Gouden Eeuw: Beeldenstorm, staatsinrichting, arm en rijk

De Gouden Eeuw
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

De Gouden Eeuw

Slide 1 - Tekstslide

In de 17e eeuw was Nederland een land van kooplieden. Het ging zo goed met de handel, dat Nederland heel rijk werd. Amsterdam werd de rijkste stad ter wereld. Daarom noemen we de 17e eeuw in Nederland ook de gouden eeuw. De rijke kooplieden maakten de Nederlandse Republiek mooier. Ze lieten prachtige schilderijen maken en bouwden grote huizen. 
1500-1600 Tijd van de ontdekkers en hervormers
1600-1700 Tijd van de regenten en vorsten

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit ga je leren:
  • Oorlog met Spanje tot 1648
  • Er was geen koning: Republiek
  • Staten-Generaal bestuurt
  • Nederland was erg rijk: handel
  • Groot verschil arm-rijk
  • Kooplieden verdienen veel geld
  • Er is ook veel armoede 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederland 
1500-1600
  • De Nederlanden: verdeelt in 17 gewesten.
  • Zo groot als Nederland, België en Luxemburg samen. 
  • Spanje was de baas. 
  • Zoveel mogelijk mensen katholiek, veel versieringen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Filips II
  • 1555: Koning van Spanje en Heer van de Nederlanden.

  • Iedereen katholiek, straffen voor protestanten.

  • Veel belasting voor eigen leger.

  • Kooplieden moeten veel betalen -> voedsel wordt steeds duurder. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Margaretha van Parma
  • De zus van Filips II.

  • Wordt in 1559 naar de Nederlanden gestuurd. 

  • De baas in de Nederlanden namens haar broer. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Willem van Oranje
  • Geboren in 1533 in Duitsland

  • Stadhouder van 3 gewesten: Holland, Utrecht en Zeeland. 

  • Legeraanvoerder

  • Hij is tegen Filips II.

  • Iedereen moet kunnen geloven
    wat hij wil. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beeldenstorm
1566
  • Boze protestanten vernielen overal kerken.

  • Oneerlijk: veel mensen zijn arm en de kerk heeft veel geld. 

  • Filips II is woedend. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hertog van Alva
  • 1567

  • Filips II stuurt de Hertog van Alva naar de Nederlanden met een groot leger. 

  • De protestanten moeten streng gestraft worden. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De opstand
  • Er ontstaat in 1568 een oorlog tussen de opstandelingen en het Spaanse leger. 

  • Het begin van de 80-jarige oorlog. 

  • Willem van Oranje heeft de leiding vanuit Duitsland. 

  • Soms winnen de Nederlanders, soms winnen de Spanjaarden.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Moord Willem van Oranje
  • Filips II denkt dat de opstand stopt als Willem van Oranje dood is. 

  • Wie hem doodt: 25.000 geldstukken.

  • 1584 doodgeschoten door Balthazar Gerards. 

  • Gerards wordt opgepakt en ter dood veroordeeld. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1600-1700: Tijd van regenten en vorsten

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Kaart van Nederland.
Kaart van de republiek der zeven verenigde Nederlanden.

Slide 15 - Tekstslide

De handel in Amsterdam zorgde voor veel rijkdom. Maar in de rest van Nederland gebeurde natuurlijk ook van alles. En wie bestuurde het land eigenlijk?

In die tijd bestond Nederland uit zeven gewesten. Dit waren de gewesten Groningen, Friesland, Overrijsel, Gelre, Utrecht, Holland en Zeeland. Ieder gewest had zijn eigen munten, maten en gewichten. Eigenlijk was een gewest net een klein landje. 

Samen vormden de gewesten de Republiek der Zeven verenigde Nederlanden. 
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
  • In 1588 is er nog geen geschikte koning.
  • Nieuwe plan: zelf regeren!
  • De 7 noordelijke gewesten worden een land zonder koning: republiek

Slide 16 - Tekstslide

In 1588 was er nog geen geschikte koning. Daarom was er voor de republiek geen koning, maar was er een groep mensen die samen over alles beslisten. Dat vonden de andere landen in Europa maar raar, de meeste landen hadden namelijk wel een koning. En de koning besliste wat er gebeurde. 

