Studievaardigheden #6 Verbanden leggen (klaar)

• Mentorles
• MBO
• Studiejaar 1

Studievaardigheden

Beste student,

 Je bent gestart met je opleiding en dat betekent dat je nieuwe dingen gaat leren. Dat kunnen vaardigheden zijn die je vooral in de praktijk op je werkplek zult leren, maar ook theorie.

Bij het onderdeel studievaardigheden willen we je handvatten aanbieden die je helpen om goed te leren. Want ook leren moet je leren.

Studievaardigheden

Het onderdeel studievaardigheden bestaat uit 8 lesuren met elk lesuur een ander onderwerp. Soms kan er wat overlap zitten met vakken als Nederlands en digitale vaardigheden en het zal elkaar vaak aanvullen.

Veel succes met je studie(vaardigheden)!

 #6 Verbanden leggen

Nee, ho, stop... Deze LessonUp heeft niets te maken met ongelukjes op het werk en het verbinden van verwondingen. Deze les gaat over een belangrijke (studie-)vaardigheid:

Het kunnen leggen van verbanden helpt je in het leerproces en om de leerstof beter te plaatsen binnen je werkzaamheden.

Inleiding

Op school ligt de nadruk op theorie (kennis). De praktijk (vaardigheden) leer je vooral door te werken binnen je leerbedrijf. Het is belangrijk om de theorie vanuit school te kunnen vertalen naar je werkzaamheden binnen het leerbedrijf. En andersom, dat je vanuit de praktijk de link kunt leggen naar de theorie. Het helpt je ook begrijpen waarom je de dingen doet die je doet.

Verbanden leggen/Vragen stellen

Kritisch lezen van de leerstof is een goede manier om te leren verbanden te leggen. Een belangrijke techniek voor het leggen van verbanden is het stellen van open vragen. Vragen die je niet met ja of nee kunt beantwoorden en meestal beginnen met een “W”. Denk aan Wat, Wanneer, Wie, Waar, Waarom, maar ook Hoe is handig bij het stellen van een open vraag. We noemen dit ook wel de "5W + 1H" vragen

Opdracht

1. Overleg met de docent over welke leerstof je open vragen gaat bedenken.

2. Neem de leerstof door. 

3. Bedenk vier open vragen om verband tussen theorie en  praktijk (of andersom) te leren leggen.

4. De vragen die je niet kunt beantwoorden, kun je tijdens de les over de leerstof vragen.

5. Daag jezelf bij elk thema uit om open vragen te bedenken die je helpen de leerstof te vertalen naar de praktijk.

Welke open vragen kun je bedenken bij de leerstof die je net gelezen hebt?

Voorbeelden van vragen die je kunt stellen:

• Waarom is het belangrijk dat we …. moeten weten voor ons werk?
  
• Hoe breng ik …. in de praktijk?
  
• Wanneer komt …. In het werk voor?
  
• Op welke momenten heb ik te maken met ....?
• Wat zijn de voor- en nadelen van …. ?
  
• Welke overeenkomsten en verschillen zijn er tussen de manier waarop we …. op school doen en hoe we dit op mijn werk doen?

Opdrachten op het werk...

Om het verband tussen de theorie en de praktijk te leggen staan er per thema één of meerdere opdrachten in jouw elo. Om het leren te versnellen is het raadzaam om deze opdrachten uit te voeren. We maken onderscheid in 'werkplekopdrachten' (zie volgende sheet). Deze lever je in bij -en worden beoordeeld door- de praktijkbegeleider en...

... en op school (1)...

... praktijk- en theorieopdrachten.  De theorieopdrachten (zie volgende sheet) maak je alleen. Beide lever je in bij jouw docent/mentor en worden door hem/haar beoordeeld. 

...op school (2)

De praktijkopdrachten vinden plaats op school en maak je samen met medestudenten. Met het maken van de opdrachten laat je zien dat je serieus met jouw opleiding bezig bent en in hoeverre je de theorie in de praktijk kunt brengen.

Tip van Flip!

Vergeet niet om de opdrachten op het opleidingsoverzicht af te vinken als je deze hebt afgerond. Op deze manier houd je overzicht en weet je wat je nog moet doen.