Kastelen
1 / 16
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Kastelen
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
De eerste kastelen waren gemaakt van hout en werden soms versterkt door een aarden wal. (muur)
Een klein torentje bood uitzicht op de directe omgeving. Het voordeel van een houten kasteel was dat het snel kon worden gebouwd. In plaats van jaren duurde de bouw van zo'n kasteel maar enkele weken of - als het moest - slechts dagen!
Slide 5 - Tekstslide
Dit is een mottekasteel. Een mottekasteel is een toren of klein kasteel op een heuvel. Onderaan de heuvel ligt een minidorpje, met stallen voor de kasteelheer en enkele andere gebouwen. Het geheel wordt omringd door een houten muur en een slotgracht.
Slide 6 - Tekstslide
Kastelen zijn er in alle soorten en maten. Het ene is klein en ligt op een heuvel of berg, het andere telt meerdere delen en wordt omringt door water. Een van de grote verschillen zit 'm in de bouw van de torens. Veel kastelen uit de begintijd hebben hoekige torens, maar de hoeken brokkelden snel af bij zware aanvallen. Vandaar dat kastelen later zijn voorzien van ronde torens.
Waar werden de kastelen gebouwd?
A
Midden in de stad
B
Op bergen en aan het water
C
zo dicht mogelijk bij een ander kasteel
D
In het bos
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Video
Het kasteel Guédelon in Frankrijk wordt vandaag de dag gebouwd, maar met de technieken uit de middeleeuwen. Tientallen steenhouwers, houthakkers, timmerlieden, smeden en andere werkers helpen mee om het kasteel uit de 13e eeuw te bouwen. Zelfs de tredmolens zijn nagemaakt. Een tredmolen is een rad waarin een mens loopt. Via dit systeem van touwen en katrollen kan zo'n molen stenen van 400 kilo omhooghijsen.
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Tekstslide
Een jonkvrouw was vaak familie van de kasteelheer of koning. In haar jeugd leerde ze borduren en wol spinnen en bereidde zich voor op het huwelijk. Veel jonkvrouwen wilde graag met eervolle ridders trouwen.
Slide 11 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 12 - Tekstslide
Eerder leerden we dat de boeren die in de buurt van het kasteel leefde bescherming kregen van de kasteelheer in ruil voor producten.
Slide 13 - Tekstslide
Er waren boeren en horigen.
Horigen waren boeren die bij de kasteelheer en het land hoorden. Je zou dus kunnen zeggen dat horigen een stukje grond van de heer mochten lenen.
Alles dat op het land verbouwd werd, was van de heer. De boeren mochten alleen een klein gedeelte van hun opbrengst houden. Er moest ook cijns (belasting) betaald worden.
Er was bijna geen geld in dorpen. Belasting werd dus meestal betaald met eten, vee (dieren) of voorwerpen.
Slide 14 - Tekstslide
Voorbeeld middeleeuwse boerderij
Slide 15 - Tekstslide
Hoe zou de omgeving van een kasteel eruit kunnen zien?
Kastelen
Slide 16 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
