K4C Les 16-1-2023 Vocab chapter 4
Vertaal naar het Engels: gedrag
A
to behave
B
doing
C
behaviour
D
beahaviour
1 / 18
Lesduur is: 20 minOnderdelen in deze les
Vertaal naar het Engels: gedrag
A
to behave
B
doing
C
behaviour
D
beahaviour
Slide 1 - Quizvraag
Schrijf in het Engels: begrip
Slide 2 - Open vraag
Schrijf in het Engels: uitdrukkelijk
Slide 3 - Open vraag
Vertaal naar het Engels: vloeistof
A
flowstuff
B
fluid
C
watery
D
flewid
Slide 4 - Quizvraag
Schrijf in het Engels: opblazen
Slide 5 - Open vraag
Schrijf in het Engels: bederven, ruineren
Slide 6 - Open vraag
Vertaal naar het Nederlands: be flabbergasted
A
je dom gedragen
B
stomverbaasd zijn
C
ziek zijn
D
verward zijn
Slide 7 - Quizvraag
Vertaal naar het Nederlands: recollection
A
verzameling
B
herinnering
C
herhalen
D
herschikken
Slide 8 - Quizvraag
Schrijf in het Engels: stapel kaarten
Slide 9 - Open vraag
Vertaal naar het Engels: waarneming
A
wareneming
B
the truth
C
observation
D
observe
Slide 10 - Quizvraag
Vertaal naar het Nederlands: habitual
A
uit interesse
B
normaal
C
naar huis gaan
D
uit gewoonte
Slide 11 - Quizvraag
Schrijf in het Nederlands: measure
Slide 12 - Open vraag
Maak een zin van 6 woorden met daarin het volgende woord: reveal
Slide 13 - Open vraag
Vertaal naar het Nederlands: sprain
A
verspreken
B
ombuigen
C
verstuiken
D
regenen
Slide 14 - Quizvraag
Maak een zin van 6 woorden met daarin het volgende woord: hobble
Slide 15 - Open vraag
Schrijf in het Engels: begrijpen, vatten
A
graipe
B
grap
C
vatten
D
grasp
Slide 16 - Quizvraag
Vertaal naar het Engels: heel leuk vinden
A
adore
B
attract
C
admire
D
adlove
