In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
Onderdelen in deze les
De Koude Oorlog
EINDE VAN DE KOUDE OORLOG
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel
Je kan uitleggen hoe de volgende gebeurtenissen verlopen zijn:
Het communisme van Michael Gorbatsov
De val van het Oostblok en de Berlijnse Muur
De Duitse eenwording
Slide 2 - Tekstslide
Wat betekent de Koude Oorlog?
A
Een oorlog gevoerd in een koude periode
B
Een oorlog waarin veel actie ondernomen wordt
C
Een oorlog waarin weinig actie ondernomen wordt
D
Een oorlog waarin vooral de sfeer bijzonder 'koud' is
Slide 3 - Quizvraag
De Koude Oorlog begint
A
na de nederlaag van Duitsland
B
de dood van Roosevelt (april 1945)
C
de nederlaag van Japan
D
na WOII in 1945
Slide 4 - Quizvraag
Na de Tweede Wereldoorlog was er al snel een nieuwe vijand voor de VS. Wat was de nieuwe vijand van de VS?
A
het kapitalisme
B
het liberalisme
C
het socialisme
D
het communisme
Slide 5 - Quizvraag
Kapitalisme
A
Westen
B
Oosten
Slide 6 - Quizvraag
Wat is Marshallhulp?
A
Hulp aan arme kinderen in Afrika
B
Economische hulp van de VS aan Europa na WOII
C
Een militair samenwerkingsverband in het westen
D
Militaire hulp van de VS
Slide 7 - Quizvraag
Het opstellen van vijfjarenplannen hoort bij...
A
communisme
B
de planeconomie
C
kapitalisme
D
zuiveringen
Slide 8 - Quizvraag
Welke uitspraak over de CUBACRISIS is juist? De Cubacrisis is:
A
de aanleiding voor de revolutie op Cuba.
B
de oorzaak van het invoeren van hervormingen in
Cuba.
C
de reden voor militaire steun van de VS aan Cuba.
D
het gevolg van het plaatsen van raketinstallaties op Cuba.
Slide 9 - Quizvraag
Vrije markteconomie past bij
A
communisme
B
kapitalisme
Slide 10 - Quizvraag
Wat heeft niets met de Koude Oorlog te maken?
A
Politionele acties
B
Containmentpolitiek
C
Truman-doctrine
D
De Dominotheorie
Slide 11 - Quizvraag
Wat is een wapenwedloop?
A
Strijd wie het snelst een oorlog kan winnen.
B
Strijd wie het snelst gebieden kan veroveren.
C
Strijd wie de meeste en krachtigste wapens kan maken.
D
Een wedstrijd waar je heel hard moet lopen met wapens.
Slide 12 - Quizvraag
Vraag en aanbod bepalen hoeveel nieuwe IPhones er gemaakt worden.
A
Planeconomie
B
vrijemarkteconomie
C
vrije economie
D
slimme economie
Slide 13 - Quizvraag
CRISIS IN DE SOVJETUNIE
Slide 14 - Tekstslide
De planeconomie blijkt niet te werken
Planeconomie: voor bepaald aantal jaar vastleggen wat er geproduceerd moet worden (5 jaar in het geval SU)
Economisch gezien een rampzalig idee => Altijd tekorten, heel veel regeltjes en slechte kwaliteit producten=> Veel armoede onder bevolking SU
Gevolg> Veel onvrede onder de bevolking
Slide 15 - Tekstslide
DE WAPENWEDLOOP
De wapenwedloop met het Westen kostte enorm veel geld.
De SU kon deze kosten, gezien de falende planeconomie, moeilijk opbrengen
De VS dreven de kosten voor de wapenwedloop nog verder op met Reagans Star Wars Program (SDI)
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
De hervormingen van Gorbatsjov
PERESTROJKA ofwel economische hervormingen > De Staat gaat zich minder bemoeien met economie, er wordt meer initiatief van burgers toegestaan.
Einde wapenwedloop (>meer geld voor economie)
GLASNOST ofwel meer openheid => een meer democratischer bestuur, meer partijen werden toegestaan. Meer vrijheid voor burgers dus...
Slide 18 - Tekstslide
De gevolgen van deze hervormingen.
Gorbatsjov wilde het communisme hervormen, niet afschaffen!
Glasnost > meer openheid > mensen begonnen hun mening te geven > overheid greep niet meer in.
Perestrojka > men mocht weer eigen bedrijfjes stichten, het westen werd gevraagd deze ontwikkeling te steunen.
Ronald Wilson Reagan was de 40e president van de Verenigde Staten van 1981 tot 1989. Reagan ging, na een carrière als filmacteur, in de politiek.
Michail Sergejevitsj Gorbatsjov is een voormalig secretaris-generaal van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie van 1985 tot 1991 en president van de Sovjet-Unie van 1990 tot 1991.
Slide 19 - Tekstslide
Aan de slag!
Verplicht
Hoofdstuk 4 Het einde van de Koude Oorlog
Lezen blz 32 t/m 34
Maken: gesloten- en open vragen + nakijken
Keuze:
Oefen met Quizlet.
