tweede helft Les 3 - Capitulo 1 Brugklas

• Spaans
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1-4

Bienvenidos a la clase de español

Hoy es jueves, 8 de febrero

La regla

Respect:

Als iemand praat is de rest stil

Ik steek me vinger op als ik iets wil zeggen

We maken elkaar niet belachelijk

Geen mobiel in de klas

Mag niet naar de w.c.

¿Qué vamos a hacer hoy?

• Voorkennis: bepaalde en onbepaalde, getallen
• Overhoring: frases clave
• Persoonlijke voornaamwoorden
• Het werkwoord: SER

¿Cuáles son las metas de hoy?

Aan het einde van de les:

• kan ik de vragen en antwoorden van Frases clave in het Spaans
• weet ik de persoonlijke voornaamwoorden in het Spaans
• kan ik het werkwoord SER vervoegen in het Spaans

De lidwoorden in het Spaans

Wat zijn lidwoorden?

Welke woorden zijn mannelijk?

Welke woorden zijn vrouwelijk?

Vrouwelijke en mannelijke woorden

Mannelijke: EL / LOS

-o

-medeklinkers

_______________________________________________________________________________

Vrouwelijke: LA / LAS

-a

-dad

-sión

-ción

Overhoring

In stilte, individueel

de zinnetjes naar het Spaans vertalen.

Tijd: 10 minuten

Klaar? Steek je vinger op

¿Qué vamos a hacer?

Wat? Libro de texto: Bron C op blz. 12 lezen

Libro de ejercicio: vragen van bron C beantwoorden op blz. 12, opdr. 6

Hoe? in duo's

Hulp: Steek je vinger op als je een vraag hebt

Tijd: 10 minutos

Uitkomst: Ik heb mijn leesvaardigheid geoefend

Klaar? Maak je puzzle af, opdr. 7

Persoonlijke voornaamwoorden:

.

1. Ik

2. Jij

3. Marcos

4. Luisa 

5. Mevrouw López

6. Luisa en ik

7. Diego en jij

8. Diego en Luisa

A. Zij meervoud

B. Zij enkelvoud

C. Ik

D. Jij

E. Wij

F. Hij

G. Jullie

H. U

Persoonlijke voornaamwoorden:

.

1. C

2. D 

3. F 

4. B

5. H 

6. E 

7. G 

8. A 

¿Qué vamos a hacer?

Wat? Libro de texto: Bron C op blz. 12 lezen

Libro de ejercicio: vragen van bron C beantwoorden op blz. 12, opdr. 6

Hoe? in duo's

Hulp: Steek je vinger op als je een vraag hebt

Tijd: 10 minutos

Uitkomst: Ik heb mijn leesvaardigheid geoefend

Klaar? Maak je puzzle af, opdr. 7

Persoonlijke voornaamwoorden:

.

1. yo = yo

2. tú = tú

3. él / ella/ usted = één naam/ enkelvoud

4. nosotros = ......... y yo 

5. vosotros = .......... y tú 

6. ellos/ ellas/ ustedes = twee namen/ meervoud

Persoonlijke voornaamwoorden:

.

1. Ella ___________ la profesora.

2. Luisa y yo ___________ amigas.

3. Diego ___________ mi hermano

4. Daniela y tú ________________ primas.

5. Dora y Diego ____________ exploradores

6. Yo ___________ holandesa

Persoonlijke voornaamwoorden:

.

1. Ella es la profesora.

2. Luisa y yo somos amigas.

3. Diego es mi hermano

4. Daniela y tú sois primas.

5. Dora y Diego son exploradores

6. Yo soy holandesa

¿Qué vamos a hacer?

Wat? Libro de ejercicio blz. 22 en 23, opdr. 24 t/m  26

Hoe? 

Hulp: Tekstboek blz. 16, bron J

Tijd: 18 minutos

Uitkomst: Ik begrijp hoe ik SER moet vervoegen

Klaar? Leer de persoonlijke voornaamwoorden 

Los deberes

• Overhoring: Leer de persoonlijke voornaamwoorden en het werkwoord SER Libro de texto blz. 16, bron J
•  Maakwerk: Libro de ejercicio blz. 22 en 23, opdr. 23 t/m 26 (in de les)

¿Cuáles eran las metas de hoy?

Aan het einde van de les:

• kan ik de vragen en antwoorden van Frases clave in het Spaans
• weet ik de persoonlijke voornaamwoorden in het Spaans
• kan ik het werkwoord SER vervoegen in het Spaans