HST 7 Ademhalingsstelsel

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Ademhalingsstelsel

MB.3SA

Week 1	Regels medicatie
Week 2	Werking medicatie
Week 3	Hart	6
Week 4	-	6

Week 5	Bloed
Week 6	Ademhalingsstelsel	7
Week 7	Ademhalingsstelsel	7
Week 8	Eindopdracht
Week 9	Afweersysteem	9

Leerdoelen

Na de les weet je:

1. Wat de bouw en functie zijn van de bovenste en onderste luchtwegen.
2. Hoe de gaswisseling in de longen en in je weefsels plaatsvindt.

Voorkennis activeren

Wat weet jij al over dit plaatje?

Wat weet jij al over dit plaatje

Verbranding

Formule van verbranding: ​

​Glucose + zuurstof --> koolstofdioxide + water + energie

​

Glucose halen we uit:                                                    Voedsel

Zuurstof halen we uit de lucht ​                                 Ademhaling

Koolstofdioxide geven we af aan de lucht​          Ademhaling

Functies neusholte

1. In de neusholte wordt de lucht ​gezuiverd 
2. Verwarmd (tot ongeveer 33C)​
   
3. Bevochtigd (zodat longweefsel niet uitdroogt)​
   
4. Gekeurd (bijv. giftige gassen / rook)

Mondholte

1. Ook voor in/uit ademen​
   
2. Voor extra lucht in korte tijd (hijgen / hoesten) ​
   

Nadelen: missen functies neusholte ​

​

Belangrijke functie = klankvorming ​

Mondholte = klankkast 

Keelholte

1. De huig: sluit de neusholte af als je voedsel inslikt.
   
2. De strottenklep: sluit de luchtpijp af.
   

In het strottenhoofd zitten de stembanden.

Opdracht

Je krijgt een werkblad met 3 plaatjes

1. Teken hoe lucht gaat en wat er met de kleppen gebeurd

2. Teken hoe voedsel gaat en wat er met de kleppen gebeurd

3. Teken wat er gebeurd als iemand zich verslikt

Ademhalen, slikken en verslikken

Luchtpijp (trachea)

• Ligt voor de slokdarm ​
• Splitst in twee hoofdbronchiën ​
  
• Stevig door kraakbeenstukken ​
  
• Bekleed met trilhaarepitheel en slijmvlies ​

Bronchiën

Bronchiën gaan naar longkwab​ ​

​

Bronchiën hebben zelfde bouw als luchtpijp​

Bronchiolen

• Dunne buisjes (doorsnede 1 mm) geen kraakbeen meer​
• Wand bestaat uit gladde spiertjes ​
  
• Binnenbekleding=trilhaarepitheel ​
• Heel elastisch​ 

            Wijder bij inademing​ 

            Nauwer bij uitademing​

Doorbloeding longen

Kleine bloedsomloop​

Zuurstofarm bloed naar longen (longslagaders)​

Zuurstofrijk bloed van longen naar hart (longaders)​

​

Longweefsel zelf krijgt bloed van een aftakking van de aorta ​

Gaswisseling

1.  ​
   

Longblaasjes

• Tientallen trosjes = longblaasjes 
  
• Totaal 900 miljoen longblaasjes ​
  
• Groot oppervlak door trosjes
• Daaromheen bloedvaten: gaswisseling! ​

Regels diffusie

Oppervlak: hoe groter, hoe meer uitwisseling​

Longblaasjes – 70m2 in rust, 100m2 bij diepe inademing​

​

Afstand: hoe kleiner de afstand, hoe meer uitwisseling​

2 cellagen dik: heel dun! ​

​

Concentratieverschil: hoe groter het verschil, hoe sneller​

concentratieverschil blijft door doorstroming / ademhaling​

​

Longvlies

Binnenblad = longvlies

Buitenblad = borstvlies ​

Gevuld met vocht = pleuravocht​

Ruimte tussen bladen = pleuraholte = vacuum (luchtdicht)​

Ademhalingsmechanisme

In de hersenstam: zenuwcellen = ademcentrum

• Ademcentrum reguleert diepte & frequentie ademhaling ​
• Het ontvangt informatie van zintuigcellen wand halsslagader & aorta       

Stijging koolstofdioxide in bloed => stimuleert ademhaling​                    

​

​

Les 2 Ademhalingsstelsel

Deze les:

