Facilitaire beroepsvaardigheden

Facilitaire beroepsvaardigheden
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Facilitaire beroepsvaardigheden

Slide 1 - Tekstslide

Bij de microvezel methode gebruik je schoonmaak azijn
A
Fout
B
Goed

Slide 2 - Quizvraag

Een voorbeeld van huishoudelijk schoon is?
A
Operatie kamer
B
Hotelkamer
C
Ontvangst hal
D
Woonkamer

Slide 3 - Quizvraag

Inrichting, licht en tempratuur horen bij
A
Decoratie
B
Sfeer
C
Ergonomie
D
Arbowet

Slide 4 - Quizvraag

Slingers of een bloemetje op tafel zijn een vorm van

Slide 5 - Open vraag

Waar staat KANS voor?

Slide 6 - Open vraag

Welke 4 elementen zitten er in de cirkel van Sinner?

Slide 7 - Open vraag

Wat is SPOT?

Slide 8 - Open vraag

Wat betekend ergonomisch werken?

Slide 9 - Open vraag


A
Wassen
B
Niet bleken
C
Niet wassen
D
Met de hand wassen

Slide 10 - Quizvraag


A
Brandbare stoffen
B
Schadelijk
C
Milieu gevaar
D
Bijtende stof

Slide 11 - Quizvraag


A
Brand gevaar
B
Oxiderende stoffen
C
Gas houder onder druk
D
Lange termijn gezondheidsgevaar

Slide 12 - Quizvraag


A
Oxiderende stoffen
B
Giftige stoffen
C
Bijtende stoffen
D
Schadelijk

Slide 13 - Quizvraag

Je gaat sanitair schoonmaken, welk doekje gebruik je?
A
Blauw
B
Roze
C
Geel
D
Groen

Slide 14 - Quizvraag

Wanneer maak je gebruik van sfeer, looplijnen en decoratie?

Slide 15 - Open vraag