4.3: Verspreiding van het Christendom

4.3: de verspreiding van het Christendom
3 dia's met aantekeningen!
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

4.3: de verspreiding van het Christendom
3 dia's met aantekeningen!

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
Tijdens de Romeinse Tijd werd het Christendom een staatsgodsdienst.
Hoe ontwikkelt het Christendom zich verder?

Aan het einde van de les ...
  1. Kan je uitleggen wat kloosters zijn en waarom monniken en nonnen kiezen om in kloosters te gaan wonen.
  2. Kan je uitleggen hoe het leven in het klooster eruitzag.
  3. Kan je het begrip standensamenleving uitleggen.

Slide 2 - Tekstslide

Kloosterleven
  • Sommige strenge gelovigen gingen in een klooster leven om helemaal te focussen op het geloof (monniken en nonnen).
  • 8 uur bidden, 8 uur werken, 8 uur slapen (ora et labora).
  • Werk: verzorgen van zieken en armen, overschrijven van oude teksten.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Missionaris
  • Geestelijke die het geloof wil verspreiden. Andere mensen kerstenen (=bekeren).
  • 2 belangrijke missionarissen = Willibrord en Bonifatius.


  • Volgende week meer over deze mannen!
Geestelijke = belangrijk figuur in de kerk.
Kerstenen = Christelijk maken, bekeren tot het Christelijke geloof.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Standensamenleving
  • De samenleving was opgedeeld in 3 standen (lagen).
  • Ze dachten dat God dit wilde. Dat 
  • 1e = geestelijkheid
  • 2e = adel
  • 3e = 'de rest'

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Volgende week

  • Bonifatius en de Friezen.
  • Ontstaan en de verspreiding van de Islam

Slide 9 - Tekstslide

 PLAKKAAT 3: BEZOEK HET KLOOSTER

Op het domein van jouw heer, is er een nieuw klooster geopend. De heer wil heel graag dat het klooster een belangrijke plek in het domein gaat innemen. Daarom vraagt hij jou om een plakkaat te schrijven!
Op het plakkaat wil de heer het volgende
  1. Wie zitten er eigenlijk in het klooster?
  2. Beschrijf daarnaast een dag in het leven van een non of een monnik, en de taken die zij kunnen uitvoeren op het klooster.
  3. In het klooster is ook een missionaris aanwezig. Beschrijf wat zijn werkzaamheden zijn!
Let op! De inwoners van het domein moeten enthousiast worden van het plakkaat zodat ze misschien zelf het klooster ingaan!





Slide 10 - Tekstslide

Schrijf iets op wat je hebt geleerd en iets wat je nog moeilijk vond.

Slide 11 - Open vraag