Bekijk de uitlegvideo's in LessonUp
timer
15:00
Slide 20 - Tekstslide
De Koude Oorlog
4. EINDE VAN DE KOUDE OORLOG
Slide 21 - Tekstslide
Leerdoel
Je kan uitleggen hoe de volgende gebeurtenissen verlopen zijn:
Het communisme van Michael Gorbatsov
De val van het Oostblok en de Berlijnse Muur
De Duitse eenwording
Slide 22 - Tekstslide
Het Oostblok valt uiteen
Verzet tegen de communistische dictatuur > roep om democratische vrijheden en het recht om in vrijheid te reizen.
In het kader van glasnost nam de censuur af, burgers durfden meer te schrijven en wensen.
De partijleiding in de DDR wijst de glasnost en perestrojka => De bevolking van de DDR komt in opstand.
Vóór Gorbatsjov > hard militair optreden tegen anti-communistische opstanden (DDR in '53, Polen en Hongarije in '56, Praagse Lente '68)
Gorbatsjov: weigert militair in te grijpen in de DDR
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Gevolgen
Val van de Muur (1989)
Val van overige communistische regimes (Polen, Hongarije )
Einde éénpartijstaat in SU > Sovjet-Unie wordt opgeheven (1991)
Burgeroorlog in voormalig Joegoslavië
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Video
Slide 27 - Video
Slide 28 - Video
De Duitse Eenwording
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Duitsland herenigd
De bevolking groeide naar 79 miljoen inwoners
De hereniging was een droom voor veel Oost-Duitsers
De kosten om het communistische Oost-Duitsland om te zetten naar het kapltalismse waren hoog.
De belasting werd verhoogd.
Prijzen van levensmiddelen en huren stijgen
Sluiting van Oost-Duitse fabrieken leidde tot werkloosheid.
Slide 31 - Tekstslide
Helmut Kohl
In 1990 werd Duitsland weer één land.
Velen maakten zich zorgen over een groot Duitsland. Ze waren tenslotte al twee keer een oorlog begonnen?
Duitsland speelt een belangrijke rol in de Europese Eenwording.
Helmut Kohl is bondskanselier tijdens de hereniging.
Slide 32 - Tekstslide
Einde van de Sovjet-Unie- 1991
Veel verschillende volken willen niet meer bij de Sovjet-Unie horen. Nationalisme komt sterk op in Oost-Europa
In 1991 houdt de Sovjet-Unie dan ook op te bestaan: grote delen van de Sovjet- Unie worden onafhankelijke landen, zoals Oekraïne, Wit-Rusland en Armenië, Estland, Letland, Lithouwen etc.
Het deel dat nog overblijft gaat verder als Rusland o.l.v. Boris Jeltsin.
Slide 33 - Tekstslide
Gevolgen voor het Oostblok
Communistische regimes komen ten val en worden democratisch.
Het Warschaupact wordt opgeheven
Oost-Europese landen worden lid van de NAVO
2004: Een aantal Oost-Europese landen wordt lid van de EU
In 1991 breekt in Joegoslavië een bloedige burgeroorlog uit.
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Tekstslide
De burgeroorlog in voormalig Joegoslavië
Slide 36 - Tekstslide
Joegoslavische burgeroorlogen 1991-1999
In Joegoslavië, dat na de Eerste Wereldoorlog was ontstaan, leven veel verschillende volken.
Na de val van de Sovjet-Unie willen zij (Slovenië, Kroatië en Bosnië-Herzegovina) onafhankelijk worden van Joegoslavië.
De Servische minderheid wil dit niet: zij wil juist een Groot Servië.
Slide 37 - Tekstslide
Slide 38 - Video
Gallerija 11/7/95 Sarajevo
Slide 39 - Tekstslide
Welke leiders waren aan de macht ten tijde van de val van de Berlijnse Muur?
A
Chroetsjov en Kennedy
B
Stalin en Roosevelt
C
Reagan en Chroetsjov
D
Bush en Gorbatsjov
Slide 40 - Quizvraag
Welke bewering over de politiek van Gorbatsjov is juist? Gorbatsjov wilde:
A
afschaffing van het communisme.
B
hervorming van het communisme.
C
uitbreiding van de macht van de Sovjet-Unie.
D
versterking van de staatsbedrijven.
Slide 41 - Quizvraag
Hoe werden de ECONOMISCHE HERVORMINGEN in de SU in de tweede helft van de jaren '80 genoemd?
A
Glasnost
B
Nieuwe Economische Politiek
C
Perestrojka
D
Collectivisatie
Slide 42 - Quizvraag
GLASNOST was openheid over het bestuur van het land. Mensen kregen ook meer vrijheid om hun mening te uiten. Welke politicus voerde deze hervormingen in?
A
Chroesjtsjov
B
Gorbatsjov
C
Brezjnev
D
Stalin
Slide 43 - Quizvraag
Welke gebeurtenis wordt meestal gezien als het einde van de Koude Oorlog?
A
De val van de Berlijnse Muur (november 1989)
B
De eenwording van Duitsland (oktober 1990)
C
Het einde van de Sovjet-Unie (december 1991)
D
De aanval op de Verenigde Staten (september 2001)
Slide 44 - Quizvraag
Welke staten zijn na het einde van de Koude Oorlog uiteengevallen?
A
de Sovjet-Unie en Duitsland
B
Joegoslavië en de Sovjet-Unie
C
Frankrijk en Hongarije
D
Hongarije en Italië
Slide 45 - Quizvraag
In 1991 viel de Sovjet-Unie uit elkaar. Dit had grote gevolgen voor veel landen in Oost-Europa. Welk gevolg geldt voor veel landen van Oost-Europa?