?

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Video

Het einde van het West-Romeinse Rijk 
De Vandalen kwamen helemaal tot aan Rome. Zij plunderden de stad en zetten de Romeinse keizer (Romulus Augustulus) af. De leider van de Vandalen (Odoaker) ging zelf op de troon zitten.
Hiermee kwam er in 476 een eind aan het West-Romeinse Rijk.
Vandalen
Een volk dat rond huidig Tsjechië leefde en de stad Rome plunderden. De beroemste Vandaal is Odoaker, die in 476 de Romeinse keizer afzette. Tegenwoordig gebruiken we het woord 'vandaal' voor iemand die zonder reden iets vernielt.

Slide 20 - Tekstslide

Bron: Odoaker (leider van de Vandalen) krijgt de keizerskroon van Rome van Romulus Augustulus.

Slide 21 - Tekstslide

Wat is er gebleven?
Maar niet alle Romeinse kennis verdween:
  • Het beton (mensen konden koepels en bogen blijven bouwen)
  • Onze kalender
  • Sommige wetten en bestuursvormen
  • Het christendom 
  • Latijnse taal (werd de taal van de kerk en geleerden)

Slide 22 - Tekstslide

Wat is er gebleven?
Het Oost-Romeinse Rijk bleef nog 1000 jaar bestaan. Daar werden veel boeken van de grote Griekse en Romeinse geleerden bewaard. Mensen zouden eeuwen later deze boeken weer gaan lezen.

Slide 23 - Tekstslide

Noem twee dingen die de Romeinen hebben achtergelaten.

Slide 24 - Open vraag

Wat danken wij aan de Grieken en Romeinen?Maak de goede combinaties.
tijdrekening
bestuur
bouwkunst
godsdienst
boeken
de kalender
wetgeving
republiek
koepel
bogen
beton
christendom
boeken over de wetenschap

Slide 25 - Sleepvraag

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 26 - Open vraag

Stel 1 vraag over de lesstof die je niet goed hebt begrepen.

Slide 27 - Open vraag