Herhaling AP deel 1

Herhaling AP deel 1
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Herhaling AP deel 1

Slide 1 - Tekstslide

Productie
Productie heeft gevolgen voor de samenleving. Dit noem je de maatschappelijke kosten/opbrengsten.
Maatschappelijke kosten van produceren: zijn lastig in geld uit te drukken, maar de maatschappij betaalt ervoor. Denk aan water-, lucht- en bodemvervuiling. Maar ook geluidshinder.
Maatschappelijke opbrengsten van produceren zijn het ontstaan van meer werkgelegenheid.

Slide 2 - Tekstslide

Bepaal je eigen huiswerk
Op het bord zie je een vraag. 
Je geeft in jouw tweetal antwoord.
Antwoord goed? Huiswerkopgave minder.
Antwoord fout? Huiswerkopgave!

Slide 3 - Tekstslide

Overzicht
Vraag 1 - pagina 93 opdracht 13
Vraag 2 - niks
Vraag 3 - niks
Vraag 4 -  pagina 96 opdracht 1
Vraag 5 - niks
Vraag 6 - niks
Vraag 7 - pagina 96 opdracht 3
Vraag 8 - pagina 96 opdracht 4
Vraag 9 - pagina 93 opdracht 11 en 12
Vraag 10 en 11 - pagina 97 opdracht 7
Vraag 12 - pagina 97 opdracht 8

Slide 4 - Tekstslide

Als bedrijven meer produceren, levert dat allerlei voordelen op.
Echter, het levert ook nadelen op. Koppel de juiste elementen aan het juiste begrip (maatschappelijke kosten / maatschappelijke opbrengsten). 
Maatschappelijke opbrengsten
Maatschappelijke kosten
Energieverbruik

Slide 5 - Sleepvraag

Overzicht
Vraag 1 - pagina 93 opdracht 13
Vraag 2 - niks
Vraag 3 - niks
Vraag 4 -  pagina 96 opdracht 1
Vraag 5 - niks
Vraag 6 - niks
Vraag 7 - pagina 96 opdracht 3
Vraag 8 - pagina 96 opdracht 4
Vraag 9 - pagina 93 opdracht 11 en 12
Vraag 10 en 11 - pagina 97 opdracht 7
Vraag 12 - pagina 97 opdracht 8

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de toegevoegde waarde?
A
Het geld wat de consument betaalt voor het product.
B
De grondstoffen die nodig zijn om een product te maken.
C
Elke bewerking (verder afmaken) die ervoor zorgt dat het product meer waard wordt.
D
Alles wat in een bedrijfskolom staat.

Slide 7 - Quizvraag

Overzicht
Vraag 1 - pagina 93 opdracht 13
Vraag 2 - niks
Vraag 3 - niks
Vraag 4 -  pagina 96 opdracht 1
Vraag 5 - niks
Vraag 6 - niks
Vraag 7 - pagina 96 opdracht 3
Vraag 8 - pagina 96 opdracht 4
Vraag 9 - pagina 93 opdracht 11 en 12
Vraag 10 en 11 - pagina 97 opdracht 7
Vraag 12 - pagina 97 opdracht 8

Slide 8 - Tekstslide

Emancipatorische arbeidsverdeling
Interculturele arbeidsverdeling
Verschil tussen mannen en vrouwen
Mannen verdienen meer per uur, dan vrouwen
politie is een afspiegeling van de samenleving
Piet werkt op de nederlandse ambassade

Slide 9 - Sleepvraag

Overzicht
Vraag 1 - pagina 93 opdracht 13
Vraag 2 - niks
Vraag 3 - niks
Vraag 4 -  pagina 96 opdracht 1
Vraag 5 - niks
Vraag 6 - niks
Vraag 7 - pagina 96 opdracht 3
Vraag 8 - pagina 96 opdracht 4
Vraag 9 - pagina 93 opdracht 11 en 12
Vraag 10 en 11 - pagina 97 opdracht 7
Vraag 12 - pagina 97 opdracht 8

Slide 10 - Tekstslide

De nieuwprijs van een Toyata Yaris is € 21.595. Als je hem na vijf jaar inruilt, krijg je er nog € 11.800 voor terug. Bereken de jaarlijkse afschrijving.
A
€ 1.959
B
€ 2.959
C
€ 3.959
D
€ 4.959

Slide 11 - Quizvraag

Overzicht
Vraag 1 - pagina 93 opdracht 13
Vraag 2 - niks
Vraag 3 - niks
Vraag 4 -  pagina 96 opdracht 1
Vraag 5 - niks
Vraag 6 - niks
Vraag 7 - pagina 96 opdracht 3
Vraag 8 - pagina 96 opdracht 4
Vraag 9 - pagina 93 opdracht 11 en 12
Vraag 10 en 11 - pagina 97 opdracht 7
Vraag 12 - pagina 97 opdracht 8

Slide 12 - Tekstslide

De nieuwprijs van een Toyata Yaris is € 21.595. De afschrijving is € 1.959. Bereken de boekwaarde na 4 jaar.
A
€ 11.759
B
€ 12.759
C
€ 13.759
D
€ 14.759

Slide 13 - Quizvraag

Overzicht
Vraag 1 - pagina 93 opdracht 13
Vraag 2 - niks
Vraag 3 - niks
Vraag 4 -  pagina 96 opdracht 1
Vraag 5 - niks
Vraag 6 - niks
Vraag 7 - pagina 96 opdracht 3
Vraag 8 - pagina 96 opdracht 4
Vraag 9 - pagina 93 opdracht 11 en 12
Vraag 10 en 11 - pagina 97 opdracht 7
Vraag 12 - pagina 97 opdracht 8

