Jeugdcultuur-subcultuur A5

1 / 32
volgende
Slide 1: Video
kunst algemeenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Er ontstonden veel jongerenculturen rond 1960, waarom?
A
Er kwam meer vrije tijd
B
Jongeren wilden meer scholing
C
Jongeren hadden weinig geld
D
Jongeren zetten zich af tegen hun ouders

Slide 2 - Quizvraag

Subculturen
Naast dominante culturen hebben we ook subculturen. Dit zijn kleinere groepen met een gemeenschappelijke cultuur. En daar zijn er veel van. Want alle groepen mensen die hun eigen waarden, normen en gewoonten hebben zijn een subcultuur. 
subcultuur
Een cultuur van een kleine groep mensen in de samenleving. 

Slide 3 - Tekstslide

SUBCULTUREN

Slide 4 - Woordweb

Verschillende soorten subculturen

  1. Etnische subculturen
  2. Regionale subculturen
  3. Religieuze subculturen
  4. Jeugdculturen

Slide 5 - Tekstslide

JEUGDCULTUREN DOOR DE JAREN HEEN

JEUGDCULTUUR = CULTUUR VAN GROEP JONGEREN DIE ZICH AFZETTEN TEGEN DE BESTAANDE MANIER VAN LEVEN

(onderscheiden door: kleding, muziek, taal,
waarden en normen en (soms) politieke ideeen)



Slide 6 - Tekstslide

PROVO'S
  • MIDDEN JAREN 60
  • HOGER OPGELEID, AMSTERDAM
  • PROVOCEERDEN OUDERS, LERAREN,   
     POLITIE
  • MILIEUBEWUST, POLITIEK
  • LANG HAAR, MEISJES MINIROKJES
  • filmpje provo's

Slide 7 - Tekstslide

  • EIND JAREN 60 UIT AMERIKA
  • FLOWER POWER/LOVE & PEACE (make love not war)
  • LIEF ZIJN VOOR ELKAAR
  • TEGEN: MILIEUVERVUILING, VIETNAMOORLOG, CONSUMPTIEMAATSCHAPPIJ
  • WILDEN NIET BURGELIJK ZIJN
  • VRIJE SEKS, HASJ, POPFESTIVALS
  •  2E HANDS KLEDING , VEEL KLEUREN, BLOEMEN, KRALENKETTINGEN

Slide 8 - Tekstslide

Hippie kleding: 2e hands/ veel kleurig/ laagjes over elkaar (vooral niet burgerlijk/ netjes)
vredelievend

Slide 9 - Tekstslide

PUNKERS
  • EIND JAREN 70 (weerspiegeling van de onvrede van de Britse jeugd)
  • SLECHTE ECONOMIE, VEEL WERKLOOSHEID, BEZUINIGINGEN
  • HEKEL AAN MAATSCHAPPIJ, POLITIE , LEGER EN RIJKE MENSEN
  • TELEURGESTELD, WEINIG VERTROUWEN IN DE TOEKOMST
  • KRAAKBEWEGING, GEWELD
  • AGRESSIEF (ook uiterlijk): HANEKAM, FIETSKETTINGEN, STUDS, PIERCINGS, VEILIGHEIDSSPLEDEN, GESCHEURDE KLEDING, ZWART

Slide 10 - Tekstslide

Hanekam

Punkers

Agressieve uitstraling/ schoppen tegen de maatschappj

Slide 11 - Tekstslide

HIP HOP
  • ontstaan in de jaren 70 in the Bronx (New York)/ stem van de achterstandswijken
  • muziek en dance stijl
  • RAP, BREAKDANCE/ BATTLES, GRAFFITY
  • JOGGINGBROEKEN, TRAININGSPAKKEN, PET/ MUTS
  • BLING-BLING
  • GEVANGENISSTIJL: oa schoenen zonder veters

Slide 12 - Tekstslide

Hip hop artiesten
Break dance

Slide 13 - Tekstslide

HOE DE SAMENLEVING VERANDERDE
JONGEREN GINGEN ANDERS DENKEN OVER GEZAG, GELOOF, POLITIEK, RELATIES EN SEKS:
  1. ONTKERKELIJKING
  2. INDIVUALISERING
  3. DEMOCRATISERING

Slide 14 - Tekstslide

10

Slide 15 - Video

00:17
Welke uiterlijke kenmerken?

Slide 16 - Woordweb

00:34
Welke stijl muziek past bij Rasta's?

Slide 17 - Open vraag

00:54
Noem twee muzikale kenmerken van Hardrock

Slide 18 - Open vraag

01:14
Welk begrip past het best bij Disco
A
Engagement
B
Hedonisme

Slide 19 - Quizvraag

01:33
Welk beeldende kunstuiting past bij Hiphop

Slide 20 - Open vraag

02:08
Welk begrip past het best bij Gothic
A
Eclectisch
B
KLeurrijk

Slide 21 - Quizvraag

02:45
WELK BEGRIP?

Slide 22 - Woordweb

03:20
Welke stijl muziek
A
House
B
Gabberhouse
C
Hardcore
D
Happy hardcore

Slide 23 - Quizvraag

03:46
Kies de stijlen die gemaakt zijn om op te dansen
A
techno,
B
house,
C
rock
D
disco

Slide 24 - Quizvraag

04:23
Welke van deze stijlen zou degene die jij geïnterviewd hebt het meeste aanspreken

Slide 25 - Open vraag

Wat betekent engagement?

Slide 26 - Open vraag

Engagement en hedonisme passen bij subculturen. Leg uit.

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

Op welke manier kunnen jongeren zich identificeren met Bob Dylan?

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Video

Interview een volwassene (ouder, opa, oma, oudere buren) over de jeugdcultuur waar hij/zij bij hoorde.
A. Stel vragen over de volgende onderwerpen:
  • periode waarin degene jong was
  • welke jeugdcultuur
  • uiterlijke kenmerken (Hoe zag hij/zij eruit?)
  • muziek
  • taal
  • idolen
  • waarden en normen van de jeugdcultuur waarbij de geïnterviewde hoorde.


B. Schrijf de antwoorden op. Vraag een kopie van een jeugdfoto.

C. Ga eventueel op zoek naar extra informatie. (Bijvoorbeeld: Internet). 
D. Maak een verslag van 1 A-4tje.

E. Gebruik  de afbeelding in je verslag.
F. Neem het verslag  mee in de eerste les na de vakantie 

Slide 32 - Tekstslide