Dinsdag 11 februari 2025

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Dinsdag 11 februari 2025

Slide 2 - Tekstslide

Programma
- Lezen
10 min
- Terugblik vorige les
10 min
- Woordenschat
10 min
- Oefenen kijken & luisteren Woots
40 min
-Afsluiting
10 min

Slide 3 - Tekstslide

Lezen
Je pakt je leesboek voor je, we beginnen met stillezen!





timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik vorige les
Een tweede taal vergroot je wereld


moedertalen
meertalig
vreemde talen

Slide 5 - Tekstslide

Wat betekent meertaligheid?
A
Dat je woorden zowel passief als actief gebruikt
B
Dat je zinnen met meer woorden kunt maken
C
Dat je meerdere woorden kent
D
Dat je twee of meer talen spreekt

Slide 6 - Quizvraag

Wanneer ben je meertalig?
A
Als je meer talen regelmatig gebruikt.
B
Als je één taal spreekt.
C
Als je je moedertaal vloeiend spreekt.
D
Als je in een andere taal alleen 'hallo' kunt zeggen.

Slide 7 - Quizvraag

Ben jij meertalig?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Je moedertaal is:
A
De taal die je altijd met je moeder spreekt.
B
De taal waarin je hebt leren spreken vanaf je geboorte.
C
De tweede taal die je leerde.
D
Hetzelfde als je vadertaal.

Slide 9 - Quizvraag

Een vreemde taal
A
Is precies hetzelfde als een tweede taal
B
Is hetzelfde als je moedertaal
C
Is een buitenlandse taal die je later leert spreken
D
Is een taal met gekke klanken

Slide 10 - Quizvraag

Achterstand betekent > afstand tot iemand die al verder is...
Waar
Niet waar

Slide 11 - Poll

Wat is een synoniem van beheersen?
A
Leren
B
Kijken
C
Oefenen
D
Kunnen

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de betekenis van beheersen?
A
Iets goed kunnen
B
Afstand tot iemand die al verder is
C
Iets wat veel voor je betekent
D
Ergens helemaal door in beslag genomen zijn

Slide 13 - Quizvraag

Welk woord past in de zin?
Het meisje spreekt thuis Nederlands en Spaans, al heeft ze in het Spaanse een kleine ....................

Factor
Achterstand
Moedertaal
Anekdote

Slide 14 - Sleepvraag

Wat is de betekenis van anekdote?
A
Lang en verzonnen verhaal
B
Lang verhaal over iets wat echt gebeurd is
C
Grappig en kort verhaal over iets wat echt gebeurd is
D
Grappig en verzonnen verhaal

Slide 15 - Quizvraag

Ondergedompeld
Beheerst
Waardevol
Vloeiend
Wat best het best in de zin?

Ze was zo ............................. in haar werk dat ze de tijd volledig vergat. 

Slide 16 - Sleepvraag

Wat past het best in het rijtje;
verhaal - kort - .................
A
Achterstand
B
Anekdote
C
Vloeiend
D
Waardevol

Slide 17 - Quizvraag

Onderdompelen betekent: ergens helemaal door in beslag genomen zijn
Waar
Niet waar

Slide 18 - Poll

Welk woord past in het rijtje?
Omstandigheden - invloed - ................
A
Achterstand
B
Anekdote
C
Moedertaal
D
Factoren

Slide 19 - Quizvraag

Welk woord past in de zin:
Portugees is zijn ..................; de taal die hij als eerste leerde. Later kwam daar het Nederlands bij.
A
Moedertaal
B
Anekdote
C
Factor
D
Achterstand

Slide 20 - Quizvraag

Welk woord past in de zin:
Zij spreekt .................Frans, al woont ze nog maar één jaar in Frankrijk.
A
Ondergedompeld
B
Waardevol
C
Vloeiend
D
Beheerst

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

De betekenis van het woord
'de achterstand'
A
je staat er achter
B
je bent minder ver dan je zou moeten zijn
C
Je loopt voor op anderen
D
ik weet het niet

Slide 23 - Quizvraag

Wat betekent

vloeiend
A
iets dat je kunt vertrouwen
B
iemand die iets doet als hobby, zonder betaald te krijgen
C
gemeen, hard en ruw
D
zonder fouten en zonder accent

Slide 24 - Quizvraag

Wat is een anekdote?
A
een grappig en herkenbaar verhaaltje
B
een reden om ergens over te schrijven
C
een bepaalde vraag
D
een constatering

Slide 25 - Quizvraag

Wat betekent 'waardevol'?
A
duur
B
leuk
C
slim
D
belangrijk

Slide 26 - Quizvraag

Ik denk dat een vreemde taal wel handig is om te kunnen
Ja
Nee

Slide 27 - Poll

Oefeningen
Open Woots
Maak zelfstandig de oefentoets.

KLAAR?
> Fictiedossier > Classroom
> Werk aan je eigen leerdoelen

Slide 28 - Tekstslide

Volgende les
Vrijdag 14 februari 

> Leesboek meenemen
> Toets Kijken & Luisteren
( bedrade oortjes meenemen)!

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Link