les A 3-3-2025 2BK

Herzlich Willkommen!

                                 Ga lekker zitten op je vaste plek

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herzlich Willkommen!

                                 Ga lekker zitten op je vaste plek

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Leefafspraken
1. We luisteren naar elkaar en praten niet door elkaar heen.
2. Jassen petten liggen in de kluis of hangen aan de kapstok
3. Je telefoon is thuis of in de kluis op vliegtuigstand
4. Je hebt je spullen op orde en zit startklaar aan het begin van de les
5. We houden beneden pauze, daar mag je eten en drinken en naar de WC

Slide 4 - Tekstslide

  • Rückblick (Vakantie)
  • Filmchen
  • Lesen
  • Zelfstandig werken / Keuze -opdrachten
  • abrunden




Slide 5 - Tekstslide

Du kennst/kannst (Je kent/kunt)

  • een filmpje in het Duits begrijpen
  • een eenvoudige tekst in het Duits begrijpen
  • de betekenis van de Lernliste onderdeel H

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Winterferien (wintervakantie)

Slide 8 - Tekstslide

Google Maps

Slide 9 - Tekstslide

Braindump
Wat heb je vorige les geleerd?

timer
0:30

Slide 10 - Tekstslide

                         Filmchen

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht Video
- Neem je schrift of een halve lege bladzijde in je boek.
- Nummer 1 t/m 4 onder elkaar.
- Schrijf de vragen in een paar steekwoorden op.
- Kijk naar de video en beantwoord de vragen.

Slide 12 - Tekstslide

Karnaval in Deutschland

Slide 13 - Tekstslide

1 Wat is juist?
Carnaval is van oorsprong een christelijk feest
A
Nee, het idee is ouder dan het christendom
B
Ja, want het hoort bij de vastentijd
C
Nee, het heeft te maken met Ramadan
D
Ja, het was een idee van de paus.

Slide 14 - Quizvraag

2 Hoeveel woorden heeft het Duits voor carnaval?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 15 - Quizvraag

3 Het woord carnaval komt uit het Latijn en betekent, dat je geen vlees eet.
A
richtig
B
falsch

Slide 16 - Quizvraag

4. Het Duitse woord Fasching, heeft te maken met het niet drinken van alcohol.
A
richtig
B
falsch

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Video

1 Wat is juist?
Carnaval is van oorsprong een christelijk feest
A
Nee, het idee is ouder dan het christendom
B
Ja, want het hoort bij de vastentijd
C
Nee, het heeft te maken met Ramadan
D
Ja, het was een idee van de paus.

Slide 19 - Quizvraag

2 Hoeveel woorden heeft het Duits voor carnaval?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 20 - Quizvraag

3 Het woord carnaval komt uit het Latijn en betekent, dat je geen vlees eet.
A
richtig
B
falsch

Slide 21 - Quizvraag

4. Het Duitse woord Fasching, heeft te maken met het niet drinken van alcohol.
A
richtig
B
falsch

Slide 22 - Quizvraag

Leerdoel check
Du kennst/kannst (Je kent/kunt)

  • een filmpje in het Duits begrijpen

Slide 23 - Tekstslide

Aussehen
Kapitel 8

Slide 24 - Tekstslide

Blz. 88+89 Lesen

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Overzicht van de bezittelijke vnw.
Bezit.vnw.
mein-
mijn
dein-
jouw
sein-
zijn
ihr-
haar
sein-
zijn
unser-
onze, ons
euer-
jullie
ihr-
hun
Ihr-
uw

Slide 27 - Tekstslide

Een "e" alleen bij "die" en anders nie!

Slide 28 - Tekstslide

- Maken bladzijde 88/89 opdracht 43 en 44
- Ga meteen aan de slag of doe mee met mijn uitleg
- Werk samen, als je naast iemand zit.
- Klaar? Laat je werk aan mij zien en kies uit:

    A.  Maken werkblad "Kleidung" (woordenschat)
    B.  Maken blz. 154-155 (Grammatik)
   

An die Arbeit auf Seite 86-87
timer
15:00

Slide 29 - Tekstslide

Leerdoel check
Du kennst/kannst (Je kent/kunt)
- een eenvoudige tekst in het Duits begrijpen
- de betekenis van de Lernliste onderdeel H

Slide 30 - Tekstslide

Woordzoeker
Zoek de Duitse woorden bij het thema Aussehen in de woordzoeker :). 

 

Slide 31 - Tekstslide

Leren voor de toets van volgende week: blz. 92+93+94 ( alleen Grammatik) 
Hausaufgaben

Slide 32 - Tekstslide

abrunden

Slide 33 - Tekstslide

Reflektieren
              schrijf het op een blaadje                                en lever het in!
  • Wat heb je gedaan vandaag? 
  • Wat is het beste gelukt?
  • Wat had je beter kunnen doen?



timer
3:00

Slide 34 - Tekstslide

Ist das Ziel erreicht?
Geef voor jezelf antwoord op deze korte vragen:

Wat lukte wel? 
Wat lukte niet? 
Wat heb je nog nodig om het beter te doen?
timer
1:00

Slide 35 - Tekstslide

Vorschau (de volgende les)
Lesen

Slide 36 - Tekstslide

Schönen Tag noch und bis zum nächsten Mal! 

Slide 37 - Tekstslide