Ieder gewest in de Republiek had een eigen bestuur. In dat bestuur zaten kooplieden en edelen. Die mannen hadden de leiding over hun gewest. Geregeld vertrok een aantal van die mannen naar Den Haag. Daar vergaderden ze met mannen uit de andere gewesten. Zo'n vergadering kon heel lang duren. Eindeloos werd er gepraat over nieuwe oorlogsschepen, of over hogere belastingen. De meerderheid moest voor stemmen, anders ging een plan niet door. 

Nog steeds had ieder gewest ook een stadhouder. Dat was altijd een edelman uit de familie van Oranje. Een stadhouden had de leiding over het leger. De familie van Oranje moest dus de Republiem verdedigen bij een oorlog. 
Rijke regenten
Rijke regenten
In de achtiende eeuw had een groep van een paar duizen rijken het voor het zeggen in de republiek. Deze regenten verdeelden de goedbetaalde baantjes onder elkaar en bestuurden het land. 

Slide 17 - Tekstslide

De kooplieden in de Nederlandse Republiek waren niet alleen erg rijk, sommigen hadden ook veel invloed. Die kooplieden werden steeds belangrijker en machtiger. En dat dit zo bleef, daar zorgden ze zelf voor. 

Kooplieden die in het bestuur van een gewest zaten, werden regenten genoemd. Een regent was je niet je hele leven lang. Soms wilde een regent ermee stoppen. Dan moest er een opvolger komen. De andere regenten kozen dan iemand die ze goed kenden. Een goede vriend, of een broer of oom. Soms kozen ze zelfs een van hun kinderen. Zo verdeelden de regenten de goede banen in het bestuur onder elkaar. Arme mensen of gewone mensen kwamen nooit in het bestuur.

Regenten wilden graag dat hun kinderen met belangrijke mensen trouwden. Met kinderen van andere regenten, want die kinderen waren rijk. Soms spraken regenen al bij de geboorte af met wie hun kind later zou trouwen. Of de kinderen elkaar leuk vonden, dat deed er niet toe. 
Hoe komen de rijken zo rijk?
Waar 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Handel
  • Nederland = rijk
  • Regenten: machtige mannen
  • Specerijen, koffie, thee, suiker, cacao 
  • Handel met het buitenland

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Rijk
  • Rijke kooplieden -> regenten
  • Grachtenpanden
  • Dure meubels en schilderijen
  • Pronkkamer -> gasten
  • Familiewapen
  • Poppenhuizen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Gouden Eeuw
Armoede

Slide 22 - Tekstslide

En de rest van Nederland?

In de gouden eeuw was Nederland erg rijk. De kooplieden hadden geld genoeg om alles te doen wat ze maar wilden. Maar dat gold niet voor iedereen. 

De 'gewone' mensen waren arm, ze hadden niet veel geld. Dit betekende dat het hele gezin moest meehelpen om geld te verdienen. Ook de kinderen. De meeste mensen konden dan vaak net rondkomen. Soms hadden ze een beetje extra en ook wel eens wat tekort. De regenten zorgden er dan voor dat de allerarmsten hulp kregen. Ze gaven eten, kleding en brandstof voor een beetje warmte in huis. Sommige regenten lieten huisjes of hofjes bouwen voor weduwen of bejaarden. 

Er waren dus mensen die niks merkten van de rijkdom van de hele gouden eeuw. Ze leefden ongezond en hadden honger. Er waren kleine, vochtige huizen en ze moesten hard werken voor heel weinig geld.

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Arm
  • Benauwde, vochtige huizen
  • Hard werken -> weinig loon
  • Kinderen werken ook
  • Bedelaars opgepakt
  • Gevangenis voor bedelaars en dieven
  • mannen: rasphuis

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leven in de Gouden Eeuw
Op deze plaat zie je goed het verschil tussen arm en rijk.

Slide 25 - Tekstslide

Rond 1600 was Nederland heel rijk. Dat kwam door de handel. De havenstad Amsterdam was een stad van de handel geworden. Daar woonden de meeste rijken.