- Ik kan mijn verhaal duidelijk en verstaanbaar vertellen
- Ik gebruik goede zinnen in mijn verhaal
- Ik weet welke lichaamshouding ik moet aannemen
- Ik vertel duidelijk waar mijn presentatie over gaat
- Ik kan er voor zorgen dat mijn presentatie interessant is
- Ik zorg er voor dat mijn presentatie leuk is om naar te kijken
- Ik kan vragen beantwoorden over mijn presentatie