Scheikunde 2 - Les 2

• Scheikunde
• MBO
• Studiejaar 1

Scheikunde 2 - Les 2

Lesplanning

• Doornemen weekplanning
• Herhaling vorige les
• Doornemen leerdoelen
• Vervolg opbouw atoom en ion
• Aan de slag!
• Isotopen
• Aan de slag!

Weekplanning

Week 1: Opbouw van atoom en ion

Week 2: Opbouw van atoom en ion, isotopen

Week 3: Atoombindingen & covalentie

Week 4: Verschillende soorten bindingen

Lesplanning

• Doornemen weekplanning
• Herhaling vorige les
• Doornemen leerdoelen
• Vervolg opbouw atoom en ion
• Aan de slag!
• Isotopen
• Aan de slag!

Welk type deeltje(s) kunnen in een atoomkern voorkomen?

1. Protonen en elektronen
2. Protonen, elektronen en neutronen
3. Neutronen en elektronen
4. Protonen en neutronen

Welk type deeltjes in het atoom bepaalt welk atoomsoort het is?

De protonen

Massagetal =

1. Aantal protonen
2. Aantal neutronen
3. Aantal protonen - aantal elektronen
4. Aantal protonen + aantal neutronen

Wanneer noem je een atoom nu een ion?

Wanneer het atoom een lading heeft, dus een positieve of negatieve lading. Dat betekent dat het meer of minder elektronen heeft dan het aantal protonen.

Bij meer elektronen dan protonen is het atoom negatief geladen en bij minder elektronen dan protonen is het atoom positief geladen.

Lading ion =

1. Aantal protonen - aantal elektronen
2. Aantal protonen - aantal neutronen
3. Aantal elektronen- aantal protonen
4. Aantal elektronen

Een negatief geladen ion bevat:

1. Meer protonen dan elektronen
2. Meer elektronen dan protonen
3. Dit kun je niet weten

Lesplanning

• Doornemen weekplanning
• Herhaling vorige les
• Doornemen leerdoelen
• Vervolg opbouw atoom en ion
• Aan de slag!
• Isotopen
• Aan de slag!

Leerdoelen

Jij:

• Kunt aangeven hoeveel protonen een bepaald atoom of ion bevat
  
• Kunt aangeven hoeveel neutronen een bepaald atoom of ion bevat
  
• Kunt aangeven hoeveel elektronen een bepaald atoom of ion bevat
  
• Kunt de definitie van een isotoop geven

Lesplanning

• Doornemen weekplanning
• Herhaling vorige les
• Doornemen leerdoelen
• Vervolg opbouw atoom en ion
• Aan de slag!
• Isotopen
• Aan de slag!

Gezamenlijk oefenen

1. Zoek uit van het weergeven ion.

a. Wat is het atoomnummer?

b. Wat is het massagetal?

c. Wat is de lading?

d. Hoeveel protonen?

e. Hoeveel neutronen?

f. Hoeveel elektronen?

Gezamenlijk oefenen

1. Zoek uit van het weergeven ion.

a. Wat is het atoomnummer? 11

b. Wat is het massagetal? 22,99 ~ 23

c. Wat is de lading? +1

d. Hoeveel protonen? 11

e. Hoeveel neutronen? 23-11 = 12 (massagetal - atoomnummer = neutronen)

f. Hoeveel elektronen? 10 (lading is +1, er zijn 11 protonen, dus 10 elektronen)

Lesplanning

• Doornemen weekplanning
• Herhaling vorige les
• Doornemen leerdoelen
• Vervolg opbouw atoom en ion
• Aan de slag!
• Isotopen
• Aan de slag!

Aan de slag!

Maak opdracht 1 - Les 2 op de ELO

Lesplanning

• Doornemen weekplanning
• Herhaling vorige les
• Doornemen leerdoelen
• Vervolg opbouw atoom en ion
• Aan de slag!
• Isotopen
• Aan de slag!

Stof

bestaat uit

Stof

Moleculen

bestaat uit

Stof

Moleculen

Atomen

bestaat uit

bestaan uit

Stof

Moleculen

Atomen 

Protonen, neutronen &  elektronen 

bestaat uit

bestaan uit

bestaan uit

Isotopen

• Het aantal protonen en elektronen is gelijk aan elkaar. 
• De protonen en de neutronen hoeven niet gelijk te zijn aan elkaar!

Isotopen

• Het aantal protonen en elektronen is gelijk aan elkaar. 
• De protonen en de neutronen hoeven niet gelijk te zijn aan elkaar!

Bij veel atoomsoorten komen 

atomen voor met een verschillend 

aantal neutronen, bijv. bij waterstof:

Isotopen

Dit noem je dan isotopen.

Waterstof kent in zijn geval dus drie isotopen.

Isotopen: Isotopen zijn atomen van dezelfde atoomsoort met een verschillend aantal neutronen.

Isotopen - herkennen

 

Deze twee atomen zijn géén isotopen. Waarom?

Bij een isotoop bevatten beide atomen evenveel protonen en elektronen en verschilt alleen het aantal neutronen.

In dit geval bevat het linker atoom twee elektronen en twee protonen.

Het rechter atoom bevat een elektron en een proton.

Isotopen - herkennen

Zijn deze twee atomen isotopen?

Leg uit waarom wel/niet?

Bij een isotoop bevatten beide atomen evenveel protonen en elektronen en verschilt alleen het aantal neutronen.

In dit geval bevat het linker atoom twee elektronen en twee protonen.

Het bevat 1 neutron.

Het rechter atoom bevat ook twee elektronen en twee protonen.

Het bevat echter 2 neutronen. 

Isotopen - notatie

Hoe haal je die isotopen dan uit elkaar? 

Voor het aangeven van isotopen gebruik je het massagetal.

                                                                                                               

massagetal = protonen + neutronen

                                   

                                                                                   

BINAS 

tabel 25

De meeste koolstofatomen hebben 6 protonen en 6 neutronen in de kern. Wat is het massagetal van dit atoom?

12

Hiernaast staat een goud atoom (Au). Het massagetal van dit atoom is 197.

Hoeveel neutronen bevat dit atoom? (gebruik je Periodiek Systeem)

Massagetal is 197 (aantal protonen + neutronen)

Atoomnummer is 79 (aantal protonen)

Neutronen = massagetal - atoomnummer

Neutronen = 197 - 79 = 118 neutronen

Lesplanning

• Doornemen weekplanning
• Herhaling vorige les
• Doornemen leerdoelen
• Vervolg opbouw atoom en ion
• Aan de slag!
• Isotopen
• Aan de slag!

Aan de slag!

Maak opdracht 2 - Les 2 op de ELO