Slide 14 - Tekstslide

Soumaya koopt computers in voor € 420 per stuk. Zij telt daar voor de verkoopprijs 31% bij op. De prijs in de winkel wordt 21% hoger door de btw. Bereken de verkoopprijs.
A
€520,20
B
€530,20
C
€540,20
D
€550,20

Slide 15 - Quizvraag

Overzicht
Vraag 1 - pagina 93 opdracht 13
Vraag 2 - niks
Vraag 3 - niks
Vraag 4 -  pagina 96 opdracht 1
Vraag 5 - niks
Vraag 6 - niks
Vraag 7 - pagina 96 opdracht 3
Vraag 8 - pagina 96 opdracht 4
Vraag 9 - pagina 93 opdracht 11 en 12
Vraag 10 en 11 - pagina 97 opdracht 7
Vraag 12 - pagina 97 opdracht 8

Slide 16 - Tekstslide

Soumaya koopt computers in voor € 420 per stuk. Zij telt daar voor de verkoopprijs 31% bij op. De prijs in de winkel wordt 21% hoger door de btw. Bereken de consumentenprijs.
A
€ 660,74
B
€ 665,74
C
€ 670,74
D
€ 675,74

Slide 17 - Quizvraag

Overzicht
Vraag 1 - pagina 93 opdracht 13
Vraag 2 - niks
Vraag 3 - niks
Vraag 4 -  pagina 96 opdracht 1
Vraag 5 - niks
Vraag 6 - niks
Vraag 7 - pagina 96 opdracht 3
Vraag 8 - pagina 96 opdracht 4
Vraag 9 - pagina 93 opdracht 11 en 12
Vraag 10 en 11 - pagina 97 opdracht 7
Vraag 12 - pagina 97 opdracht 8

Slide 18 - Tekstslide

Als iedere werknemer zijn eigen taak heeft, noem je dat

Om specialist te worden heb je een opleiding nodig. Daarom is voor veel banen                    nodig. 
scholing
arbeidsverdeling

Slide 19 - Sleepvraag

Overzicht
Vraag 1 - pagina 93 opdracht 13
Vraag 2 - niks
Vraag 3 - niks
Vraag 4 -  pagina 96 opdracht 1
Vraag 5 - niks
Vraag 6 - niks
Vraag 7 - pagina 96 opdracht 3
Vraag 8 - pagina 96 opdracht 4
Vraag 9 - pagina 93 opdracht 11 en 12
Vraag 10 en 11 - pagina 97 opdracht 7
Vraag 12 - pagina 97 opdracht 8

Slide 20 - Tekstslide

Youssef heeft een buurtwinkel met Marrokaanse specialiteiten. Zijn jaaromzet is € 438.000. De inkoopwaarde van zijn producten is € 296.000. Zijn bedrijfskosten zijn € 88.600. Bereken de brutowinst va Youssef.
A
€ 140.000
B
€ 141.000
C
€ 142.000
D
€ 143.000

Slide 21 - Quizvraag

Overzicht
Vraag 1 - pagina 93 opdracht 13
Vraag 2 - niks
Vraag 3 - niks
Vraag 4 -  pagina 96 opdracht 1
Vraag 5 - niks
Vraag 6 - niks
Vraag 7 - pagina 96 opdracht 3
Vraag 8 - pagina 96 opdracht 4
Vraag 9 - pagina 93 opdracht 11 en 12
Vraag 10 en 11 - pagina 97 opdracht 7
Vraag 12 - pagina 97 opdracht 8

Slide 22 - Tekstslide

Youssef heeft een buurtwinkel met Marrokaanse specialiteiten. Zijn jaaromzet is € 438.000. De inkoopwaarde van zijn producten is € 296.000. Zijn bedrijfskosten zijn € 88.600. Bereken de nettowinst van Youssef.
A
€ 53.400
B
€ 54.400
C
€ 55.400
D
€ 56.400

Slide 23 - Quizvraag

Overzicht
Vraag 1 - pagina 93 opdracht 13
Vraag 2 - niks
Vraag 3 - niks
Vraag 4 -  pagina 96 opdracht 1
Vraag 5 - niks
Vraag 6 - niks
Vraag 7 - pagina 96 opdracht 3
Vraag 8 - pagina 96 opdracht 4
Vraag 9 - pagina 93 opdracht 11 en 12
Vraag 10 en 11 - pagina 97 opdracht 7
Vraag 12 - pagina 97 opdracht 8

Slide 24 - Tekstslide

De consumentenprijs is € 699,38. De BTW is 21%. Bereken de verkoopprijs.
A
€ 575
B
€ 576
C
€ 577
D
€ 578

Slide 25 - Quizvraag

Overzicht
Vraag 1 - pagina 93 opdracht 13
Vraag 2 - niks
Vraag 3 - niks
Vraag 4 -  pagina 96 opdracht 1
Vraag 5 - niks
Vraag 6 - niks
Vraag 7 - pagina 96 opdracht 3
Vraag 8 - pagina 96 opdracht 4
Vraag 9 - pagina 93 opdracht 11 en 12
Vraag 10 en 11 - pagina 97 opdracht 7
Vraag 12 - pagina 97 opdracht 8

Slide 26 - Tekstslide