In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Sluit de les op gepaste wijze af.
DOEL VAN DE LES
- Je kent het verschil tussen intrinsieke en extrinsieke motivatie
- Je weet wat wilskracht is
- Je weet welke stappen er nodig zijn om een gewoonte te ontwikkelen
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Video
Maak het verschil: een inspirerende video over het overwinnen van obstakels
Dit is het waargebeurde verhaal van een groep jongens in Thailand die een voetbalteam wilde vormen in een klein drijvend dorp. Ondanks al het water, vonden ze toch een manier om te voetballen en zo hun droom te verwezenlijken. Ze zijn een inspiratiebron voor veel mensen.
Welke manier van motiveren past beter bij jou?
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Soorten motivatie
Er zijn 2 soorten motivatie:
1. Intrinsieke = motivatie van binnenuit
2. Extrinsieke = motivatie van buitenaf
Slide 5 - Tekstslide
Lees de slide voor.
Extra informatie
De twee soorten motivatie waar we op doelen zijn autonome (willen) en gecontroleerde (moeten) motivatie. Autonome en gecontroleerde motivatie zijn toevoegingen op de 'Self Determination Theory' van Ryan en Deci. Meer informatie over deze theorie vind je in het artikel "Self-Determination Theory and the
Facilitation of Intrinsic Motivation, Social Development, and Well-Being" via deze link. Een overzicht van de verschillende soorten motivatie kun je vinden in het motivatiecontinuüm via deze link.
Slide 6 - Tekstslide
Sluit de les op gepaste wijze af.
Slide 7 - Tekstslide
Module inzicht: Je kunt invloed uitoefenen op je eigen gedrag.
Les inzicht: Je wilskracht kan op raken. Daarom is het handig om dingen voor elkaar te krijgen zonder dat deze veel wilskracht kosten. Iets wat weinig wilskracht kost is een gewoonte. Van onze gewoontes kunnen we leren hoe we dingen met minder wilskracht kunnen doen.
Slide 8 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Een gewoonte bestaat uit
4 stappen:
1. Opmerken
2. Willen
4. Belonen
3. Doen
Slide 9 - Tekstslide
Laat de slide zien en bespreek nogmaals de vier stappen die je moet zetten om van iets een gewoonte te maken.
Vraag eventueel of een leerling een voorbeeld van een gewoonte kan geven en de vier stappen hierbij kan toelichten.
Extra informatie:
Een voorbeeld de gewoonte "op Instagram kijken" en de bijbehorende stappen.
1. Opmerken: je krijgt een melding, je ziet je telefoon liggen of je merkt dat je je verveelt.
2. Willen: Door een van deze prikkels word je eraan herinnert dat het kijken op je Instagram je een fijn gevoel geeft of het idee geeft dat je dan weer helemaal op de hoogte bent.
3. Doen: Het openen en het bekijken van je Instagram.
4 Belonen: Door op je Instagram te kijken komt er dopamine vrij, waardoor je op dat een prettig gevoel krijgt.
Tip 1: herinner jezelf
Je omgeving heeft veel invloed op je gedrag. Je kan jezelf een duwtje in de goede richting geven door jezelf slim te herinneren aan een taak.
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slim je gedrag veranderen
In het volgende filmpje zie je een voorbeeld van nudgen
Slide 11 - Tekstslide
Klik de slide verder naar het volgende filmpje.
Nudgen
Nudgen is een duwtje in de goede
richting geven. Het kan alles
zijn waardoor mensen ander
gedrag laten zien dan ze
normaal zouden doen.
Slide 12 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Video
Speel het filmpje af.
Tip 2: Maak het leuk
Als iets leuk is, kost het minder wilskracht om te doen. Zelfs dingen waar je geen zin in hebt kan je vaak leuker maken.
Slide 14 - Tekstslide
Lees de slide voor.
Extra informatie
Denk terug aan het voorbeeld van tandenpoetsen. Het zien van je tandenborstel herinnert je eraan dat het poetsen van je tanden zorgt voor een lekkere frisse adem. Die gedachte maakt het makkelijker om het ook echt te gaan doen. Wanneer je iets moet doen waarbij de actie langer duurt, minder leuk is of de beloning nog niet zo duidelijk en direct is helpt het om wat je wilt of moet doen zo leuk mogelijk te maken voor jezelf.
Bijvoorbeeld: Wanneer je je huiswerk gaat maken met lekkere snacks erbij en leuke muziek is dat vooruitzicht al een stuk fijner en vergroot je de kans dat je het ook echt gaat doen.
Wat kan jij gebruiken als nudge of herinnering?
Slide 15 - Open vraag
Laat de leerlingen hun antwoorden, die ze of in het boek of op het werkblad hebben opgeschreven, met elkaar te delen.
Tip 3: maak het makkelijk
Om echt aan de slag te gaan met dat
wat je wilt of moet doen is het
belangrijk dat het makkelijk is
om te beginnen.
Slide 16 - Tekstslide
Lees de slide voor.
