Speaking Exam BKGT

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 4

Speaking Exam

PTA3: Mondeling & Woots

Deel 1:

Kijk- en luistertoets (oefenen  in les en zelfstandig)

Deel 2:

Mondeling in tweetallen/drietallen (oefenen in les en zelfstandig)

Lesdoelen

• Je weet wat er tijdens het mondeling van je verwacht wordt
• Je weet waar tijdens het mondeling op gelet wordt
• Je weet hoe je de toekomstige tijd moet gebruiken
• Je weet welke hulpmiddelen je kunt gebruiken om voor te bereiden

Onderwerp

Je hebt bijna je vmbo-opleiding afgerond en gaat na het behalen van je diploma naar een vervolgopleiding van jouw keuze. Je gaat je gesprekspartner vertellen welke opleiding je gaat volgen en welk je beroep je daarna wil gaan uitoefenen. Bereid in tweetallen een gesprek van 5 minuten voor, waarbij je allebei 2,5 minuut aan het praten bent. Als je met een drietal bent duurt je mondeling 7,5 minuut. 

Je mag 10 steekwoorden gebruiken. Geen zinnen of verhaaltje.

Deelvragen (kies zelf welke)

1. Welke vervolgopleiding ga je volgen en waar
   
2. Wat weet je al van de vervolgopleiding (open dag/meeloopdag)
3. Hoe moet je reizen naar de opleiding? Vertel hier wat over
4. Ken je mensen die deze opleiding volgen/het beroep uitoefenen en wat vinden ze ervan
   
5. Welk beroep kun je uitoefenen als je de opleiding af hebt
   
6. Wat lijkt je leuk/minder leuk aan dit beroep
   
7. Welke sterke/minder sterke karaktereigenschappen heb jij
   
8. Heb je al ervaring (stage/bijbaantje) in deze richting? Vertel hierover
   

 aan het werk

Een aantal voorbeelden

Om je een voorbeeld te geven van zinnen die je kunt gebruiken bij de deelvragen, volgen er nu een aantal dia's. 

Je moet het mondeling op jezelf toepassen, dus deze zinnen kun je niet zomaar kopieren. Iedereen is anders, dus alle informatie in het mondeling is ook anders.

Vervolgopleiding

Ik ga de vervolgopleiding Teelt doen

I am going to do the follow-up education Cultivation

Ik blijft misschien op Yuverta in Horst omdat ik de school leuk vind.

I  might stay at Yuverta in Horst because I like the school.

Reis er naartoe

Ik ga naar Eindhoven dus ik moet een half uur met de trein.

I am going to Eindhoven, so I need to travel by train for half an hour.

Ik moet om 6 uur opstaan om de bus te halen.

I have to get up at 6 o'clock to take the bus.

Sterkte/minder sterke eigenschappen

Ik ben een harde werker en ik leer snel.

I am a hard worker and a quick learner.

Ik kom vaak te laat dus ik moet hier aan gaan werken.

I am often late so I have to work on this.

De toekomstige tijd (future)

Omdat je gaat vertellen over je toekomstige werk/opleiding, moet je de toekomstige tijd gebruiken. 

Hier zijn een aantal manieren voor. We gaan eens kijken hoe veel je hier nog van weet. 

will

shall

might

may

can/could

am going to

are going to

is going to

als je het nog niet zeker weet

een spontaan besluit

een belofte

persoonlijke plannen of afspraken die vastliggen of wat zekerder zijn

Will /  shall

am/is/are going to ....

een belofte

een voorspelling met bewijs

een voorspelling zonder bewijs

een spontane actie

een (zeker) plan

Aan de slag!

1. Maak twee- of drietallen
2. Geef aan docent door wie er in je groepje zitten
3. Zet de grote lijnen op papier in het Nederlands (bijv. in een woordweb)
4. Vertaal moeilijke woorden naar het Engels
5. Oefenen, oefenen, oefenen!