Doelen:
Kennisdoelen: Leerlingen begrijpen de verschillen tussen katoen, synthetische stoffen en wol, en kunnen deze grondstoffen identificeren met behulp van een brandproef.
Vaardigheidsdoelen: Leerlingen voeren een brandproef uit en analyseren de resultaten om de samenstelling van de stoffen te achterhalen.
Attitudes: Leerlingen handelen veilig en zorgvuldig bij het uitvoeren van de brandproef.
Kan de vorm niet laden
Leerdoelen (SMART):
Specifiek: Leerlingen kunnen de grondstof van textiel (katoen, synthetisch, wol) identificeren door middel van de brandproef.
Meetbaar: Leerlingen benoemen de juiste grondstof van de stof op basis van hun observaties van de brandproef.
Acceptabel: Minimaal 80% van de leerlingen kan de verschillen tussen katoen, synthetisch materiaal en wol correct beschrijven.
Realistisch: De brandproef wordt veilig uitgevoerd in de klas, met de materialen die beschikbaar zijn.
Tijdsgebonden: De brandproef wordt binnen de lesduur van 90 minuten uitgevoerd.
Kan de vorm niet laden
Lesopbouw:
1. Introductie (10 minuten)
Uitleg:
Vandaag gaan we drie stoffen testen: katoen, wol, en een synthetische stof (bijvoorbeeld polyester).
Je leert hoe je deze stoffen kunt herkennen door middel van een brandproef.
Waarom een brandproef?
Een brandproef kan ons helpen te bepalen of een stof van natuurlijke oorsprong (zoals katoen of wol) is, of van synthetisch materiaal (zoals polyester). Elke stof gedraagt zich anders tijdens de brandproef.
2. Veiligheidsinstructies (10 minuten)
Veiligheidsmaatregelen:
Leg uit dat de brandproef een gevaarlijke activiteit is en dat we veiligheid altijd voorop stellen.
Zorg ervoor dat de leerlingen beschermende brillen en handschoenen dragen.
Zorg ervoor dat er een brandblusser of bak water binnen handbereik is.
De brandproef zal plaatsvinden op een brandveilige ondergrond (bijvoorbeeld een vuurvaste plaat).
3. Uitleg Brandproef (10 minuten)
Hoe voer je een brandproef uit?
Neem een klein stukje van elke stof (katoen, wol, synthetisch) en steek ze één voor één aan met een aansteker of gasbrander.
Observeer de manier van branden:
Katoen: Brandt snel, ruikt naar brandend papier, laat een grijze as achter.
Wol: Brandt langzaam, ruikt naar verbrande haren, laat een as van zwarte bolletjes achter.
Synthetisch (bijvoorbeeld polyester): Brandt langzaam, smelt en druppelt, ruikt naar verbrand plastic, laat een harde korrel achter.
4. Uitvoeren van de Brandproef (40 minuten)
Materialen:
Katoen, wol, en synthetische stof (bijvoorbeeld polyester)
Lichters of gasbrander
Veiligheidsbrillen en handschoenen
Brandvaste ondergrond (bijvoorbeeld vuurvaste plaat)
Brandblusser of bak water
Kleine stukjes van de stoffen
Notitieboekjes om waarnemingen vast te leggen
Stap 1: Geef elke leerling of groepje een klein stukje van elke stof (katoen, wol, en synthetisch).
Stap 2: Steek de stoffen één voor één aan (bijvoorbeeld eerst katoen, dan wol, dan synthetisch materiaal) en observeer:
Hoe snel brandt de stof?
Wat voor geur komt er vrij?
Wat voor as of restproduct blijft er achter?
Stap 3: Laat de leerlingen noteren wat ze waarnemen en probeer te raden welke stof het is op basis van de brandproef.
5. Analyse en Discussie (20 minuten)
Bespreking:
Laat de leerlingen hun waarnemingen met elkaar delen. Welke stof was snel? Welke stof had een brandende geur van plastic? Welke stof liet grijze of zwarte as achter?
Bespreek de juiste antwoorden:
Katoen: Brandt snel, ruikt naar brandend papier, laat een grijze as achter.
Wol: Brandt langzaam, ruikt naar verbrand haar, laat een as van zwarte bolletjes achter.
Synthetisch (Polyester): Brandt langzaam, smelt en druppelt, ruikt naar plastic, laat een harde korrel achter.
6. Reflectie (10 minuten)
Reflectievragen:
Wat heb je geleerd van de brandproef?
Waarom is het belangrijk om de eigenschappen van stoffen te begrijpen?
Wat zou je de volgende keer anders doen bij het uitvoeren van een brandproef?
Kan de vorm niet laden
Beoordelingsrubriek (2 punten per aspect):
Aspect
1 punt (voldoende)
2 punten (goed)
Observatie
De leerling maakt gedetailleerde aantekeningen van de brandproef.
De leerling maakt gedetailleerde en nauwkeurige aantekeningen van de brandproef.
Veiligheid
De leerling volgt de veiligheidsmaatregelen.
De leerling volgt strikt de veiligheidsmaatregelen.
Kennis
De leerling kan de stoffen identificeren, maar maakt een paar fouten.
De leerling kan alle stoffen correct identificeren op basis van de brandproef.
Puntentelling:
6 punten: Uitstekend werk!
4-5 punten: Goed, maar er is ruimte voor verbetering.
0-3 punten: Meer aandacht nodig voor de brandproef en de waarnemingen.
Kan de vorm niet laden
Materialen:
Katoen, wol, en synthetische stof (bijvoorbeeld polyester)
Aansteker of gasbrander
Veiligheidsbrillen en handschoenen
Brandvaste ondergrond
Brandblusser of bak water
Kleine stukjes van de stoffen
Notitieboekjes voor waarnemingen
Aftekenlijst Brandproef Textielsoorten
Naam leerling: _______________________ Datum: _______________________
Materialen:
Katoen
Polyester
Wol
Aansteker of lucifers
Metaal- of keramiekschaaltje (om veilig te werken)
Pen/potlood
Kenmerk
Katoen
Polyester
Wol
Brandt snel?
Ja / Nee
Ja/nee
Ja/nee
Rook ruikt naar:
Papier
plastic
Verbrand haar
Vorm van de as:
Zachte, lichte as
Gesmolten bolletjes
Broze korrelige as
Smelt of verbrandt?
Verbrandt
smelt
verbrandt
Kleur van de vlam:
Geel / Oranje
Blauwachtig met geel
Geel / oranje
Reactie op hitte:
Brandt snel
Krimpt en smelt
Brandt langzaam en sist
Resultaat experiment:
Schrijf hier welke stof je denkt dat het is.
Stof 1: _______________________
Stof 2: ________________________
Stof 3: ________________________
Veiligheidsregels
Werk altijd in een goed geventileerde ruimte.
Gebruik een hittebestendig oppervlak.
Draag geen losse kleding en bind lange haren vast.
Blusmateriaal moet altijd in de buurt zijn (bijvoorbeeld een blusdeken).