Hausaufgaben:
Lernen:
* woordjes Du-Nl Kapitel 1 Lektion 1, 2, 4, 5 (blz. 54, 56)
* woordjes Nl-Du Kapitel 1 Lektion 3 en 6 (blz. 55, 57)
* vervoeging van “haben, sein, werden” + voltooid deelwoord (klein boekje blz. 4 + 5, alleen Präsens!)
* vervoeging van de zwakke werkwoorden + voltooid deelwoord (let op de uitzonderingen -d/-t/-sisklank in de stam, ww. die op -ieren eindigen en ww. die met be- beginnen).
* Modale werkwoorden (vervoeging in Präsens, klein boekje blz. 6, 7, 8, 9) De vertaling hoef je niet kennen. (10 punten)