Extra informatie
Bij deze stap gaat het om het voor jezelf zo makkelijk mogelijk te maken om aan de slag te gaan. Mensen zijn van nature namelijk geneigd om te kiezen voor de makkelijkste optie.
Hoe minder stappen je hoeft te zetten,
hoe makkelijker je kan beginnen
Slide 17 - Tekstslide
Lees de slide voor.
Extra informatie:
Uit onderzoek is gebleken dat mensen eerder geneigd zijn om de weg van de minste moeite te nemen, indien de beloning vergelijkbaar is. Dit fenomeen wordt ook wel de "Law of least effort" genoemd. Het is dus niet gek dat wanneer je thuis bent gekomen en op de bank ploft je eerder geneigd bent om nog even een serie te kijken dan op te staan en al je schoolwerk erbij te pakken. Het helpt daarom om het gewenste gedrag zo laagdrempelig mogelijk te maken.
Zorg bijvoorbeeld dat alles al klaarligt
wanneer je wilt gaan leren
Je hoeft dan alleen nog te gaan zitten!
Slide 18 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Schrijf 2 dingen op die je kan doen zodat je makkelijker aan de slag kunt gaan
Slide 19 - Open vraag
Leg uit dat het dus gaat om 3 dingen die je kunt doen om het makkelijker te maken om je gewoonte uit te voeren.
Extra informatie
Belangrijk hierbij is dat de leerlingen dingen opschrijven die de drempel zo laag mogelijk maken. Het zorgt er dus voor dat ze nog minder stappen hoeven te zetten om hun gewoonte uit te voeren.
Enkele voorbeelden:
Je sportkleding helemaal klaar leggen, zodat je het alleen nog hoeft aan te trekken om te gaan sporten.
Je leesboek op je hoofdkussen leggen, zodat je het al in je handen hebt om naar bed te kunnen gaan en nog een stukje kan lezen.
Een stofzuiger klaarzetten in je kamer, zodat je hem alleen nog maar aan hoeft te zetten om te gaan schoonmaken.
Je schoolboeken al helemaal op de juiste pagina open leggen op je bureau met pen en papier erbij.
Het werkt ook andersom!
Zorg dat de dingen die je afleiden
lastiger worden om te doen. Zet je
telefoon bijvoorbeeld uit als je
gaat leren.
Slide 20 - Tekstslide
Extra informatie
Wanneer gedrag wat we normaal gesproken makkelijk vinden om uit te voeren lastiger wordt, zijn we minder snel geneigd om dat te gaan doen. Voor de dingen die we snel geneigd zijn om te doen maar liever niet willen doen, helpt het dus om juist stappen toe te voegen. Wanneer je bijvoorbeeld minder TV wilt kijken kan het helpen om de batterijen uit de afstandsbediening te halen, zo kost het opeens een stuk meer moeite om TV te kijken.
Tip 4: beloon jezelf
Een beloning maakt het uitvoeren van
je gewoonte leuker en stimuleert je
om het nog een keer te gaan doen.
Slide 21 - Tekstslide
Extra informatie
Wanneer je een beloning krijgt komt er een stofje vrij in je hersenen genaamd 'dopamine'. Dopamine zorgt ervoor dat we ons gelukkig en beloond voelen. Het komt vrij wanneer je bijvoorbeeld iets lekkers eet of iets leuks doet met je vrienden.
Als je jezelf direct beloont nadat je iets hebt gedaan wat je wilde doen, zorgt dit ervoor dat je dit geluksgevoel de volgende keer weer wilt ervaren en datgene wat je wilde doen ook blijft doen.
Wat zou voor jou een goede beloning zijn?
Slide 22 - Woordweb
Brainstorm met de klas over beloningen.
Laat de leerlingen zoveel mogelijk beloningen voor zichzelf bedenken en delen.
Extra informatie
Er zijn twee dingen belangrijk bij het bedenken van een goede beloning. Ten eerste is het belangrijk dat de beloning op korte termijn gegeven kan worden na het gedrag. Als tweede is het belangrijk dat de beloning speciaal voelt en niet iets is wat de leerling toch al zou doen/krijgen.
Slide 23 - Tekstslide
Laat de slide zien en bespreek nogmaals de vier stappen die je moet zetten om van iets een gewoonte te maken.
Vraag eventueel of een leerling een voorbeeld van een gewoonte kan geven en de vier stappen hierbij kan toelichten.
Extra informatie:
Een voorbeeld de gewoonte "op Instagram kijken" en de bijbehorende stappen.
1. Opmerken: je krijgt een melding, je ziet je telefoon liggen of je merkt dat je je verveelt.
2. Willen: Door een van deze prikkels word je eraan herinnert dat het kijken op je Instagram je een fijn gevoel geeft of het idee geeft dat je dan weer helemaal op de hoogte bent.
3. Doen: Het openen en het bekijken van je Instagram.
4 Belonen: Door op je Instagram te kijken komt er dopamine vrij, waardoor je op dat een prettig gevoel krijgt.