T.4 Beweging - Kunst en Cultuur

T.4 Beweging - Kunst en Cultuur
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

T.4 Beweging - Kunst en Cultuur

Slide 1 - Tekstslide

Een ongelijkmatige verdeling en diagonale lijnen zijn kenmerken van
....... kunst.
A
dynamische
B
statische
C
mooie
D
perspectief

Slide 2 - Quizvraag

Een compositie waarbij de massa evenredig kan verdeeld worden, noemen we ....
A
asymmetrisch
B
symmetrisch
C
harmonisch
D
rustig

Slide 3 - Quizvraag

b) De wijze waarop de beeldelementen of onderdelen van een schilderij zijn georganiseerd, noemen we een

Slide 4 - Open vraag

De periode in de kunstgeschiedenis waarin heel veel belang werd gehecht aan het gevoelsleven en waarbij de verbeelding belangrijk was, is de
A
barok
B
renaissance
C
romantiek
D
impressionisme

Slide 5 - Quizvraag

De kunststroming die aan het begin van de 20e eeuw in Italië ontstond en geloofde in de toekomst, heet het
A
Futurama
B
Minimalisme
C
Futurisme
D
ik weet het niet

Slide 6 - Quizvraag

Het apparaat waarmee de gebroeders Lumière hun eerste films afspeelden, noemt
A
camera
B
cinematograaf
C
zoötroop
D
fenakistiscoop

Slide 7 - Quizvraag

De volgorde en combinaties van passen waaruit een dans is opgebouwd, noemen we een

Slide 8 - Open vraag

Een dolly gebruiken we bij een
A
tilt
B
crane
C
tracking shot
D
steadycam

Slide 9 - Quizvraag

De camerabeweging die van links naar rechts gaat of omgekeerd en waarbij je steeds meer informatie over de omgeving krijgt, is een
A
crane
B
tilt
C
pan
D
tracking shot

Slide 10 - Quizvraag

Bij een … stijgt de camera hoog boven het onderwerp om een overzicht te krijgen.
A
o crane o tilt

Slide 11 - Quizvraag

Bij een … stijgt de camera hoog boven het onderwerp om een overzicht te krijgen.
A
crane
B
tilt
C
pan
D
tracking shot

Slide 12 - Quizvraag

Het futurisme situeren we aan het begin van de
A
18e eeuw
B
19e eeuw
C
20ste eeuw
D
21ste eeuw

Slide 13 - Quizvraag

Het ballet ontstond in Italië in de
A
15e eeuw
B
16e eeuw
C
17e eeuw
D
20ste eeuw

Slide 14 - Quizvraag

De kunststroming waarin kunstenaars aan het begin van de 16e eeuw streefden naar harmonie en rust, is de
A
Romantiek
B
Barok
C
Impressionisme
D
Renaissance

Slide 15 - Quizvraag

WAAR
NIET WAAR
Een voorgevel van een gebouw die rust en harmonie uitstraalt, is een barokgevel.
De term ‘compositie’ gebruiken we voor schilderijen, ‘opstelling’ voor beeldhouwwerken. 
De kunststroming rond het jaar 1500 noemen we de renaissance. 
Diagonale lijnen zijn typerend voor barokkunst.
Kunstwerken uit de klassieke oudheid waren een inspiratiebron voor de futuristen.
Via de zoöpraxiscoop projecteerden de gebroeders Lumière hun films.
De kunststroming binnen de moderne kunst die volledig gericht is op beweging, wordt kinetische kunst genoemd.
De periode van de 17e eeuw noemen we de romantiek.
De naam van de Franse koning Lodewijk XIV koppelen we aan het klassiek ballet.

Slide 16 - Sleepvraag

Statische kunst
Dynamische kunst
Stilstaand
Beweeglijk 
Rust
Evenwicht
Gelijkmatige verdeling 
Horizontale en verticale richtingen
Onrust
Onevenwicht
Ongelijkmatige verdeling
Diagonale en/of schuine richtingen

Slide 17 - Sleepvraag