1HV: Chapitre 2 - Introduction

Aujourd'hui, c'est le....
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Aujourd'hui, c'est le....

Slide 1 - Tekstslide

Se présenter
Comment tu t'appelles? 

Tu habites où?

Tu as quel âge? 

Tu as une grande famille?

Tu as des frères ou soeurs?



Slide 2 - Tekstslide

Objectifs 1HVE
Aan het einde van de les :
  • weet je wat je aan het einde van dit hoofdstuk kunt (de leerdoelen)
  • weet je wanneer de Fransen allemaal stokbrood eten
  • heb je wat woorden geleerd die met eten te maken hebben

Slide 3 - Tekstslide

Fransen vieren feest: het stokbrood is cultureel erfgoed


https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/video/video/5350353/frankrijk-stokbrood-cultureel-erfgoed-baguette-brood-cultuur?fbclid=IwAR1At2a2AdOESGmjoV3lHlvMxXsgdPxbh7MCI2SPz5o6QGL1IKW4xHUYVzw

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Les objectifs de chapitre 2
(De leerdoelen)
  • Iets bestellen op een terrasje of in een restaurant

  • Iets kopen op de markt of in een winkel

Slide 9 - Tekstslide

C'est si bon!
- Gesprek op een terras begrijpen
- Iets bestellen/kopen
- Menukaart begrijpen
- Woordenschat: eten & drinken
- Getallen t/m 100
- De ontkenning

Slide 10 - Tekstslide

Weektaak 46 & 47

Semaine 46 (vorige week)
Faire (= maken)
  • Chapitre 2 : Introduction & A (luistervaardigheid)
  • Slim stampen: A+B
Apprendre (= leren):
  • vocabulaire & phrases clés A+B
     (= woorden + zinnetjes van A en B: uitpraak + F>N / N>F + schrijven)



Slide 11 - Tekstslide

Weektaak: semaine 49 & 50

Semaine 49
  • Chapitre 2 : Introduction & A (luistervaardigheid)
  • Slim stampen: A+B
Apprendre (= leren):
  • vocabulaire & phrases clés A+B
     (= woorden + zinnetjes van A en B: uitpraak + F>N / N>F + schrijven)

Misschien heb je vakflex Frans gevolgd en in mijn afwezigheid al Introduction & A gemaakt. De weektaak van deze week (week 47): Bron B: leesvaardigheid & bron D: grammatica. Dit hoeft (nog niet af, maar als je de weektaak van week 46 al af hebt, dan maak je alvast B: leesvaardigheid en ligne (online).


Slide 12 - Tekstslide

Wat voor soort woorden heb je nodig als je iets wilt kunnen kopen op een markt of in een winkel?

Slide 13 - Woordweb

Wat voor soort woorden heb je nodig als je iets wilt kunnen bestellen op een terrasje of in een restaurant?

Slide 14 - Woordweb

Au travail!
Prêt? Slim stampen 
En silence, zodat iedereen zich kan concentreren

Slide 15 - Tekstslide

VOCABULAIRE
A & B 
(page 92) 
timer
15:00

Slide 16 - Tekstslide

Grammaire
Het werkwoord avoir... = ?

Slide 17 - Tekstslide

ik 
jij
hij  / zij / men
wij
jullie / u
zij
zij 
vous
je
nous
ils
il / elle / on
tu
elles

Slide 18 - Sleepvraag

le verbe avoir
j'
ai
tu
as
il / elle/ on
a
nous
avons
vous 
avez

ils / elles 
ont
ik
heb
jij
hebt
hij / zij / men
heeft
wij
hebben
jullie / u
hebben / heeft
zij [mmv / vmv]
hebben

Slide 19 - Tekstslide

j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'avoir' met het onderwerp
ai
as
a
avons
avez
ont

Slide 20 - Sleepvraag

ik heb
jij hebt
hij heeft
zij heeft
men heeft/
wij hebben
wij hebben
jullie hebben/ u heeft
zij hebben
(mnl mv)
zij hebben
(vrl mv)

Slide 21 - Sleepvraag

A. optreden

B. ontdekt worden

C. zin hebben om te 

A. zij  heeft
B. zij hebben
C.  men heeft
D.  jullie hebben
E. jij / je hebt
F. wij hebben
1.  nous  avons
2.  tu  as
3.  ils  ont
4.  on  a
5.  vous avez
6.  elle  a

Slide 22 - Sleepvraag

Jaques et Françoise .... trois pommes
A
ai
B
a
C
avons
D
ont

Slide 23 - Quizvraag

Non, j'.... un frère
A
ai
B
a
C
as
D
ont

Slide 24 - Quizvraag

Nous ..... une voiture et un vélo
A
a
B
ont
C
avez
D
avons

Slide 25 - Quizvraag

Il .... quinze ans
A
as
B
a
C
ai
D
avez

Slide 26 - Quizvraag

Ils / Elles .... une grand-mère super!
A
avons
B
a
C
ont
D
avez

Slide 27 - Quizvraag

Tu .... une soeur ?
A
ai
B
a
C
as
D
ont

Slide 28 - Quizvraag

Vous ..... une grande chambre?
A
ai
B
avez
C
avons
D
as

Slide 29 - Quizvraag