H8. Cultuur van het Moderne vragen en Amsterdam

H8. Cultuur van het Moderne 
vragen en Amsterdam
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H8. Cultuur van het Moderne 
vragen en Amsterdam

Slide 1 - Tekstslide

Excursie Amsterdam
- donderdag 7 maart




- PO Kunst Algemeen
- Bezoek Paleis op de Dam en Rijksmuseum

Slide 2 - Tekstslide

1 F O T O – O P D R A C H T - 9x foto 9x toelichting 
A De bouwstijl van Het Paleis op de Dam is een voorbeeld van Hollands Classicisme. Fotografeer ten minste 3 plekken in of rond het gebouw waar je deze stijl herkent. Voeg de 3 foto’s toe in je verslag en leg per foto duidelijk uit wat je ziet in verband met de kenmerken van Hollands Classicisme. 

B De bouwstijl van het Het Rijksmuseum is (deels) Neo-Gotiek. Fotografeer ten minste 3 plekken in of rond het gebouw waar je deze stijl herkent. Voeg de 3 foto’s toe in je verslag en leg per foto duidelijk uit wat je ziet in verband met de kenmerken van de Gotische bouwstijl.

C Kijk in de stad goed om je heen naar interessante architectuur. Kies een gebouw dat je om welke reden dan ook aanspreekt. Fotografeer ten minste 3 plekken van het gebouw. Onderzoek wat je te weten kan komen over de bouwstijl. Voeg de 3 foto’s toe in je verslag en leg per foto duidelijk uit wat je ziet in verband met de kenmerken van de betreffende bouwstijl.

Slide 3 - Tekstslide

2 B E E L D - A N A L Y S E
Tekening en beschrijving – Wat is er te zien?
Kies een kunstwerk in het Rijksmuseum dat je in verband kunt brengen met de Middeleeuwen. Een kunstwerk dat letterlijk uit de Middeleeuwen komt, of een schilderij waarop bijv. een kerkinterieur is te zien van een Romaanse of Gotische kerk.
A Teken het kunstwerk ter plekke na (IN het museum dus). En als een schets, niet heel uitgewerkt. De bedoeling hiervan is dat je goed/beter kijkt. Het hoeft geen perfecte tekening te worden, vooral goed kijken.
B Beschrijf gedetailleerd wat je ziet. Je beschrijving moet zo zijn, dat voor iemand die het kunstwerk niet ziet, duidelijk wordt wat er te zien is.
Voorstelling: C Welk idee of mening wil de kunstenaar overbrengen denk jij? Probeer er meer over uit te vinden. In een museum ligt er soms een extra kaart met info. Zo ja, wat dan? En in welke mate is dat gelukt?
Vormgeving: D Beschrijf alle 5 beeldende aspecten van het kunstwerk zo uitgebreid mogelijk. Vorm, kleur, licht, compositie, ruimte. Gebruik de ‘Begrippen Kunstbeschouwing’ achterin je opdrachtenboek hiervoor.
Groter verband: E Hoe past dit kunstwerk in een stroming of in zijn tijd? Beschrijf welk effect het werk op jou had. Komt dit overeen met de bedoeling van de kunstenaar?

Slide 4 - Tekstslide

3 R E F L E C T I E maak een verslag
A Vermeld je naam & achternaam, klas, de titel van de opdracht, het PO nummer.
B Verwerk je opdrachten netjes en gestructureerd.
C Beoordeel de excursie met een cijfer, licht je cijfer toe en geef een top en een tip.
D Schrijf een afsluiting: Welk kunstwerk heeft je verrast en wat vertel je thuis over de kunst die je hebt gezien? Wat weet je nu over kunst dat je voor deze opdracht nog niet wist?
Benoem verbanden tussen de kennis die hebt opgedaan.

Slide 5 - Tekstslide

Huiswerk voor vandaag:
Boeken mee! Schrift mee!
Opdrachten 8.2
1. Maak opdracht 30, 32 en 33 (opdrachtenboek blz. 115)
2. Maak daarnaast nog 2 andere opdrachten naar keuze van blz. 115
3. Werk de antwoorden zo goed mogelijk uit: Kies je bewoordingen zorgvuldig. Wees beknopt en eenduidig in je atwoorden. Behandel het als een toetsvraag.
4. Maak een Word-document van je antwoorden en lever dat in via Magister (opdrachten)

Slide 6 - Tekstslide

8.3 Opdracht 44

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Antwoorden:
A: 44: In het fragment van 4.22 tot 4.28 zie je een standbeeld van een persoon, gevolgd door een beeld van een grote groep mensen met een soort wapens waarna weer een beeld volgt van het standbeeld maar nu valt het om. Dit laat de kijker geloven dat de mensen boos zijn en dat zij het beeld omduwen, terwijl de beelden mogelijk niks met elkaar te maken heeft.
B: 44. Een goed voorbeeld van attractiemontage zien we op 7.52: Eerst zien wij strijders, maar plotseling zien wij mensen, die een broodmachine bedienen, zo zien de kijkers dat de revolutionairen waren van boer- en arbeidersklasse. Ook is er op 29:15 een voorbeeld van attractiemontage. Toen Alexandr zoals Napoleon ging staan, was er een vergelijking die de kijker aan imperialisme doet te denken.
C: 44: Je ziet in de film een beeld van Stalin dat wordt gemaakt en in het openbaar wordt neergezet. Hierna hoor je een hoop mensen juichen. Dit laat de populariteit voor Stalin in dit tijdperk zien.
Ook zie je een groep soldaten lol hebben aan het front. Dit laat zien dat de russen de oorlog in gaan niet als een straf zagen.
D: 44. Eisenstein creëert verschillende soorten sferen en emoties door de beelden te laten afwisselen van elkaar. Hij wil ook ideeën over brengen, met name over de Russische revolutie. Zo wil hij je meenemen in zijn gevoel en heb je een soort van verbintenis. 

Slide 9 - Tekstslide

Antwoord volgens de methode

Slide 10 - Tekstslide

Zelfstandig werken Architectuur
Pak je Boeken, schrift en pen
Neem een laptop en open je aanvullende licentie bij de Bespiegeling in Magister
- Maak de opdrachten 55 t/m 59 (mag in tweetallen)
- Klaar? Vergelijk je antwoorden met het antwoordmodel (vraag aan Maaike) en analyseer wat goed gaat en wat nog niet. Corrigeer je antwoorden waar nodig.
- Nog tijd? Ga verder met de opdrachten 60 t/m 66

Opdracht:
Slotsom: Noteer alles wat je weet over Architectuur van het Modernisme (H8)

Slide 11 - Tekstslide