gram blok 3 opdr 3 tm 6 rvl

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Redekundig ontleden

2 gt

 BLOK 3 

bijvoeglijke bepaling

Lesdoelen - deze les

• Je kan de bijvoeglijke bepaling in zinsdelen  benoemen.
• Je kent het verschil tussen de bijwoordelijke bepaling en de bijvoeglijke bepaling. 

Even op een rijtje -> zinsdelen benoemen

1. Persoonsvorm                        (verander de tijd of maak de zin vragend )
2. Onderwerp                               (wie + pv?  of wat + pv?)
   
3. Werkwoordelijk gezegde   (alle werkwoorden in de zin)
4. Lijdend voorwerp                  (wie + alle benoemde zinsdelen? of wat + alle                                                              benoemde zinsdelen?)
5. Meewerkend voorwerp      (aan wie + alle benoemde zinsdelen? of voor                                                                wie + alle benoemde zinsdelen?)
6. Bijwoordelijke bepaling      (alle overgebleven zinsdelen)
   

Bijvoeglijke bepaling

≠ bijwoordelijke bepaling

Kijk het volgende filmpje met uitleg hierover.

Een bijvoeglijke bepaling 

= GEEN APART ZINSDEEL, maar een deel van een 

                                                 ander zinsdeel

= staat VOOR of ACHTER een ZNW in een zinsdeel

= geeft eigenschap, kenmerk of bijzonderheid van

   het ZNW aan

Bijvoeglijke bepaling -> lees de uitleg even door

Bijvoeglijke bepaling

We gaan even oefenen! 

Ze woonde heel lang in het centrum van Amsterdam.

Wat is de bvb in deze zin ?

1. centrum
2. van Amsterdam
3. heel lang
4. in het centrum

Mijn nichtje houdt van deze zonnige tuin.

Wat is bvb van deze zin ?

1. zonnige
2. mijn nichtje
3. van deze zonnige tuin
4. tuin

Mijn tante zorgt voor de kat van de buren.

Wat is de bvb van deze zin ?

1. mijn tante
2. zorgt
3. voor de kat
4. van de buren

De jongen uit Brussel heeft een prachtige fiets.

Wat zijn de bvb van deze zin? (Het zijn er 2)

Op een klein eiland in de Atlantische Oceaan woont een Zweedse familie.

Wat is  de bvb van deze zin? (Het zijn er 3)

De leerling maakte een toets.

Vul onderstaande zin aan met 2 bijvoeglijke bepalingen.

Het huis wordt afgebroken.

Vul onderstaande zin aan met 2 bijvoeglijke bepalingen :

Bijvoeglijke bepaling

Klik op de link in volgende slide en maak de opdracht.

www.cambiumned.nl

Maak zinsdelen, onderstreep de kernen en omcirkel de bvb 

Mijn kleine broertje van drie jaar mocht afgelopen zaterdag meedoen aan een belangrijke voetbalwedstrijd. 

Onderscheid 

bijwoordelijke bepaling - bijvoeglijke bepaling

Lees dit goed door :

Maak zinsdelen, onderstreep de kernen en omcirkel de bvb 

Mijn kleine broertje van drie jaar mocht afgelopen zaterdag meedoen aan een belangrijke voetbalwedstrijd. 

BVB: De notitieblaadjes in mijn agenda / zijn / allemaal / vol.

BWB: In mijn agenda / staan / te veel afspraken.

Is het groot gedrukte deel bvb of bwb ?
Als gevolg van een storm beleefden de inzittenden in een vliegtuig VAN ALITALIA een zenuwslopend moment.

1. Bijwoordelijke bepaling
2. Bijvoeglijke bepaling

Is het groot gedrukte deel bvb of bwb ?
Door storm Imogen bewoog het toestel door een rukwind VAN LINKS NAAR RECHTS tijdens de daling.

1. Bijwoordelijke bepaling
2. Bijvoeglijke bepaling

De piloot kon het toestel boven de landingsbaan VAN LONDON CITY AIRPORT toch onder controle houden.

1. Bijwoordelijke bepaling
2. Bijvoeglijke bepaling

Maak 2 zinnen met : 1. 'in de tuin'  als bwb

                                      2. 'in de tuin'  als bvb 

                                             

Maak 2 zinnen met : 1. 'uit Frankrijk'  als bwb

                                      2. 'uit Frankrijk'  als bvb 

                                             

Schrijf één ding op wat je deze les hebt geleerd en niet meer vergeet.

Evaluatie : ik kan de bijvoeglijke bepaling in een zin vinden.

1. JA
2. ONGEVEER
3. NEE
4. Ik heb extra uitleg nodig

Huiswerk

Blok 3 grammatica

opdr 3 tm 6 

blz 121/122