THEMATISCH NEDERLANDS LES 3: GEEN HONGER

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
StudielessenPraktijkonderwijsLeerjaar 1-4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Startklaar 
       
       Pak je Chromebook/ laptop voor je
       Start je Chromebook/ laptop op
       Log in op www.lessonup.app 
       Stop je telefoon in het zakkie en in je tas 
      
timer
2:30

Slide 2 - Tekstslide

Inhoud van de les
Inleiding
Voorkennis activeren
Instructie / Theorie
Opdrachten
Begrippen van deze les
Exit ticket

Slide 3 - Tekstslide

Inleiding
Tijdens de vorige les hebben we het gehad over het eerste werelddoel 'Geen armoede' en hebben jullie nagedacht over wat armoede nou precies is.
Vandaag zoomen we in op het volgende werelddoel, dat eigenlijk heel veel te maken heeft met het eerste doel: 'Geen honger'. 

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van de les...
  • kan ik uitleggen wat 'De Voedselbank' is en hoe 'De Voedselbank' werkt.
  • kan ik uitleggen wat een vrijwilliger is.

Slide 5 - Tekstslide

De Voedselbank
Het geld dat je nodig hebt om te leven in het land waar je woont, noem
je leefgeld. Met dit geld betaal je je basisbehoeften (dat wat je écht nodig hebt): 
  • eten
  • drinken
  • kleding

Eva’s moeder heeft niet genoeg geld om voor die basisbehoeften te kunnen
betalen, daarom krijgt ze hulp van de Voedselbank. Als je minder geld hebt dan het leefgeld dat je nodig hebt, leef je onder de armoedegrens.

Slide 6 - Tekstslide

De Voedselbank
De Voedselbank helpt mensen die te weinig geld hebben voor boodschappen.
Wanneer heb je te weinig geld voor boodschappen? Maak kennis met Eva:

Eva is 10 jaar. Zij woont met haar moeder in een flat.
Eva’s vader is bij haar moeder weggegaan 
toen Eva
net geboren was. Eva’s moeder is vaak ziek en kan
daardoor niet veel werken. 
Eva en haar moeder moeten leven van weinig geld.

Zij worden geholpen door de Voedselbank.

Slide 7 - Tekstslide

De Voedselbank
Om dit te kunnen doen, werkt de Voedselbank samen met bedrijven zoals:
  • Bakkers die het brood van gisteren niet meer verkopen aan hun klanten. 
  • Supermarkten die levensmiddelen overhouden; bijvoorbeeld groenten, soep of spaghetti die net over de houdbaarheidsdatum zijn.

Slide 8 - Tekstslide

De Voedselbank
De Voedselbank haalt deze producten op om ze in pakketten te doen.
De mensen die dit doen, krijgen daar niet voor betaald maar doen dit vrijwillig.

Je noemt deze mensen vrijwilligers. Vrijwilligers doen dit werk omdat ze graag andere mensen helpen. Zo hebben Eva en haar moeder toch elke week genoeg te eten.

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag!

Slide 10 - Tekstslide

Klik op de spinner
Formatief evalueren

Slide 11 - Tekstslide

Wat vond je van de afgelopen les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll