Grammar Quiz 3TL Modals, Short yes/no answers & Future

The Big Grammar Quiz

& a little vocab
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

The Big Grammar Quiz

& a little vocab

Slide 1 - Tekstslide

Future

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer je een voorspellig doet waarvoor je GEEN bewijs hebt, gebruik je...
A
will (not) + hele ww
B
am/are/is + (not) going to + hele ww
C
geen future
D
past simple

Slide 3 - Quizvraag

Wanneer je een voorspellig doet waarvoor je WEL bewijs hebt, gebruik je...
A
will (not) + hele ww
B
am/are/is + (not) going to + hele ww
C
geen future
D
past simple

Slide 4 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van de future in:
We ..... (get) you some tea and a piece of cake
A
are going to get
B
are getting
C
will get
D
gets

Slide 5 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van de future in:
I ..... (wait) for you even if you're late, don't worry
A
am waiting
B
am going to wait
C
will wait
D
wait

Slide 6 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van de future in:
Alex ...... (take) Melanie out to dinner tonight
A
is taking
B
is going to take
C
will take
D
takes

Slide 7 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van de future in:
I ...... (visit) my uncle next week
A
am going to visit
B
am visiting
C
will visit
D
visit

Slide 8 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van de future in:
Look at those clouds! It ....... (rain)
A
will rain
B
is going to rain
C
is raining
D
rains

Slide 9 - Quizvraag

Wanneer gebruik je will + hele werkwoord?
A
Voor schema's
B
Beloftes, aanbiedingen, aankondigingen en besluiten
C
Als je iets (niet) van plan bent
D
Bij afspraken in de nabije toekomst (tijdstip en plaats vast)

Slide 10 - Quizvraag

Wanneer gebruik je am/are/is + (not) going to + hele werkwoord?
A
Voor schema's
B
Beloftes, aanbiedingen, aankondigingen en besluiten
C
Toekomstige plannen
D
Bij afspraken in de nabije toekomst (tijdstip en plaats vast)

Slide 11 - Quizvraag

Wanneer gebruik je de present continuous? (bijv. I am meeting)
A
Voor schema's
B
Beloftes, aanbiedingen, aankondigingen en besluiten
C
Toekomstige plannen
D
Bij afspraken in de nabije toekomst (tijdstip en plaats vast)

Slide 12 - Quizvraag

Wanneer gebruik je de present simple? (bijv. he works)
A
Voor schema's
B
Beloftes, aanbiedingen, aankondigingen en besluiten
C
Toekomstige plannen
D
Bij afspraken in de nabije toekomst (tijdstip en plaats vast)

Slide 13 - Quizvraag

Modals
May, might, be allowed to

Slide 14 - Tekstslide

Wanneer gebruik je can of could?
A
Om te vragen of iets mag
B
om te vragen of iets mag volgens de regels
C
om te zeggen dat je fantastisch bent
D
je gebruikt can of could nooit

Slide 15 - Quizvraag

Wanneer gebruik je 'be allowed to'?
A
Om te vragen of iets mag
B
om te vragen of iets mag volgens de regels
C
om te zeggen dat je fantastisch bent
D
je gebruikt to be allowed nooit

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen can & could?
A
Can is beleefder
B
Can klinkt beter
C
Could is beleefder
D
Could klinkt beter

Slide 17 - Quizvraag

Choose the correct modal:
.... bring a friend to football practice?
A
Can/could
B
am I allowed to

Slide 18 - Quizvraag

Choose the correct modal:
You ........ use a calculator during the test
A
can/could
B
are allowed to

Slide 19 - Quizvraag

Choose the correct modal:
Ladies, ........ have your attention please?
A
Could I
B
Can I
C
am I allowed to

Slide 20 - Quizvraag

Short yes/no answers

Slide 21 - Tekstslide

Wat doe je om een short yes/no answer te geven?
A
Je herhaalt het 1e werkwoord
B
Je herhaalt alle werkwoorden
C
Je herhaalt de hele zin
D
Je zegt alleen 'yes' of 'no'

Slide 22 - Quizvraag

Give the short yes/no answer:
Can I walk the dog later? +

Slide 23 - Open vraag

Give the short yes/no answer:
Am I invited to the party? +

Slide 24 - Open vraag

Give the short yes/no answer:
Does Richard like that? -

Slide 25 - Open vraag

Give the short yes/no answer:
Has Alex given you his phone number? -

Slide 26 - Open vraag

Vocabulary 
Theme 1

Geef de juiste vertaling voor de volgende woorden...

Slide 27 - Tekstslide

Today it's my parents' 25th wedding ... (jubileum)

Slide 28 - Open vraag

The .... applauded at the end of the song (publiek)

Slide 29 - Open vraag

uitsmijter

Slide 30 - Open vraag

Oceans .... about 70% of Earth's surface (bestrijken)

Slide 31 - Open vraag

I was .... when I heard I'd won the contest (stomverbaasd)

Slide 32 - Open vraag

van start gaan

Slide 33 - Open vraag

Have a blast!

Slide 34 - Open vraag

eindigen in

Slide 35 - Open vraag

A .... is a difficult question with a funny and clever answer (raadsel)

Slide 36 - Open vraag

Slide 37 - Tekstslide