- Hebben we een korte terugblik dmv filmpje + vragen 

- Hebben we de afwijkende ademhalingen besproken (20 min)

- Werken TM

2e les:

Ziektebeelden COPD, astma, longkanker 

Opdracht

Wat gebeurd er met het middenrif als je uitademt

1. Gaat omhoog
2. Blijft vlak
3. Gaat omlaag
4. Blijft gebogen

Wat is de volgorde die de lucht aflegt

1. luchtpijp, longblaasje, bronchiën
2. Bronchiën, longblaasje, luchtpijp
3. Luchtpijp, bronchiën, longblaasje

Wat ontstaat er als zuurstof samenkomt met glucose in de spieren

1. Spierpijn
2. Energie, water en koolstofdioxide
3. Energie, zouten en mineralen
4. Slappe, ontspannen spier

Verbranding

Formule van verbranding: ​

​Glucose + zuurstof --> koolstofdioxide + water + energie

​

Glucose halen we uit:                                                    Voedsel

Zuurstof halen we uit de lucht ​                                 Ademhaling

Koolstofdioxide geven we af aan de lucht​          Ademhaling

Hoe lang duurt het voordat de ingeademde lucht in de kleine teen aankomt?

1. 2 sec
2. 2 min
3. 7 sec
4. 7 min

Les 2

2x 30 minuten, keuze uit:

1	Werken in TM	Alleen	Zie volgende slide
2	Zelf opzoeken en uitwerken afwijkende ademhaling	Alleen of in tweetal	Zie volgende slide
4	Spel estafette	Tweetal

Zelf uitwerken:

1. Dyspneu (cyanose)
   
2. Hyperventilatie
   
3. Cheyne stokes ademhaling
   
4. Kussmaul ademhaling
5. COPD

TM:

Eerst stellingsvragen maken 

Daarna:

TM ademhalingsstelsel

1, 2b/c, 3a/b/c, 4b,5a, 7a/b/c, 

9a/b/c, 10a, 12b/c 

Afwijkende ademhaling

1. Dyspneu (cyanose)
2. Hyperventilatie
3. Cheyne stokes ademhaling
4. Kussmaul ademhaling

1. Dyspneu

Kortademigheid/benauwdheid in rust

Oorzaak = zuurstoftekort bloed ​

​

1. Cyanose

1. Gebrek aan zuurstof ​
   
2. Minder binding zuurstof aan hemoglobine ​
   
3. Blauwverkleuring lippen / neuspunt / oren / vingers (onder nagels)

2. Hyperventilatie

• Tekort aan koolstofdioxide (CO2) i/h bloed ​
  
• Ontstaat door snelle/diepe ademhaling (angst/spanning) ​
  

​

Tintelingen gezicht/tong​

Spiertrekkingen handen ​

Duizeligheid ​

Bewusteloosheid ​

​

3. Cheyne stokes ademhaling

Ernstige aandoening​

Falen ademhalingscentrum ​

Stervenden / ernstige hartziekten / hersenaandoeningen​

​

Wisselende ademhaling: ​

stilstand / diep / oppervlakkig

4. Kussmaul ademhaling

Een diepe regelmatige ademhaling zonder onderbrekingen met een soort snurkend geluid. 

Treedt voornamelijk op door een verzuring van het lichaam. 

Lichaam wil zoveel mogelijk CO2 kwijt

nierinsufficiëntie of een hyperglykemisch coma, ofwel het coma diabeticum

Hoe fijn vond je dat je zelf kon kiezen qua werkvorm?

😒🙁😐🙂😃

Heb je genoeg geleerd door zelf aan de slag te gaan met de werkvormen?

😒🙁😐🙂😃

Geef een tip hoe ik de les beter kan maken.

Estafette vragenspel

Nieuwe woorden/ziektebeelden:

- COPD

- Astma

- Longontsteking (pneumonie)

Inademing (inspiratie)

Door spierbewegingen ​

Kost energie ​

Afplatten middenrif / optillen ribben ​

Uitademing (expiratie)

Verkleinen borstholte: ​

1. Ademhalingsspieren ontspannen ​
   
2. Middenrif gaat weer omhoog ​
   
3. Ribben zakken naar beneden ​

​

​

Extra uitademen

Voor extra veel uitademen (fluiten / blazen / zingen) ​

Extra spierkracht nodig: ​

Inwendige tussenribspieren & bepaalde buikwandspieren ​

Ademhaling 1

Ademhaling 2